4-327/1

4-327/1

Belgische Senaat

ZITTING 2007-2008

23 OKTOBER 2007


Voorstel van resolutie betreffende de situatie in Birma

(Ingediend door mevrouw Freya Piryns c.s.)


TOELICHTING


Met dit voorstel van resolutie wensen de indieners hun bezorgdheid uit te drukken over de politieke en humanitaire situatie in Birma.

Freya PIRYNS
Josy DUBIÉ
Vera DUA
Isabelle DURANT
Carine RUSSO.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


DE SENAAT,

A. overwegende de resolutie aangenomen door de Senaat op 20 april 2006, de resolutie aangenomen door de Kamer op 27 april 2000, en de resoluties aangenomen door het Europees Parlement op 6 en 27 september 2007;

B. overwegende de steun van de VN-Veiligheidsraad op 26 september 2007 voor de beslissing van de Secretaris-Generaal om een speciale VN-gezant ter bemiddeling naar Birma te sturen;

C. overwegende dat de demonstraties die op 19 augustus in Rangoon en enkele andere steden zijn begonnen, en die zich ontwikkelden tot een massale protestbeweging geschraagd door aanhoudende marsen van duizenden boeddhistische monniken op brutale wijze zijn beantwoord door de ordetroepen met vele doden als gevolg;

D. overwegende dat het protest is begonnen nadat de regering ingrijpende verhogingen (tot 500 %) van de prijs van aardgas en olie aankondigde, waardoor de grondstoffenprijzen enorm zijn gestegen en waardoor het grootste deel van de door armoede geteisterde bevolking van Birma nog meer en ongekende ontberingen moest ondergaan; dat dit het meest omvangrijke niet-gewelddadige protest is dat zich in Birma heeft voorgedaan sinds de mislukte democratische opstand die in 1988 door studenten werd geleid en door de strijdkrachten gewelddadig werd onderdrukt;

E. overwegende dat de militaire autoriteiten ondertussen duizenden monniken en burgers hebben gearresteerd, en opgesloten hebben in speciale interneringsgebouwen; dat er grote onduidelijkheid bestaat over het lot van wie gevangen werd genomen;

F. overwegende dat de ernst van de situatie een onmiddellijke en ondubbelzinnige reactie van de Belgische regering, de Europese Unie en de Veiligheidsraad vereist;

G. overwegende dat de resolutie van de Internationale Arbeidsorganisatie haar leden en ondernemingen gevestigd op hun grondgebied verzoekt om niet te investeren in activiteiten in Birma die ten goede komen aan de junta, omdat deze de Birmese burgers verplicht tot dwangarbeid;

drukt zijn bezorgdheid uit over :

1. de onaanvaardbare manier waarop het vreedzaam protest van Birmese burgers en monniken de kop werd ingedrukt;

2. het lot van al wie ondertussen door de autoriteiten is opgepakt en wordt vastgehouden, over het voortduren van nachtelijke arrestaties van burgers en monniken, en over schendingen van de rechten van de mens;

3. het geweld tegen buitenlandse journalisten en over de manier waarop de Birmese autoriteiten het werk van buitenlandse journalisten volstrekt onmogelijk maken;

verzoekt de regering :

4. om ondubbelzinnig afstand te nemen van het optreden van Birmese militaire autoriteiten;

5. om de regeringen van Rusland en de regeringen van China en India, de belangrijkste handelspartners van Birma, op te roepen zo spoedig mogelijk al hun invloed aan te wenden om de regering van Birma te bewegen tot een nationale democratische dialoog;

6. verzoekt de Belgische regering om van haar aanwezigheid in de VN-Veiligheidsraad gebruik te maken om te komen tot een snelle en ondubbelzinnige veroordeling van de situatie in Birma via een bindende resolutie;

7. verzoekt de Belgische regering er bij de EU op aan te dringen om zijn stelsel van opgelegde strafmaatregelen uit te breiden zodat ook investeringen in en de invoer van aardolie, aardgas, hout en edelstenen uit Birma daaronder vallen;

8. om een duidelijke oproep te doen aan alle bedrijven en banken op Belgisch grondgebied om niet langer te investeren in de olie-, gas-, en mijnbouwsector in Birma;

9. verzoekt de Belgische regering om zich te buigen over de mogelijkheden om bij de toekenning van overheidscontracten verregaand rekening te houden met respect voor de mensenrechten, sociale en ecologische clausules;

verzoekt bovendien :

10. de onmiddellijke vrijlating van alle politieke gevangenen onder wie Aung San Suu Kyi, leider van de oppositie, en van allen die uitsluitend gevangen zijn gezet omdat zij gebruik hebben gemaakt van hun recht van meningsuiting en wijst er met klem op dat niemand mag worden onderworpen aan foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende straffen, en dat alle gevangen het recht moeten hebben op een eerlijk proces, juridische bijstand, contact met hun familie en beschikbaarheid van medische hulp;

11. het militaire bewind met klem alle betrokken partijen uit te nodigen voor een fundamentele politieke dialoog en voor het vinden van een gezamenlijk kader voor een grondwet, op basis waarvan alle betrokken partijen gezamenlijk kunnen deelnemen aan een proces van overgang naar democratie en natievorming.

1 oktober 2007.

Freya PIRYNS
Josy DUBIÉ
Vera DUA
Isabelle DURANT
Carine RUSSO.