4-146/1 | 4-146/1 |
10 AUGUSTUS 2007
Dit voorstel van resolutie neemt de tekst over van DOC 51-2093/001.
Krachtens de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten was kopiëren voor eigen gebruik mogelijk in familiekring. Voorts voorzag die wet in bepaalde uitzonderingscategorieën waarvoor een rechter de controle op de kopieën kon opheffen. De kopie voor eigen gebruik behoorde niet tot die uitzonderingen. Kopiëren voor eigen gebruik ten behoeve van de betrokkene persoonlijk was dus wel degelijk een recht. Dat recht is de consumenten onlangs zonder enige tegenprestatie ontnomen bij een recent arrest van het hof van beroep te Brussel. Op 9 september 2005 heeft dat hof immers in het kader van het rechtsgeding dat Test-Aankoop had aangespannen tegen EMI, Sony Music, Universal, BMG en de Belgische tak van de IFPI (de internationale federatie van de fonografische industrie), geoordeeld dat het eventuele subjectieve recht op kopiëren voor eigen gebruik dat Test-Aankoop inroept, in elk geval — gesteld dat het recht daarop zou bestaan — geen auteursrecht noch een naburig recht is (1) . Zulks heeft tot gevolg dat de platenmaatschappijen onverkort kopieerbeveiligingen op hun compact discs (CD's) mogen aanbrengen.
Die beslissing komt erop neer dat kopiëren voor eigen gebruik op zich niet langer een recht vormt, maar eenvoudigweg een uitzondering op het auteursrecht, en dat de auteur volkomen gerechtigd is, kopiëren te verbieden zo hij zulks wenst. Anders gesteld : het auteursrecht primeert hiërarchisch gezien op het recht op kopiëren voor eigen gebruik.
In de wet van 22 mei 2005 houdende de omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 2001/29/EG van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij werd evenwel een compromis gehuldigd tussen enerzijds de voorstanders van kopiëren voor eigen gebruik en anderzijds de oorspronkelijke tekst van de minister. Luidens die laatste was kopiëren voor eigen gebruik weliswaar niet verboden, maar hij bood de industrie niettemin de mogelijkheid technische maatregelen te nemen waarmee alle kopieën van werken konden worden verhinderd, en hij ontnam derhalve iedereen de gelegenheid zijn recht op kopiëren voor eigen gebruik uit te oefenen. Er werd dan ook besloten dat de technieken die elke vorm van kopiëren verhinderden niet onwettig zouden zijn. In weerwil daarvan kreeg de minister van Economische Zaken de mogelijkheid om kopiëren voor eigen gebruik op te nemen in de uitzonderingscategorieën waarvoor de technische maatregelen zouden kunnen worden opgeheven.
Bovendien hebben de zogenaamde « copy control »-systemen nog andere nadelen naast het verhinderen van CD-kopieën. Zij maken het de consument bovendien onmogelijk zijn legaal gekochte muziek bijvoorbeeld op zijn MP3-speler op te slaan. In sommige gevallen zijn die systemen dusdanig verfijnd dat ermee toegeruste CD's eenvoudigweg niet afspeelbaar zijn op bepaalde toestellen zoals met name autoradio's of computers.
Op 2 november 2003 had de Franse tribunal de grande instance te Nanterre trouwens geoordeeld dat het « copy control »-systeem een verborgen gebrek vormde, en de platenmaatschappij bevolen de CD terug te betalen die niet afspeelbaar was op de autoradio van de consumente (2) . De platenmaatschappijen voeren weliswaar een gerechtvaardigde strijd tegen piraten, maar die mag niet worden veralgemeend door kopiëren voor eigen gebruik over één kam te scheren met piraterij.
Het klopt dat de CD-verkoop sterk is teruggelopen. In 2001 werden in België 18 227 376 albums verkocht. In 2002 waren dat er 16 840 582, of 8 % minder. De verkoop van singles is met ongeveer 11 % gedaald. Zulks is hoofdzakelijk te wijten aan het downloaden en aan de democratisch geworden prijzen van CD-rewriters.
Ondanks alles blijven echte piraten uitzonderingen. De meeste mensen die CD's kopiëren doen dat zonder het oogmerk de auteur of de platenmaatschappij schade te berokkenen en nog minder om zich persoonlijk met de verkoop van de gemaakte kopieën te verrijken. Zij wensen gewoon waar zij zich ook bevinden (in de auto, op kantoor, in de woonkamer enzovoort) over hun geliefkoosde CD's te beschikken, zonder het risico te lopen ze te beschadigen door ze voortdurend mee te nemen, dan wel ze te verliezen. Het ware toch niet normaal mocht een gezin verschillende exemplaren van dezelfde CD moeten kopen opdat iedereen hem kan beluisteren waar hij wil.
Zulks is des te abnormaler omdat er vanuit mag worden gegaan dat de betrokkenen betalen om hun CD's te kopiëren. De consumenten betalen immers een vergoeding op de kopieertoestellen en -dragers. Conclusie : hoewel de platenmaatschappijen de mogelijkheid moeten krijgen het aantal kopieën te beperken, is het onaanvaardbaar elke vorm van kopiëren te verhinderen.
De technologie maakt het vooralsnog niet mogelijk het aantal kopieën tot een welbepaald aantal exemplaren te beperken. Daarom zal terzake onderzoek worden verricht. In afwachting dat dat onderzoek vruchten afwerpt, bevestigen de indieners van dit voorstel van resolutie nogmaals dat kopiëren voor eigen gebruik een recht is, en vragen zij de regering zo spoedig mogelijk de koninklijke besluiten uit te vaardigen met het oog op de tenuitvoerlegging van de omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 2001/29/EG van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, teneinde het kopiëren voor eigen gebruik op te nemen in de uitzonderingscategorieën waarvoor de technische maatregelen kunnen worden opgeheven.
Philippe MONFILS. |
De Senaat,
A. Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, krachtens welke het kopiëren voor eigen gebruik ten behoeve van de betrokkene persoonlijk of voor gebruik in familiekring altijd is beschouwd als een recht;
B. Gelet op de wet van 22 mei 2005 houdende de omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 2001/29/EG van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, die de minister van Economische Zaken de mogelijkheid biedt, kopiëren voor eigen gebruik op te nemen in de uitzonderingscategorieën waarvoor de technische maatregelen kunnen worden opgeheven;
C. Overwegende dat onderzoek zal worden gedaan naar de technologische evolutie van de systemen waarmee het aantal kopieën kan worden gecontroleerd en beperkt;
D. Overwegende dat kopiëren voor eigen gebruik ten behoeve van de betrokkene persoonlijk of voor gebruik in familiekring niet mag worden gelijkgesteld met piraterij;
E. Overwegende dat kopiëren voor eigen gebruik ten behoeve van de betrokkene zelf of voor gebruik in familiekring de consument geen enkel gewin oplevert;
F. Overwegende dat de consument een vergoeding betaalt op alle ongebruikte dragers;
G. Overwegende dat de consument een vergoeding betaalt op bepaalde kopieertoestellen;
vraagt de regering :
ten spoedigste de koninklijke besluiten uit te vaardigen met het oog op de tenuitvoerlegging van de omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 2001/29/EG van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, teneinde het kopiëren voor eigen gebruik op te nemen in de uitzonderingscategorieën waarvoor de technische maatregelen kunnen worden opgeheven.
12 juli 2007.
Philippe MONFILS. |
(1) Commentaar op dat arrest kan worden geraadpleegd op het webadres http://www.droit-technologie.org/1_2.asp?actu_id=1111.
(2) Tribunal de grande instance te Nanterre (6de kamer), 2 september 2003, UFC Que Choisir t. EMI-Music France.