4-145/1

4-145/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 2007

10 AUGUSTUS 2007


Wetsvoorstel teneinde jongeren financieringssteun te verstrekken om hun rijopleiding te helpen betalen

(Ingediend door de heer Philippe Monfils)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van DOC 51-2171/001.

Jongeren die hun rijbewijs via een rijschool willen halen, moeten daar een hoog bedrag voor neertellen. Hoewel die prijs gerechtvaardigd is op grond van het professionele gehalte van die rijopleidingen, is hij vaak zwaar om te dragen — zeker als de kandidaat nog studeert.

Op 25 februari 2005 werd een wetsvoorstel ingediend tot oprichting van een fonds ter ondersteuning van de autorijopleiding. Uiteraard mag dat fonds slechts worden ingeschakeld ingeval de betrokkene duidelijk niet in staat is de opleiding te betalen, wat de vaststelling van inkomenscriteria impliceert.

Algemeen kunnen we echter stellen dat het voor een jongere of een gezin niet makkelijk is in één keer die honderden euro's aan opleidingskosten te betalen.

Dit wetsvoorstel wil daarvoor een oplossing aanreiken.

Concreet strekt het ertoe de kandidaten de mogelijkheid te bieden het bedrag van de rijopleiding te lenen en het vervolgens gespreid over een aantal jaren terug te betalen, waarbij het bedrag van de afbetaling niet hoger mag liggen dan één euro per dag.

De aan de kredietverstrekker verschuldigde rente op het geleende bedrag wordt dan weer betaald door de Staat, via een heffing op de verkeersboetes.

De nadere voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de in uitzicht gestelde wet moeten uiteraard preciseringen behelzen in verband met de rente op het geleende bedrag, alsook in verband met de formulering van de overeenkomst die terzake tussen de minister en de rijscholen moet worden gesloten.

Tot slot wordt bepaald dat de begunstigden deze regeling slechts één keer kunnen genieten.

Wie zich mocht verwonderen over het voorstel om in deze specifieke aangelegenheid krediet te verstrekken, moet bedenken dat mobiliteit een recht is en dat de kansen van de jongeren op inschakeling in het beroepsleven haast onlosmakelijk gekoppeld zijn aan het bezit van een rijbewijs. Het zou derhalve niet door de beugel kunnen dat jongeren kansen op een job aan zich zien voorbijgaan, gewoon omdat zij onvoldoende middelen hebben om de rijopleiding in één keer te betalen.

Philippe MONFILS.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Elke kandidaat voor het behalen van een rijbewijs via een rijschool kan bij een kredietinstelling een lening verkrijgen die de kosten van die rijopleiding dekt.

Art. 3

De bevoegde minister of het hoofd van de bestuursdirectie dat hij aanwijst, onderhandelt met de betrokken beroepssector(en) over de vaststelling van het totale bedrag van de kostprijs.

Art. 4

De terugbetaling van de lening behelst het geleende kapitaal en geschiedt ten belope van maximum 1 euro per dag.

Art. 5

In afwijking van artikel 68bis van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, wordt de rente op het geleende kapitaal aan de kredietinstelling gestort door de Staat, via een heffing op de ontvangsten uit de strafrechtelijke verkeersboetes.

Art. 6

De volgens bovenvermelde voorwaarden toegestane lening kan alleen maar worden verkregen door de kandidaten voor het behalen van een rijbewijs die, op de dag dat hun rijopleiding start, minimum 16 en maximum 25 jaar oud zijn.

Art. 7

Alleen de opleidingen tot het behalen van een rijbewijs van het type A of B komen voor de hier bedoelde lening in aanmerking.

Art. 8

De lening kan slechts één keer aan dezelfde aanvrager worden toegekend en op voorwaarde dat de betrokkene niet reeds eerder een bij deze wet bedoeld rijbewijs heeft bezeten.

Art. 9

Het bedrag van de lening wordt op de rekening van de begunstigde gestort.

Art. 10

Het bedrag en de nadere voorwaarden inzake de terugbetalingen van de rente worden vastgesteld in een overeenkomst tussen de Staat en de kredietinstelling.

Art. 11

De Koning is belast met de uitvoering van deze wet.

12 juli 2007.

Philippe MONFILS.