Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-85

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eersteminister en minister van Justitie

Vraag nr. 3-6574 van de heer Willems d.d. 19 januari 2007 (N.) :
Prioritaire voertuigen. — Boetes.

Op donderdag 4 januari 2007 berichtte de media over problemen met een nieuwe richtlijn aangaande inbreuken op het verkeersreglement begaan door bestuurders van prioritaire voertuigen. Door een omzendbrief van het College van procureurs-generaal zouden bestuurders van prioritaire voertuigen boetes riskeren bij overdreven snelheid en bij het negeren van een rood stoplicht.

Nochtans rijden zowel politie als brandweer en ziekenwagen prioritair om mensen in nood zo snel mogelijk te kunnen helpen. De snelheid van een interventie is dus van levensnoodzakelijk belang. Bovendien werkt een deel van deze mensen op vrijwillige basis en zou een strenge bestraffing van noodzakelijke snelheidsovertredingen sommige agenten, brandweermannen en ambulanciers ervan weerhouden prioritair te rijden. Hierdoor komt een belangrijke dienstverlening mogelijkerwijze in het gevaar.

1. Is er sinds de bewuste omzendbrief van het College van procureurs-generaal een toename van verkeersboetes aan bestuurders van prioritaire voertuigen ?

2. Is er een mogelijkheid voor de bestuurders van prioritaire voertuigen om verkeersboetes door de werkgever te laten betalen, of dienen de bestuurders hier steeds zelf voor in te staan ?

3. Welke maatregelen plant de geachte minister om ervoor te zorgen dat bestuurders van prioritaire voertuigen met sirene en zwaailichten, zonder risico op zware verkeersboetes, toch hun opdrachten snel kunnen vervullen ?

Antwoord : De omzendbrief waarnaar u verwijst is de omzendbrief nr. COL 16/2006 van het College van procureurs-generaal bij de hoven van beroep van 6 september 2006. De doelstelling van deze omzendbrief bestaat er in om het vaststellings- en vervolgingsbeleid inzake verkeersinbreuken gepleegd door bestuurders van prioritaire voertuigen en voertuigen in opdracht te uniformiseren.

Wat betreft de overschrijding van de maximaal toegelaten snelheid herinnert de omzendbrief eraan dat artikel 37.2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg het gebruik van de blauwe knipperlichten voorschrijft wanneer de prioritaire voertuigen een dringende opdracht uitvoeren. Wanneer de blauwe knipperlichten zichtbaar zijn op de foto, neemt de omzendbrief aan dat de overtreding gepleegd werd in het kader van een opdracht, en zal de procureur des Konings het proces-verbaal (dat in ieder geval dient te worden opgesteld) zonder gevolg klasseren, behoudens wanneer hij een onregelmatigheid vaststelt. Wanneer de blauwe knipperlichten niet zichtbaar zijn op de foto, wordt er een standaardformulier opgestuurd naar de korpschef van de politieagent die de overtreding heeft begaan. De korpschef bevestigt of de inbreuk al dan niet werd gepleegd in het raam van een dringende opdracht. De procureur des Konings handelt vervolgens zoals reeds aangegeven.

Voor het voorbijrijden van een rood licht geldt dat een prioritair voertuig dit mag doen, op voorwaarde dat het speciale geluidstoestel gebruikt wordt, men voorafgaandelijk gestopt is en dat dit geen gevaar oplevert voor de nadere weggebruikers. Ook hier zal een proces-verbaal dienen te worden opgesteld, waarna het aan de procureur des Konings toekomt om na te gaan of de drie cumulatieve voorwaarden werden nageleefd.

Deze omzendbrief, die sedert zijn verspreiding geen wijzigingen heeft ondergaan, heeft geenszins een toename van verkeersboetes aan bestuurders van prioritaire voertuigen met zich gebracht. Er is ook geen nood aan bijkomende maatregelen, aangezien de omzendbrief zeer precies de principes aangeeft inzake vaststelling en vervolging van bestuurders van prioritaire voertuigen, en deze omzendbrief bindend is naar de parketten toe.

Wat tot slot de mogelijkheid betreft voor de bestuurders van prioritaire voertuigen om verkeersboetes door de werkgever te laten betalen, kan ik verwijzen naar artikel 67 van de wet van 16 maart 1998 betreffende de politie over het wegverkeer, dat uitdrukkelijk stelt dat diegenen die overeenkomstig artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek burgerrechtelijk aansprakelijk zijn voor schadevergoeding en kosten, eveneens aansprakelijk zijn voor de geldboete.