Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-84

ZITTING 2006-2007

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eersteminister en minister van Justitie

Vraag nr. 3-6434 van de heer Roelants du Vivier d.d. 20 december 2006 (Fr.) :
Belgisch recht. — Bestraffing van het negationisme. — Interministeriële Commissie voor humanitair recht. — Besluiten.

In oktober jongstleden werd door het Franse Parlement een wetsvoorstel van de socialistische fractie met het oog op bestraffing van de ontkenning van de Armeense genocide goedgekeurd met 106 stemmen voor en 19 stemmen tegen. Deze wet is een aanvulling op de wet van 29 januari 2001 waarmee Frankrijk de Armeense genocide publiek erkent. In die wet wordt een tweede artikel ingevoegd waarin wordt bepaald dat, wie het bestaan van de Armeense genocide ontkent, wordt gestraft.

Ik hoop dan ook dat het debat dat daarover in België op gang is gebracht, spoedig kan worden hervat.

Zoals de geachte minister me heeft meegedeeld in antwoord op een vorige schriftelijke vraag nr. 4738 (Vragen en Antwoorden nr. 3-65, blz. 6319) werd de problematiek van de bestraffing van het negationisme aan de werkgroep wetgeving van de Interministeriële Commissie voor humanitair recht toevertrouwd.

Er werd me medegedeeld dat de werkgroep de vergelijkende studie heeft gemaakt van het recht in de 46 lidstaten van de Raad van Europa en begonnen was met hoorzittingen met een aantal experts.

Er werd me ook meegedeeld dat de werkgroep voornemens was tijdens een buitengewone plenaire vergadering van de Commissie die eind juni of begin juli 2006 zou plaatsvinden, een eerste schriftelijk verslag zou dienen waarin de materie ten gronde wordt besproken en denksporen inzake wetgeving worden aangereikt.

Kan de geachte minister me informeren over de conclusies van dat verslag ?