3-2030/3

3-2030/3

Belgische Senaat

ZITTING 2006-2007

1 FEBRUARI 2007


Wetsvoorstel tot regeling van een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet inzake deontologie van de gezondheidszorgberoepen


AMENDEMENTEN ingediend na de goedkeuring van het verslag


Nr. 1 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 2

Het tweede lid van § 1 van het voorgestelde artikel 14 vervangen als volgt :

« Dit onderzoekscollege wordt samengesteld uit twee leden bedoeld in artikel 13, eerste lid, a) van de Raad en die met betrekking tot dezelfde zaak bij de beslissing niet deelnemen aan de stemming en uit een magistraat/advocaat.

De voorzitter van het onderzoekscollege dient een beroepsbeoefenaar van de betrokken categorie te zijn. »

Verantwoording

In vergelijking met het ontwerp van wetsvoorstel en het definitieve wetsvoorstel werden de interprovinciale raden niet weerhouden. Het belang van de provinciale raden neemt dus toe. In het wetsvoorstel wordt in de mogelijkheid voorzien een onderzoekscollege aan te wijzen. Dit college wordt samengesteld uit slechts twee leden, waarvan ten minste één beroepsbeoefenaar van de betrokken categorie. Gezien het toenemend belang van de provinciale raden zijn wij voorstander van een samenstelling uit ten minste twee verkozen leden en een magistraat/advocaat. De voorzitter van het onderzoekscollege dient een beroepsbeoefenaar van de betrokken categorie te zijn. Een magistraat of advocaat zal meestal niet over de technische kennis beschikken om een disciplinair onderzoek te leiden.

Nr. 2 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 21

In § 2 van dit artikel, het a) vervangen als volgt :

« a) beoefenaars van de betrokken categorie, verkozen door de rechtstreeks verkozen leden van de provinciale, territoriale of gelijkgestelde raden, ten belope van de helft van de in a) tot en met d) bedoelde leden; »

Verantwoording

Met getrapte verkiezingen willen wij tegemoetkomen aan de risico's verbonden aan rechtstreekse verkiezingen door alle beroepsbeoefenaars van een categorie. Rechtstreekse verkiezingen houden het grote risico in dat voor die mandaten overwegend beroepsbeoefenaars zullen verkozen worden die in de medische pers voortdurend de frontpagina halen. De naambekendheid die zij genieten gaat echter niet steeds noodzakelijk gepaard met kennis van en interesse voor de deontologie.

Wij stellen dan ook voor de leden van de nationale raden te laten verkiezen door de rechtstreeks verkozen leden van de provinciale, territoriale of gelijkgestelde raden. Deze wijze van verkiezingen biedt meer garanties omtrent kennis van en interesse voor deontologie dan rechtstreekse verkiezingen door alle beoefenaars van een categorie.

Nr. 3 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 21

In § 2 van dit artikel, het a) vervangen als volgt :

« a) vijf beoefenaars van elke categorie, verkozen door de rechtstreeks verkozen leden van de provinciale, territoriale of gelijkgestelde raden; »

Verantwoording

Zie verantwoording bij amendement nr. 2.

Nr. 4 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 21

Paragraaf 3 van dit artikel aanvullen als volgt :

« Het voorzitterschap van de afdeling komt toe aan een beroepsbeoefenaar van de betrokken categorie. »

Verantwoording

Een voorzitter die geen beoefenaar van een gezondheidsberoep is, heeft onvoldoende specifieke kennis van de deontologie van een bepaalde discipline om deze in contacten met beleidsinstanties, media en groot publiek te kunnen expliciteren.

Mia DE SCHAMPHELAERE
Wouter BEKE.