3-1440/12 | 3-1440/12 |
15 JUNI 2006
I. INLEIDING
De commissie heeft dit wetsvoorstel, na terugzending door de plenaire vergadering, besproken tijdens haar vergadering van 15 juni 2006, naar aanleiding van enkele amendementen die in de plenaire vergadering werden ingediend (zie stuk Senaat nr. 3-1440/11).
II. ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING
1. Amendement nr. 169
De heren Vankrunkelsven en Mahoux en mevrouw Defraigne verwijzen naar amendement nr. 169 (stuk Senaat, nr. 3- 1440/11), dat werd ingediend in de plenaire vergadering na de goedkeuring van het verslag van de werkzaamheden in de Commissie voor de Sociale Aangelegenheden. Dit amendement beoogt in het eerste lid van artikel 28, dat betrekking heeft op de overtallige embryo's, mutatis mutandis de wijzigingen aan te brengen die, via de amendementen nrs. 96 en 154, aan artikel 57 werden aangebracht voor de gameten. Zij stellen voor het eerste lid van artikel 28 te vervangen als volgt :
« Wanneer overtallige embryo's gebruikt worden voor een donatieprogramma moet het geraadpleegde fertiliteitscentrum alle gegevens die zouden kunnen leiden tot de identificatie van de donor ontoegankelijk maken. De niet-anonieme donatie berustend op de toestemming van de donor en de ontvanger(s) is toegestaan. »
De heer Mahoux herinnert eraan dat de anonieme donatie als uitgangspunt wordt genomen in voorliggend wetsvoorstel. Het is echter niet de bedoeling om de « bekende donatie » — waarbij de donor, die vaak een familielid is van de ontvanger, in onderling akkoord met deze laatste doneert — uit te sluiten. Het wetsvoorstel werd in die zin aangepast voor de gameten, met name door de amendementen nrs. 96 en 154, die als subamendement op amendement nr. 15 werden ingediend. Spreker verwijst naar het verslag van de commissie voor de Sociale Aangelegenheden (stuk Senaat, nr. 3-1440/9, blz. 161). Voor de overtallige embryo's gebeurde deze aanpassing echter niet. Dit is het doel van amendement nr. 169.
De heer Englert, expert van de heer Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, verwijst naar zijn tussenkomsten over dit onderwerp, zowel naar aanleiding van de algemene bespreking (zie stuk Senaat, nr. 3-1440/9, blz. 75) als naar aanleiding van de bespreking van artikel 22 (stuk Senaat, nr. 3- 1440/9, blz. 119-120). Hij meent dat, waar een bekende donatie moet mogelijk zijn voor wat de gameten betreft, de donatie van overtallige embryo's — dit zijn embryo's aangemaakt in het kader van een medisch begeleide voortplanting, maar die niet bij een vrouw werden ingeplant — daarentegen steeds op anonieme wijze dient te verlopen. Het komt de donor niet toe zelf te bepalen aan wie de overtallige embryo's worden geschonken, net zomin als de ontvanger mag kiezen van welke donor de overtallige embryo's afkomstig zijn. Mocht dit mogelijk worden, zou dit wellicht leiden tot een al dan niet verdoken vorm van commercialisering van overtallige embryo's, die volgens de heer Englert moet vermeden worden. De uitzondering, die werd ingeschreven voor de gameten, dient zijns inziens dan ook niet te worden voorzien voor de overtallige embryo's.
De heer Mahoux is het eens met deze zienswijze. Hij meent dat ook problemen zouden kunnen ontstaan met het « volgrecht » van de donor over deze overtallige embryo's. Tevens wijst hij erop dat de tekst, die reeds werd goedgekeurd door de commissie voor de Sociale Aangelegenheden, wel toelaat dat een vrouw een beroep doet op een bevriende man en vrouw en vraagt om respectievelijk een zaad- en een eicel ter beschikking te stellen waarmee een embryo wordt aangemaakt dat bij de betrokken vrouw wordt ingeplant. In dat geval gaat het om donatie van gameten, die niet noodzakelijk anoniem dient te verlopen, overeenkomstig artikel 57 van het wetsvoorstel.
De heer Englert bevestigt deze interpretatie.
De heren Mahoux en Vankrunkelsven en mevrouw Defraigne kondigen aan amendement nr. 169 te zullen intrekken.
2. Amendementen nrs. 17, 75, 18, 68, 69, 70, 25, 34, 71, 35, 72, 37, 147, 76, 112, 113, 77, 78, 51, 73, 52, 74, 53, 146, 79, 135, 136, 80, 81, 141, 143 en 148
De heer Beke en mevrouw Nyssens lichten toe dat de amendementen nrs. 17, 75, 18, 68, 69, 70, 25, 34, 71, 35, 72, 37, 147, 76, 112, 113, 77, 78, 51, 73, 52, 74, 53, 146, 79, 135, 136, 80, 81, 141, 143 en 148, die reeds werden besproken in de commissie, opnieuw werden ingediend na de goedkeuring van het verslag van de Commissie voor de Sociale Aangelegenheden met het oog het debat in de plenaire vergadering. Zij kondigen de intrekking ervan aan vermits het niet de bedoeling is dat de commissie ze opnieuw bespreekt; deze amendementen zullen evenwel opnieuw worden ingediend in de plenaire vergadering.
III. STEMMINGEN
Amendement nr. 169 wordt ingetrokken.
De amendementen nrs. 17, 75, 18, 68, 69, 70, 25, 34, 71, 35, 72, 37, 147, 76, 112, 113, 77, 78, 51, 73, 52, 74, 53, 146, 79, 135, 136, 80, 81, 141, 143 en 148, die in de plenaire vergadering opnieuw werden ingediend na de goedkeuring van het verslag van de commissie voor de Sociale Aangelegenheden, worden eveneens ingetrokken.
Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het het uitbrengen van een mondeling verslag aan de plenaire vergadering.
De rapporteurs, | De voorzitter, |
Jean CORNIL. | Annemie VAN de CASTEELE. |
Mia DE SCHAMPHELAERE. | |