Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-60

ZITTING 2005-2006

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eerste minister en minister van Financiën

Vraag nr. 3-4284 van mevrouw De Schamphelaere d.d. 7 februari 2006 (N.) :
Verlaagd BTW-tarief. — Verschillende behandeling van de abonnementen op betaaltelevisie en de abonnementen op internet.

Artikel 12, 3, a), van de zesde Europese belastingrichtlijn (77/388/EG) bepaalt dat de lidstaten één of twee verlaagde BTW-tarieven kunnen toepassen, niet lager dan 5 %, voorzover het goederen of diensten betreft opgenomen in bijlage H bij de richtlijn. Met toepassing van deze regelgeving heeft ons land geopteerd voor een verlaagd BTW-tarief van 12 % inzake abonnementen op betaaltelevisie.

Op Europees vlak is evenwel geen verlaagd tarief mogelijk voor abonnementen op internetaansluitingen, terwijl de minister van Werk en Informatisering pleit voor een betaalbaar internet voor iedereen via het « internet voor iedereen-totaalpakket ». Niet alleen zou er 33 % korting gegeven worden voor aankoop van een computer en een internet-aansluiting, ook zou de BTW van 21 % terugbetaald worden door de overheid via de aangifte van de inkomstenbelasting. Dergelijke maatregel dreigt de personen te benadelen die reeds op eigen kosten de vaak zware financiële inspanningen hebben gedaan om mee te kunnen met het internet-tijdperk.

Een globale BTW-verlaging tot 12 % zou een eerlijke en lineaire maatregel zijn voor alle internetgebruikers, zowel de bestaande als de nieuwe, doch hangt af van een Europese beslissing, zoals hierboven uiteengezet.

In dit kader werd trouwens in december 1999 een mededeling gepubliceerd met als titel « eEurope — Een informatiemaatschappij voor iedereen ». Dit eEurope-initiatief werd positief ontvangen door de Europese Raad, die in maart 2000 op de « DotComtop » de « strategie van Lissabon » vaststelde. Op de Europese top van Lissabon legde de Raad de Europese Unie als algemene strategie op om tegen 2010 de « meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld te worden, in staat tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang ». Daarom is het des te merkwaardiger dat voor betaaltelevisie (en voor televisie in het algemeen) een verlaagd tarief mogelijk is, doch niet voor internettoegang.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Is dit punt besproken op de vergadering van de Europese Ecofin-raad ? Zo ja, wat was het standpunt van de raad ?

2. Welke initiatieven zal de regering nemen om deze onmiskenbaar ongelijke fiscale behandeling, in strijd met de doelstellingen zelf van de Unie, aan te kaarten ?

Antwoord : Dit punt stond niet op de agenda van de Ecofin-raad en kwam ook niet aan bod. Ik herinner u eraan dat de levering van diensten door middel van een breedbandverbinding die onder meer toegang biedt tot het internet en het World Wide Web worden aangemerkt als telecommunicatiediensten, zoals bedoeld in artikel 18, § 1, tweede lid, 14º, van het BTW-Wetboek.

Ingevolge de harmonisatie van de BTW-tarieven kunnen de lidstaten van de Gemeenschap sedert 1 januari 1993 enkel een verlaagd BTW-tarief toepassen voor de leveringen en diensten opgesomd in bijlage H bij richtlijn 77/388/EEG.

Aangezien diensten met betrekking tot telecommunicatie niet zijn opgenomen in bedoelde bijlage H kan een verlaging van het toepasselijk BTW-tarief niet in overweging worden genomen.

Meer bepaald, heeft de Commissie van de Europese Gemeenschappen een voorstel gepubliceerd tot wijziging van richtlijn 77/388/EEG wat de verlaagde BTW-tarieven betreft (COM(2003) 397 definitief van 16 juli 2003), waarover op Europees vlak tussen de lidstaten overeenstemming dient te worden bereikt. Hierin werd uitdrukkelijk gesteld dat ook in de toekomst dergelijke diensten aan het normale BTW-tarief dienen onderworpen te blijven.