(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
De tekst van deze vraag is dezelfde als die van vraag nr. 3-3701 aan de vice-eerste minister en minister van Financiën, die hiervoor werd gepubliceerd.
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mede te delen.
1. De gemiddelde leeftijd van het personeelsbestand van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken bedraagt 40,5 jaar.
2. De gemiddelde uittredingsleeftijd van de ambtenaren van mijn departement, bedraagt 59,2 jaar.
3. Bij mijn departement, kan aan bepaalde ambtenaren van de operationele diensten van de Algemene Directie Civiele veiligheid — het betreft hier de operationele ambtenaren, werkzaam bij de permanente eenheden en bij de grote wachten van voornoemde algemene directie-, het verlof voorafgaand aan het pensioen worden toegekend.
Deze vorm van vervroegde uittreding wordt formeel geregeld door het koninklijk besluit van 22 maart 1999 (Belgisch Staatsblad van 26 maart 1999) tot invoering van een verlof voorafgaand aan het pensioen voor sommige ambtenaren van de operationele diensten van de Civiele Bescherming, zoals gewijzigd door de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 11 mei 2003.
Artikel 3, eerste lid, van voormeld koninklijk besluit van 22 maart 1999, bepaalt dat bepaalde ambtenaren van de operationele diensten van de Civiele Bescherming, die ten minste 56 en minder dan 60 jaar zijn en ten minste 25 in aanmerking komende dienstjaren tellen voor de opening van het recht op pensioen in de openbare sector, met uitsluiting van de bonificaties voor studies en van andere perioden die voor de vaststelling van de wedde in aanmerking werden genomen, op hun verzoek, in verlof kunnen worden gesteld.
Wat de voorbije vijfjaren betreft, zijn er 74 operationele personeelsleden van de Algemene Directie Civiele veiligheid van mijn ministerieel departement, die genieten van het verlof voorafgaand aan het pensioen, en dit krachtens het voornoemde koninklijk besluit van 22 maart 1999 houdende invoering van deze mogelijkheid.
4. Wat de voorbije vijf jaren betreft, kan ik u meedelen, dat op basis van de gegevens die mij werden overgemaakt door mijn administratieve diensten, 203 personeelsleden van de FOD Binnenlandse Zaken, die hun loopbaan definitief beëindigd hebben, dit gedaan hebben via de van kracht zijnde pensioenwetgeving.
Zoals reeds eerder vermeld — ik verwijs ter zake naar mijn antwoord op uw tweede vraag — bedraagt de gemiddelde leeftijd, waarbij de personeelsleden van de FOD Binnenlandse Zaken op pensioen gaan, exact 59,2 jaar.
Wat de « incentives » om langer te blijven werken betreft, kan ik u meedelen dat de Afdeling I (bevattende de artikelen 2 tot en met 6) van de wet van 12 augustus 2000 (Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2000) houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, in dit geval de toekenning van rustpensioencomplementen voorziet.
5. Conform artikel 8 van het koninklijk besluit van 22 maart 1999 (Belgisch Staatsblad van 26 maart 1999) tot invoering van een verlof voorafgaand aan het pensioen voor sommige ambtenaren van de operationele diensten van de Civiele Bescherming, worden de betrokken operationele personeelsleden, gedurende de verlofperiode, buiten kader geplaatst en kunnen zij in hun betrekking vervangen worden door statutaire ambtenaren.
Wat de vervanging betreft van de personeelsleden die op pensioen vertrekken, kan ik u meedelen dat de pensioneringen één van de gegevens zijn waarmee rekening wordt gehouden bij het opstellen van het personeelsplan; desalniettemin is de vervanging van een gepensioneerd personeelslid geen automatisch gegeven.
De functionele noodzaak dient immers verantwoord te worden en de vervanging kan daarenboven geschieden in een verschillende graad of een verschillend niveau.
6. Wat uw laatste vraag betreft, kan er nog niet exact meegedeeld worden hoeveel vacatures daardoor het komende jaar zouden ontstaan.