Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-54

ZITTING 2005-2006

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eerste minister en minister van Justitie

Vraag nr. 3-2335 van de heer Noreilde d.d. 11 maart 2005 (N.) :
Politiehervorming. — Aanbevelingen van de senaatscommissie. — Initiatieven.

Op 11 maart 2005 stelde ik u onder nr. 3-2335 (Bulletin van Vragen en Antwoorden, Senaat, nr. 3-39, blz. 2960) de volgende vraag betreffende het in rand vermelde onderwerp :

« Bij de evaluatie van de politiehervorming (Senaat, Stuk 3-566/1) tijdens de plenaire vergadering van de Senaat van 17 februari 2005 stelde minister van Binnenlandse Zaken Dewael dat politie en parket beter op elkaar moeten worden afgestemd. De geachte minister stelt : « Een van de pijnpunten die ik vaak hoor vermelden, is dat de politie door de magistratuur teveel wordt belast. Daarom moeten we verder werken aan systemen zoals het vereenvoudigd proces-verbaal en het autonoom politioneel onderzoek. Met vertegenwoordigers van de magistratuur, met de Raad van de procureurs des Konings moet er verder worden overlegd hoe de parketten door een rationeler gebruik van het systeem van de kantschriften de lokale politie verder kunnen ontlasten. » (Handelingen 3-97 van 17 februari 2005, p. 73)

Ik heb dan ook de volgende vragen voor de geachte minister :

1. Is zij het eens met de visie van minister Dewael ?

2. Heeft de geachte minister ter zake reeds initiatieven genomen ? Welke ? Wanneer mogen we hier resultaat van verwachten ? Wanneer is de concrete timing inzake wetsontwerpen in het Parlement ? Wanneer verwacht de geachte minister de implementatie op het terrein ? »

Tot op heden mocht ik dienaangaande nog geen antwoord ontvangen. Derhalve ben ik zo vrij deze vraag opnieuw aan u voor te leggen. Mag ik aandringen op een spoedige mededeling van uw standpunt ?