Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-50

ZITTING 2004-2005

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Mobiliteit

Vraag nr. 3-2842 van de heer Willems d.d. 8 juni 2005 (N.) :
Europese Commissie. — Luchtvaartbeleid. — Europese verordeningen 261/2004 en 785/2004. — Opmerkingen van de « International Air Transport Association » (IATA).

De « International Air Transport Association » (IATA), die 270 luchtvaartmaatschappijen vertegenwoordigt, heeft in juni 2004 en februari 2005 de alarmbel geluid met betrekking tot het Europese luchtvaartbeleid.

Hoewel het passagiersverkeer in 2004 met 7,5 % is toegenomen ten opzichte van het jaar 2001 en er in 2005 nog een groei van 6,4 % wordt verwacht ten opzichte van 2004, maken de Europese luchtvaartmaatschappijen moeilijke tijden mee.

IATA stelt dat de Europese verordeningen 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en 785/2004 betreffende de verzekeringseisen voor luchtvervoerders en exploitanten van luchtvaartuigen zonder meer inefficiënt zijn en uitermate wegen op de concurrentiepositie van de Europese luchtvaartbedrijven.

Bovendien zorgen de te betalen vergoedingen voor vertragingen en de hoge verzekeringskosten voor luchtvervoerders voor een aanzienlijke budgettaire weerslag. IATA schat de meerkosten voor de maatschappijen op 5,9 miljard euro per jaar.

Wat is het standpunt van België ten aanzien van het luchtvaartbeleid van de Europese Commissie ?

Hoe staat u ten opzichte van een eventuele herziening van de Europese verordeningen 261/2004 en 785/2004 ?

Welke is uw houding ten opzichte van de invoering van een financiële tussenkomst op Europees niveau in de verhoogde verzekeringskosten van luchtvaartbedrijven ?

Welke andere concrete maatregelen zouden de concurrentiepositie van de Europese luchtvaartmaatschappijen kunnen verbeteren ?

Antwoord : Het luchtvaartbeleid stelt zich sedert het Verdrag van Chicago van 1944 tot doel de internationale burgerlijke luchtvaart te ontwikkelen op een veilige en ordelijke wijze, vervoer te bieden op basis van gelijke kansen (het zogenaamd « level playing field ») en te exploiteren op een gezonde en economische wijze, recentelijk omschreven als duurzame ontwikkeling. De Europese Unie voegt daar de ambitie aan toe om zich een duidelijke regionale identiteit aan te meten, intern te harmoniseren en naar buiten met andere continenten samen te werken of te concurreren. De Europese Commissie is met de Raad en het Parlement verantwoordelijk voor het luchtvaartbeleid. Zij is de bewaker bij uitstek van het Europees rechtsbestel, maar bedeelt zichzelf ook de rol toe van gangmaker van de Europese ontwikkeling, in het bijzonder wanneer deze bezwaarlijk door toedoen van één of slechts enkele lidstaten kan verwezenlijkt worden. Van het begin heeft België er op toe gezien dat de Europese ontwikkelingen een meerwaarde bieden in vergelijking met Belgische bilaterale akkoorden of reglementeringen en dat nieuwe Europese regels gelijk toegepast worden in alle lidstaten van de Unie. De Europese verordeningen 261/2004 (« Denied boarding ») en 785/2004 (verzekeringseisen voor luchtvrvoerders en exploitanten van luchtvaartuigen) zijn door de Raad van Europese ministers van Vervoer en door het Europees Parlement goedgekeurd.

Verordening 261/2004 is een door de Europese Unie gesponsord antwoord op de praktijk van luchtvaartmaatschappijen sommige van hun vluchten stelselmatig te overboeken en gestrande reizigers op te vangen en te vergoeden in mate dat het hun uitkwam.

De verordening 785/2004 legt voor de luchtvervoerders en exploitanten van luchtvaartuigen uit de Gemeenschap een passend minimumverzekeringsniveau vast. Deze verordening bevordert de bescherming van de consument en zorgt tegelijkertijd voor een gelijke behandeling van luchtvervoerders uit de Gemeenschap.

Verordening 261/2004 is in werking getreden op 17 februari 2005, verordening 785/2004 op 1 mei 2005. Het lijkt me te vroeg om slechts enkele maanden later deze verordeningen te evalueren en eventueel te herzien.

Zoals hogervermeld reeds is gesteld lijkt het me te vroeg om verordening 785/2004 te herzien. Indien deze verordening zou leiden tot verhoogde verzekeringskosten voor de luchtvaartmaatschappijen zullen deze kosten waarschijnlijk worden doorgerekend in de prijs van een ticket of het goederenvervoer. Men kan zich de vraag stellen of het niet billijker is dat de meerprijs wordt betaald door de gebruiker van de dienst (de reiziger of cargomaatschappij) dan dat ze wordt afgewenteld op de gemeenschap, in concreto alle belastingbetalers.

In eerste instantie dienen we vast te stellen dat Europa heel wat maatregelen neemt die vooral de passagiersrechten verbeteren. Ik kan dit alleen maar toejuichen en ik meen dat meer en betere passagiersrechten op termijn de concurrentie van de Europese luchtvaartmaatschappijen ten goede zal komen (= kwaliteitslabel).

Tevens liggen er bij de Europese Unie ambitieuze projecten voor om de concurrentiepositie te verbeteren. Het invoeren van het ééngemaakt Europees luchtruim (Single Sky) moet op termijn resulteren in het verlenen van een meer flexibele en efficiënte luchtverkeersleiding tegen een lager tarief. Het op Europees niveau horizontaal onderhandelen van luchtvaartverdragen brengt een Europees gemeenschappelijke luchtvaartruimte (ECAA) dichterbij, met meer dan voordien gelijke kansen voor het exploiteren van luchtverbindingen.

De harmonisering tussen de Europese en Amerikaanse aanpak inzake bouw en onderhoud van luchtvaartuigen is bezig met de norm te stellen voor de rest van de wereld en een Europees satelliet-navigatiesysteem zal tegelijk aansluiten bij en een alternatief bieden voor gelijkaardige Amerikaanse en Russische initiatieven.