(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
ECT (« electroconvulsive therapy ») is een psychiatrische behandeling die kan worden toegepast bij verschillende ziekten. Deze behandeling werd door de Italiaanse psychiaters Bini en Cerletti uitgevonden en ze beschreven de therapie voor het eerst in 1938 in een wetenschappelijke publicatie in the « The American Journal of Psychiatry ». Sindsdien is deze behandeling uitgebreid toegepast en in de loop van de jaren verder verfijnd. Inmiddels is veel ervaring opgedaan. Daaruit is gebleken dat ECT een veilige en zeer doeltreffende behandeling is, met name bij patiënten met een ernstige depressieve stoornis.
ECT wordt toegepast bij mensen die lijden aan een stemmingsstoornis, meestal een ernstige depressie. Bij depressies is onder andere het evenwicht verstoord geraakt van bepaalde chemische stoffen in de hersenen (zogenaamde « neurotransmitters »). Deze stoffen zorgen ervoor dat boodschappen van de ene naar de andere hersencel worden doorgegeven. Gebleken is dat een korte stroomstoot, zoals gegeven wordt bij ECT, een algehele ontlading van de hersencellen geeft (een « epileptische aanval » met spiertrekkingen). Door herhaaldelijke ontladingen kan het verstoorde evenwicht worden hersteld en verdwijnen de ziekteverschijnselen.
Over de werkzaamheid van ECT doen talloze cijfers en theorieën de ronde. Bijna niets staat echt vast, ook al zijn er meerdere onderzoeken gedaan. De therapie zou in 70 tot 95 % van de gevallen helpen, zelfs waar alle praatsessies en medicijnen hebben gefaald. Hoe lang het effect van de shocktherapie blijft, is niet duidelijk. Geen enkele studie heeft kunnen aantonen dat de positieve uitwerking langer dan een maand duurt. Als medicijnen werken, duurt het effect vaak veel langer dan dat van ECT.
Graag ontving ik een antwoord op de volgende vragen :
1. Hoe is de situatie in België in verband met de praktijk van elektroshocks ? Met welke frequentie worden ze toegepast ? Bestaan er in België objectieve studies over deze praktijk ? Zijn er gegevens betreffende de efficiëntie en de bijwerkingen van deze behandeling ?
2. Wordt deze behandeling terugbetaald door het RIZIV ?
3. Wordt de vereiste van « informed consent » bij deze behandeling steeds nageleefd ? Wordt de patiënt telkens uitvoerig ingelicht ? Is er steeds toestemming vanwege de patiënt vooraleer er daadwerkelijk wordt geshockt ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
1. Rekening houdende met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Belgische wet op de patiëntenrechten dient een patiënt steeds toestemming te verlenen voor het starten of stopzetten van eender welke medische behandeling, tenzij, in geval van stopzetting, de behandeling geen enkele zin meer heeft voor de patiënt.
In de nationale registratie Minimale Psychiatrische Gegevens (MPG), die wordt uitgevoerd in de residentiële psychiatrische voorzieningen in ons land (psychiatrische ziekenhuizen, psychiatrische afdelingen in algemene ziekenhuizen, psychiatrische verzorgingstehuizen en initiatieven voor beschut wonen), beschikken we over gegevens vanaf 1997. Hierin zijn geen items terug te vinden voor de registratie van eïectroconvulsieve therapie (EGT). Er is echter wel een item, met name MT15.09 waar zorgverleners andere psychotrope of psychofysiologische behandelingen kunnen registreren. Voorbeelden hiervan zijn shocktherapie, lichttherapie, slaapdeprivatie, anti-leptica. Ook placebo's en medicatie bij ontwenning kunnen geregistreerd worden. In het daaropvolgende item van de MPG, item MT15.09A kan men het type van psychofysiologische of psychotrope behandeling specifiëren die in item MT15.09 niet vermeld werd. Na onderzoek door mijn administratie blijkt dat, voor de laatst verwerkte registratieperiode 2003, in totaal 118 personen één of meerdere ECT's hebben ontvangen.
Vanzelfsprekend zijn er heel wat studies betreffende de toepassing, het effect en de bijwerkingen van ECT in de internationale wetenschappelijke literatuur verschenen. ECT is een behandeling die bij verschillende psychiatrische (ernstige depressie of manie) en niet-psychiatrische aandoeningen kan worden toegepast. Of ECT bij deze stoornissen gebruikt moet worden hangt af van een afweging van de voor- en nadelen van andere voorhanden zijnde behandelvormen. Deze afweging behoort tot de verantwoordelijkheden van de betrokken zorgactoren.
Uit de literatuur blijken de meest voorkomende bijwerkingen tijdelijk verlies van het kortetermijngeheugen, misselijkheid, duizeligheid, spierpijnen en hoofdpijn te zijn. Soms verandert ook de bloeddruk of het hartritme. De bijwerkingen van een ECT zijn echter meestal van korte duur. Hoewel onderzoeken hebben aangetoond dat 80 % van de ernstig depressieve patiënten na een ECT beter werden, wijzen andere onderzoeken uit dat recidiven veel voorkomt.
Sinds 1 juli 1990 voorziet de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen in artikel 20, f) een specifieke verstrekking voor de convulsivotherapie :
« 477050-477061 : Convulsivotherapie door scheikundig of natuurkundig procédé — de therapie moet werkelijk convulsief zijn — elektronarcose, per verrichting ».
In 2002 bedraagt de frequentie van de convulsivotherapie in België 286 gevallen voor de ambulante verstrekking (code 477050) en 6 047 gevallen voor de verstrekking in een ziekenhuis (code 477061) en in 2003 respectievelijk 415 gevallen en 7 073 gevallen.
Het RIZIV beschikt niet over de patiëntengegevens. Bovendien bestaat er tot vandaag geen link tussen de Minimale Psychiatrische Gegevens/MPG's en de facturatiegegevens, zoals dat wel het geval is voor de Minimale Klinische Gegevens/MKG's die gelinkt zijn aan de facturatiegegevens van de anonieme ziekenhuisverblijven/AZV.
2. De convulsivotherapie, code 477050-477061, wordt vergoed door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
Het honorarium bedraagt 25,48 euro zonder persoonlijk aandeel van de patiënt aangezien het om een verstrekking gaat die als zwaar wordt beschouwd, want ze houdt een narcose in.
3. Ik wil er op wijzen dat er in de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt wordt gestipuleerd dat zonder toestemming van de patiënt geen enkele behandeling kan worden gestart of verdergezet. Het gaat hierbij om elke tussenkomst van een zorgverstrekker. De toestemming moet in principe mondeling worden gegeven. Op verzoek van de patiënt of van de zorgverstekker kan toestemming (of weigering) in het patiëntendossier worden genoteerd. Daarnaast wordt binnen hetzelfde wettelijk kader het recht op informatie van de patiënt verzekerd.
Bij navraag bij de Federale Ombudsdienst blijken er hieromtrent geen klachten te zijn ontvangen. Ik heb geen enkele aanduiding om te concluderen dat deze bepalingen overtreden worden.