Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-50

ZITTING 2004-2005

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 3-3098 van de heer Vandenhove d.d. 3 augustus 2005 (N.) :
Gehandicapte personen. — Parkeerkaarten. — Vermelding van naam en adres. — Andere identificatiemogelijkheden.

Op de parkeerkaarten voor personen met een handicap staan momenteel de naam en het adres van de gebruiker vermeld.

Inbrekers proberen op allerhande manieren te achterhalen wanneer mensen niet thuis zijn bijvoorbeeld door de huwelijksaankondigingen of de overlijdensberichten in kranten te overlopen.

Nu het adres op de parkeerkaart voor personen met een handicap vermeld staat, is het voor inbrekers eenvoudig om zich naar die plaats te begeven en er in te breken. Bovendien lopen de dieven minder kans om betrapt te worden tijdens de inbraak omdat hun slachtoffers juist minder mobiel zijn.

Zou het niet veiliger zijn om in plaats van het adres het rijksregisternummer of een andere identificatiemogelijkheid van de houder te vermelden ?

Wat vindt de geachte minister van dit idee ?

Antwoord : De materie betreffende de parkeerkaarten voor mensen met een handicap behoort tot de bevoegdheid van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.

Ik vestig niettemin uw aandacht op het feit dat het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap, die de modaliteiten van toekenning en van gebruik van de genoemde kaart bepaalt, in bijlage, een model van kaart voorstelt : op deze kaart komen alleen, op de versozijde, de vermeldingen betreffende de naam en de voornamen voor, alsmede een foto en de handtekening van de houder. Het adres van de houder is er niet op vermeld.

Overigens, inzake het eventueel gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen, herinner ik u dat, na de wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen door de wet van 25 maart 2003, de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister, de mededeling ervan, evenals het gebruik van het identificatienummer van dit register, sinds 1 januari 2004 toegekend worden door de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer die uitspraak doet over de aanvragen, in afwachting van de oprichting van het Sectoraal Comité voor het Rijksregister. De bevoegde overheid moet derhalve een machtigingsvraag bij de Commissie indienen.

Andere identificatiemiddelen zouden eventueel kunnen worden gebruikt, zoals, bijvoorbeeld, de nummers van de verschillende fondsen, namelijk het Vlaamse Fonds voor de integratie van de mensen met een handicap, het Waalse Agentschap voor de integratie van gehandicapte personen en de Brusselse Franstalige Dienst voor mindervaliden. Het behoort evident tot de bevoegdheid van de overheid vermeld in de aanvang van het antwoord hierover te oordelen.