Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-41

ZITTING 2004-2005

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Mobiliteit

Vraag nr. 3-2487 van mevrouw De Schamphelaere d.d. 20 april 2005 (N.) :
Verkeersreglementering. — Fietsen. — Fietslichten op het lichaam gedragen. — Zichtbaarheid.

Artikel 82.1.1, 1º van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, bepaalt : « De fietsen moeten altijd vooraan een niet-verblindend wit of geel licht en achteraan een rood licht voeren. Het rode achterlicht moet 's nachts, bij helder weer, zichtbaar zijn van op een afstand van 100 meter minimum. »

Meer en meer zien we fietslichten opduiken, niet op de fietsen maar gedragen door fietsers bij wijze van armband of hoofdband. Een wit licht schijnt dan vooraan en een rood licht achteraan, zoals bij de andere fietslichten.

Voldoen deze lichten aan de voorwaarden van bovenvermelde bepaling ?