Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-39

ZITTING 2004-2005

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen (Grootstedenbeleid)

Vraag nr. 3-2347 van mevrouw De Schamphelaere d.d. 11 maart 2005 (N.) :
Grootstedenbeleid. — Subsidies. — Criteria voor toekenning.

Sedert 1999 tracht de federale overheid via concrete actie een grootstedenbeleid te ontwikkelen met het oog op het aantrekkelijker maken van de grote steden.

Sinds 2000 sluit de regering jaarlijks overeenkomsten af met de steden Antwerpen, Gent, Oostende, Charleroi, Luik, Seraing, Bergen, La Louvière en zeven Brusselse gemeenten, namelijk Brussel, Anderlecht, Molenbeek, Schaarbeek, Sint Gilles, Sint-Joost-ten-Node en Vorst. Deze gemeenten ontvangen, ter financiering van projecten, subsidies. De gemeenten bepalen zelf, in overleg met de cel Grootstedenbeleid, waaraan zij hun toegewezen middelen besteden.

Volgens de website van de POD Maatschappelijk Integratie zouden 150 projecten ondersteund worden. Deze initiatieven situeren zich in diverse sectoren van de samenleving, van de aanleg van parken tot klusjes- en verhuisdiensten. De subsidies worden eveneens aangewend ter ondersteuning en/of uitbreiding van bestaande beleidsdomeinen waaronder veiligheid, huisvesting, mobiliteit, fiscaliteit, maatschappelijke integratie, taallessen, wetenschappelijk onderzoek, enz.

Naar verluidt zouden via het grootstedenbeleid 900 mensen tewerkgesteld zijn, waarvan 170 startbaners.

De richtlijnen voor 2005-2007 leggen een procedure in zeven fasen op, waaronder een meerjarenplan en een evaluatievorm te vergelijken met de vroegere regeling inzake de toebedeling van de Sociaal Impulsfonds-gelden. Het verleden heeft bewezen dat deze evaluatievorm niet tot efficiëntie heeft geleid. Met het oog op de tewerkstelling woog in de beoordeling van het project het behoud van de subsidie zwaarder door dan de beoogde resultaten. De vraag kan dan ook gesteld worden of het niet duidelijker, en vooral zuiverder, is tewerkstellingsprojecten op te zetten.

Graag kreeg ik van de geachte minister een antwoord op de volgende vragen :

— Kan hij een overzicht geven van de concreet toegekende subsidiebedragen aan de diverse gemeenten per jaar sinds 1999 ?

— Wat waren en zijn de criteria om als stad in aanmerking te komen voor dergelijke subsidies ?

— Zijn er reeds steden die klaar zijn met hun meerjarenplannen voor 2005-2007 ?

— Zijn er reeds goedgekeurde meerjarenplannen ?

— Is er een operationele, centrale en uniforme registratie van de diverse projecten en de daaraan bestede subsidiebedragen voorzien ?

— Heeft de geachte minister kennis van de output van het gevoerde beleid tijdens de periode 2000-2005 ? Betreffen de projecten nieuwe initiatieven of veeleer een aanvulling van de bestaande dienstverlening ?