3-1206/1 | 3-1206/1 |
27 MEI 2005
De wetgever is er in 1998 van uitgegaan dat het mandaat van een korpschef van de lokale politie het best in de tijd beperkt zou worden, om het nodige rouleren binnen de politiediensten te garanderen en om te voorkomen dat de leiding van het lokale korps uitgeblust of uitgekeken op de job zou raken.
Wij delen die bekommernis, maar menen dat er een andere, meer humane oplossing bestaat dan een wettelijke beperking tot twee mandaten van vijf jaar zoals nu voorgeschreven wordt in de artikelen 48 en 49 van de wet van 7 december 1998. Meer bepaald laten wij de duur van het mandaat afhangen van de betrokken partijen, zijnde de korpschef en de bevoegde lokale overheid. Op die manier wordt de inzet en de motivatie van beide partijen inzake het lokale politiebeleid alvast aangescherpt. Wij stellen dan ook voor om de bepalingen van de wet in die zin te wijzigen.
Ludwig VANDENHOVE. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
In artikel 48, eerste lid, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, wordt het woord « eenmaal » geschrapt.
Art. 3
In artikel 49, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden « de eerste » vervangen door het woord « elke ».
17 mei 2005.
Ludwig VANDENHOVE. |