3-1052/1

3-1052/1

Belgische Senaat

ZITTING 2004-2005

18 FEBRUARI 2005


HERZIENING VAN DE GRONDWET


Herziening van artikel 142, eerste lid, van de Grondwet

(Verklaring van de wetgevende macht,
zie « Belgisch Staatsblad » nr. 128,
tweede uitgave, van 10 april 2003)


VOORSTEL VAN MEVROUW LIZIN c.s.


TOELICHTING


Artikel 142, eerste lid, van de Grondwet, bepaalt dat er voor geheel België een Arbitragehof bestaat.

Artikel 142, het vroegere artikel 107ter, § 2, werd ingevoegd bij de grondwetsherziening van 29 juli 1980 (Belgisch Staatsblad van 30 juli 1980) en vervangen bij de grondwetsherziening van 15 juli 1988 (Belgisch Staatsblad van 19 juli 1988).

Overeenkomstig de verklaring tot herziening van de Grondwet van 10 april 2003 bestaat er reden tot herziening van artikel 142 van de Grondwet. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de opname van artikel 142 in de verklaring tot herziening van de Grondwet het onder meer mogelijk moet maken « de benaming (van het Arbitragehof) te wijzigen in « Grondwettelijk hof » » (stuk Kamer nr. 50-2389/001, blz. 6). Dat punt van het voorstel van verklaring tot herziening van de Grondwet werd zonder opmerkingen aangenomen.

De benaming die sinds 1980 aan het Arbitragehof wordt gegeven, schept verwarring, zowel in België als in het buitenland.

In het domein van het zakenrecht en dat van de internationale betrekkingen wordt arbitrage gebruikt als een manier om geschillen te beslechten. De verwijzing naar die procedure kan misleidend zijn en maakt niet duidelijk dat het Hof taken vervult in het domein van de grondwettelijke geschillenbeslechting waardoor het verwant is aan andere grondwettelijke rechtsorganen (Corte costituzionale, Conseil constitutionnel, Tribunal constitucional, Bundesverfassungsgericht ...).

In elk geval is het duidelijk dat de benaming « Arbitragehof » niet langer adequaat is gelet op de huidige bevoegdheden van het Arbitragehof. Het Hof had bij zijn oprichting maar één bevoegdheid, namelijk het regelen van conflicten tussen de wet, het decreet en de in artikel 26bis (thans 134) van de Grondwet bedoelde regelen of tussen de decreten onderling of de in artikel 26bis bedoelde regelen onderling.

De grondwetsherziening van 15 juli 1988 (Belgisch Staatsblad van 29 juli 1988) en de bijzondere wet van 9 maart 2003 tot wijziging van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof hebben nieuwe en zeer belangrijke bevoegdheden toegekend aan het Arbitragehof.

Het Hof doet voortaan ook uitspraak over de beweerde schendingen door een wet, decreet of ordonnantie, van de artikelen van titel II, « De Belgen en hun rechten », en de artikelen 170, 172 (legaliteitsbeginsel en gelijkheid en niet-discriminatie inzake belastingen) en 191 (rechten en vrijheden van vreemdelingen) van de Grondwet.

De bevoegdheden van het Arbitragehof zijn dus al lang niet meer beperkt tot het regelen van of arbitreren in bevoegdheidsconflicten tussen de verschillende wetgevers van dit land.

Daarom wordt voorgesteld de benaming van het Arbitragehof te wijzigen in « Grondwettelijk Hof ». Die naamswijziging verandert helemaal niets aan de bevoegdheden en de opdrachten die het Hof nu reeds heeft.

De wijziging van de benaming van het Arbitragehof in « Grondwettelijk Hof » brengt mee dat het opschrift van hoofdstuk V van de Grondwet en van afdeling II van dat hoofdstuk, in dezelfde zin moeten worden aangepast. Daarvoor kan gebruik worden gemaakt van artikel 198 van de Grondwet.

Het spreekt vanzelf dat ook de verwijzing naar het Arbitragehof in de bijzondere en andere wetten zal moeten worden aangepast aan de nieuwe benaming van het Hof.

Anne-Marie LIZIN.
Fauzaya TALHAOUI.
Hugo VANDENBERGHE.
Francis DELPÉRÉE.

VOORSTEL


Enig artikel

In artikel 142, eerste lid, van de Grondwet, wordt het woord « Arbitragehof » vervangen door de woorden « Grondwettelijk Hof ».

2 februari 2005.

Anne-Marie LIZIN.
Fauzaya TALHAOUI.
Hugo VANDENBERGHE.
Francis DELPÉRÉE.