Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-27

ZITTING 2004-2005

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Vraag nr. 3-977 van mevrouw De Schamphelaere d.d. 26 april 2004 (N.) :
Armoedebeleid van de regering. — Participatie van de armen aan het beleid.

Zaterdag 27 maart 2004 was het « Dag van de Vierde Wereld », de dag waarop speciale aandacht wordt geschonken aan de armen in onze samenleving.

In het regeerakkoord en alle beleidsnota's wordt er gepleit voor een horizontaal armoedebeleid. De effectieve participatie van de mensen die in armoede leven aan het beleid neemt hierin een belangrijke plaats in.

Welke zijn uw prioriteiten inzake deelname van de armen aan het beleid ?

Kan u de huidige stand van zaken betreffende de participatie van de armen aan het beleid binnen uw beleidsbevoegdheid geven ?

Welke initiatieven stelt u specifiek in het vooruitzicht betreffende hun arbeidsparticipatie en waardig ouder worden ?

Antwoord : Het verhogen van de participatie van mensen die in armoede leven is een rode draad doorheen mijn beleid. U weet dat België wat de structurele betrokkenheid betreft, bij de koplopers in Europa behoort.

Basis is het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de gemeenschappen en de gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid (1998). Dat vertrekt vanuit de vaststelling dat armoede een netwerk is van sociale uitsluitingen op diverse levensdomeinen en dat armoedebestrijding een geïntegreerde aanpak met betrokkenheid van alle regeringen nodig heeft.

Het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting dat binnen dit samenwerkingsakkoord is opgericht, fungeert als overlegplatform tussen de verenigingen waar de armen het woord nemen enerzijds, en de beleidsverantwoordelijken, de ambtenaren en de onderzoekers, anderzijds. Daardoor is overleg en dialoog structureel verankerd. In de Begeleidingscommissie zetelen overigens vier afgevaardigden van de verenigingen waar armen het woord nemen. Het samenwerkingsakkoord voorziet dat tweejaarlijks een rapport wordt gemaakt dat thema's uit het armoedebeleid aankaart en aanbevelingen formuleert.

In het recente verleden kreeg de dialoog vorm in diverse dialooggroepen, rond onder andere het recht op bescherming van de gezondheid, armoede-indicatoren, de evaluatie van de wetgeving betreffende de OCMW's en het recht op behoorlijke huisvesting.

In het tweede tweejaarlijks rapport « In dialoog » dat in februari 2004 door de interministeriële conferentie Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie is aanvaard, is een hoofdstuk opgenomen over de toepassing, moeilijkheden en de meerwaarde van de dialoogmethode. Wederzijds respect, informatie en aandacht voor een aangepast tempo zijn basisvoorwaarden voor een kwaliteitsvolle dialoog. De bespreking van het tweejaarlijks rapport is wettelijk voorzien. Ik hoop dan ook tot een actieve uitwisseling van ideeën en voorstellen te zullen komen.

Dat zal ook kunnen in het kader van het maatschappelijk debat dat naar aanleiding van het tienjarig bestaan van het algemene Verslag over de armoede zal worden georganiseerd in de eerste helft van 2005, zoals afgesproken in het regeerakkoord.

Binnen mijn bevoegdheden wil ik de rechtstreekse betrokkenheid en inbreng vergroten. Zo komen er in de Federale Adviescommissie maatschappelijk welzijn ook drie vertegenwoordigers van de verenigingen waar armen het woord nemen te zetelen. Dat is een nieuw gegeven waarvan ik hoop dat het ook in andere advies- en overlegorganen navolging zal krijgen.

De Ministerraad van Oostende besliste op voorstel van de ministers van Sociale Economie en van Maatschappelijke Integratie om binnen het kader van de interministeriële conferentie het werken met ervaringsdeskundigen verder te bestuderen. Bij wijze van pilootproject zal de POD Maatschappelijke Integratie eerstdaags 2 ervaringsdeskundigen in de armoede aanwerven, Later moet bekeken worden om dat ook bij andere overheden en private organisaties te doen.

Ook op Europees niveau zal ik blijven pleiten voor meer directe dialoog. Op 28 en 29 mei 2004 ging de Derde Ontmoeting van mensen die in armoede leven door Brussel. Ditmaal organiseerde het lerse voorzitterschap van de Europese Unie, samen met de Europese Commissie maar wel in Brussel, in het Egmontpaleis. Bij de Vierde Ontmoeting, die georganiseerd zal worden onder het Luxemburgs voorzitterschap, ben ik als minister van Maatschappelijke Integratie eveneens logistiek en inhoudelijk betrokken.

Als coördinerend minister voor armoedebeleid wil ik erop toezien dat de toegankelijkheid voor betrokkenheid van mensen die in armoede leven op alle beleidsterreinen verbetert. De interministeriële conferentie Sociale Integratie en Sociale Economie is de plaats bij uitstek voor overleg daaromtrent.

Integrerende factor is daarbij ook het nationaal actieplan sociale insluiting. In september van vorig jaar werd het tweede plan door de federale regering aangenomen. Op 17 september 2004 bezorgde ik een geactualiseerde versie aan de Europese Commissie. Het nationaal actieplan is opgehangen aan de tien rechten zoals zij in het algemeen verslag werden verwoord : het recht op een gezinsleven, maatschappelijke dienstverlening, rechtsbedeling, een menswaardig inkomen en een menswaardige behandeling in geval van financiële moeilijkheden, arbeid, gezondheid, wonen, cultuur en vrijetijdsbesteding, participatie en onderwijs.

In het kader van het vergroten van de toegankelijkheid zijn onder andere volgende federale initiatieven opgenomen :

— participatie : versterking van het Steunpunt armoedebestrijding en het maatschappelijk debat naar aanleiding van tien jaar Algemeen Verslag;

— maatschappelijke dienstverlening : meer efficiënte werking OCMW's door onder andere aansiuiting bij de Kruispuntbank, het verbeteren van het statuut en in overleg met de gemeenschappen en gewesten van de opvang van daklozen;

— gezin : de organisatie van een staten-generaal in overleg met alle actoren;

— justitie : de uitbreiding van de juridische bijstand;

— cultuur, sport en vrijetijdsbesteding : verlenging van de subsidies aan de OCMW's om de sociale en culturele en sportieve participatie en ontplooiing van hun cliënten te bevorderen, uitgebreid met initiatieven met het oog op de toegankelijkheid tot en de kennismaking met de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën. Dit past in het kader van de e-inclusie of strijd tegen de « digitale kloof ».

— menswaardig inkomen : geleidelijke optrekking van de laagste uitkeringen;

— onderwijs : tegengaan van functioneel analfabetisme;

— werkgelegenheid : de implementatie van de resultaten van de werkgelegenheidsconferentie, verbeteren van de toegang tot de arbeidsmarkt via onder andere opleiding en de uitbouw van de sociale economie;

— huisvesting : evaluatie van de huurwet met het oog op een nieuw evenwicht tussen huurders en verhuurders zoeken inzake rechten en verplichtingen, renovatie van bestaande woningen bevorderen en de toegang tot het eigen woningbezit stimuleren, vooral dan bij mensen met een laag inkomen en bij jongeren;

— gezondheid : uitbreiden van de maximumfactuur.

Deze maatregelen zijn nu reeds in uitvoering. Het moge duidelijk zijn : de regering maakt werk van de participatie van armen. Het is jammer genoeg onmogelijk om u het geheie federale beleid in alle materies toe te lichten. De plaats waar participatie van mensen die in armoede leven het best is beschreven is het Nationaal Actieplan sociale insluiting.

ledere minister is bezig dit plan uit te voeren binnen zijn bevoegdheden.

Op 14 december 2004 zal er een Colloquium georganiseerd worden waarop de doelstellingen en maatregelen uit het Nationaal Actieplan 2001-2003 en het Nationaal Actieplan 2003-2005 geëvalueerd zullen worden. Een groot deel van de evaluatie zal gebaseerd zijn op het materiaal dat het Steunpunt Armoedebestrijding en de koepels van de Verenigingen waar armen het woord nemen verzamelden. Het colloquium verrat zo een uitgelezen moment om de stem van de mensen die in armoede leven mee door te laten klinken in de beleidsprocessen.

Als u nu reeds meer informatie wenst over de participatie van mensen in armoede binnen de diverse beleidsdomeinen, moet ik u verwijzen naar de verschillende bevoegde ministers.