3-909/1

3-909/1

Belgische Senaat

ZITTING 2004-2005

18 NOVEMBER 2004


Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 339 van de programmawet (I) van 24 december 2002, met het oog op het verlagen van de leeftijd voor doelgroepvermindering van sociale bijdragen voor oudere werknemers

(Ingediend door mevrouw Annemie Van de Casteele en de heer Stefaan Noreilde)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel moet samengelezen worden met onze andere voorstellen die kaderen in een geheel van maatregelen om de impact van de vergrijzing op onze sociale zekerheid op te vangen.

Met de programmawet van 24 december 2002 heeft de regering de behoefte die er bestond om voor bepaalde groepen op de arbeidsmarkt een vermindering van sociale bijdragen toe te staan een wettelijke basis gegeven. De behoefte daartoe was niet nieuw. Werkgevers waren er zich al langer van bewust dat het voor bepaalde groepen onder de beroepsbevolking moeilijker was om een job te vinden. Die « zwakkere » groepen zijn vooral de jongere werklozen, omdat ze nog niet over de nodige ervaring beschikken; de langdurig werklozen, eveneens omwille van hun verlies aan ervaring door hun langdurige afwezigheid uit de arbeidsmarkt, en de oudere werklozen. De redenen waarom oudere werklozen minder aantrekkelijk zijn bij werkgevers hebben niet zozeer te maken met een gebrek aan ervaring, zoals bij de andere twee groepen, integendeel zij hebben juist ervaring te over. Het probleem bij oudere werknemers is dat ze te duur zijn voor de werkgever in vergelijking met dertigers en veertigers die ook genoeg ervaring bezitten. Daardoor wordt het voor de werkgever juist interessant om die groep niet tot 65 jaar aan het werk te houden, maar vroegtijdig uit te stoten.

De vorige regering heeft met het toekennen van een doelgroepvermindering van sociale bijdragen voor deze groepen hun aantrekkelijkheid op de arbeidsmarkt willen verhogen. Waar ons inziens het financiële plaatje bij de indienstneming van jongere en langdurig werklozen niet echt een doorslaggevende factor vormt, kan dit volgens ons wel impact hebben bij oudere werknemers.

De redenen zijn tweeërlei. In de eerste plaats wijzen werkgevers bij jongere en langdurig werklozen op het reeds eerder aangehaalde gebrek aan ervaring. Dit compenseer je echter niet met een financiële gunstregeling. Bij oudere werknemers gaat het juist wel over de te hoge kostprijs om ze in dienst te houden. Hierbij kan een verlaging van de sociale bijdragen wel een wereld van verschil maken in hun voordeel, met andere woorden het vermijden van ontslag.

Een tweede reden moet gezocht worden bij een ander verschil tussen jongere en langdurig werklozen, enerzijds, en de oudere werknemers, anderzijds. De eerste groep moet nieuw aangeworven worden, de tweede groep is al aan de slag; bij hen moet het ontslag vermeden worden. Na gesprekken die we op het terrein gevoerd hebben omtrent de incentive van een kostenverlaging, blijkt dat dit voor de eerste groep verre van een doorslaggevende rol speelt : men zal er wel gebruik van maken maar pas nadat al beslist is dat men de persoon in kwestie toch zou aannemen. Dit is niet het geval bij oudere werknemers; hier zijn die al aan de slag en speelt de kostprijs wel dé doorslaggevende rol.

In het raam van de ons land opgelegde Europese normen om de werkgelegenheidsgraad voor 50-plussers te verhogen, willen wij met dit wetsvoorstel bereiken dat de huidige leeftijd van 57 jaar, vanaf welke oudere werknemers vallen onder de doelgroepvermindering voor sociale bijdragen, verlaagd wordt tot 50 jaar.

Annemie VAN de CASTEELE.
Stefaan NOREILDE.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 339 van de programmawet (I) van 24 december 2002 wordt vervangen als volgt :

« Art. 399. ­ De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de voorwaarden en regels waarbij een doelgroepvermindering kan worden toegekend voor werknemers van categorie 1, bedoeld in artikel 330, die op de laatste dag van het kwartaal ten minste de leeftijd van 50 jaar hebben bereikt. »

13 september 2004.

Annemie VAN de CASTEELE.
Stefaan NOREILDE.