3-872/1

3-872/1

Belgische Senaat

ZITTING 2004-2005

20 OKTOBER 2004


Wetsvoorstel tot aanvulling van het Wetboek van vennootschappen met bepalingen betreffende de openbaarmaking van bezoldigingen van bestuurders van genoteerde vennootschappen en vennootschappen van publiek recht

(Ingediend door de heer Patrik Vankrunkelsven c.s.)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat op 13 maart 2003 in de plenaire vergadering van de Senaat werd aangenomen (stuk nr. 2-714/8) en vult het aan met een openbaarmakingsplicht voor bestuurders van vennootschappen van publiek recht.

1. INLEIDING

1.1. Corporate governance

Het succes van de Belgische economie hangt in grote mate af van de efficiëntie en de groei van haar ondernemingen. De toegang tot de kapitaalmarkt is bepalend voor het voortbestaan van een onderneming. De toenemende globalisering en de introductie van een eenheidsmunt, de euro, veranderen echter wezenlijk de dimensie van deze markt. Kapitaalmarkten gaan steeds meer op in een groter geheel, zo ook onze beurs die is opgegaan in Euronext. Aldus hebben de beleggers een steeds bredere waaier van investeringsmogelijkheden.

Ook voor de ondernemingen zelf hebben de globalisering van de economie en de nieuwe eenheidsmunt verregaande gevolgen. De afzetmarkt van ondernemingen wordt steeds groter, waardoor de bedrijfsinvesteringen moeten volgen. Ondernemingen moeten, willen ze overleven, steeds meer een beroep doen op deze financiële markten.

Het spaarderspubliek, de institutionele beleggers en de collectieve beleggingsfondsen zijn echter slechts bereid geld te investeren in een bepaalde onderneming als zij garanties hebben dat hun geld goed zal worden beheerd. Door de vele investeringsmogelijkheden doen de investeerders een beroep op internationaal erkende criteria om hun keuze te bepalen. Corporate-governancebepalingen, wat staat voor « het bestuderen van de juridische spelregels vanuit hun al dan niet efficiënte inwerking op de shareholders value en de vereiste dat bestuur en management zo georganiseerd worden ten aanzien van elkaar en ten aanzien van het aandeelhouderschap zodat de kans op optimalisering van de shareholders value maximaal is » (1), voldoen in steeds grotere mate aan deze criteria. Een studie uitgevoerd door het bureau McKinsey stelde vast dat investeerders bereid zijn een substantiële premie te betalen voor bedrijven die voldoen aan de vereisten van corporate governance (2).

Voor het voortbestaan van onze ondernemingen en het behoud van hun beslissingscentra in België is het dus van cruciaal belang dat zij zich aanpassen aan deze nieuwe realiteit.

1.2. Corporate governance en bestuur

Corporate governance gaat over het deugdelijk bestuur van ondernemingen. De interne verhouding tussen de aandeelhouders, de bestuurders en de managers staat centraal. Doordat de juridische eigendom en het bestuur van een beursgenoteerde onderneming niet meer samenvallen, moeten er garanties komen voor de investeerders dat hun investering goed en efficiënt beheerd wordt en dat de middelen gebruikt worden voor het doel waarvoor ze werden verschaft. Aldus moet het bestuur voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen.

De Commissie voor het bank- en financiewezen (hierna : CBF) werkte daarom een code voor goed bestuur uit, waar volgende principes voorop staan : transparantie, integriteit en verantwoordelijkheid (3).

Transparantie vormt de grondslag voor het noodzakelijk vertrouwen tussen de vennootschap en haar belanghebbenden en dit onverminderd de beperkingen opgelegd door haar concurrerende omgeving. Transparantie bevordert de efficiëntie van de vennootschap aangezien de raad van bestuur snel kan optreden indien dit nodig blijkt.

Integriteit impliceert dat de financiële verslagen en de andere door de vennootschap verspreide informatie een eerlijke en volledige weerspiegeling zijn van de situatie van de vennootschap.

Verantwoordelijkheid heeft vooral betrekking op de raad van bestuur en de aandeelhouders die beiden hun rol moeten spelen, opdat de door de raad aan de aandeelhouders gedane rapportering over de gang van zaken effectief zou zijn. Naast de bekwaamheid tot het nemen van de nodige maatregelen op strategisch vlak en op het vlak van de uitwerking van de strategie, ligt de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur voornamelijk in de kwaliteit van de informatie die hij aan de aandeelhouders verstrekt.

De sleutel van een deugdelijk bestuur is de doorstroming van informatie. Deze informatie dient te allen tijde betrouwbaar te zijn, tijdig aangeleverd te worden en in voldoende mate te worden verstrekt (4).

De verplichting om als kapitaalvrager informatie te verschaffen krijgt op twee manieren vorm :

1) de kapitaalvragende instelling wordt geacht een halfjaar- en jaarrekening te publiceren alsmede een jaarverslag; en

2) de instelling dient informatie algemeen verkrijgbaar te stellen omtrent feiten waarvan een aanzienlijke invloed op de prijs uitgaat.

In alle rechtsstelsels worden in het kader van belangenconflictenregelingen informatieverplichtingen opgelegd. Deze verplichtingen hebben in de eerste plaats tot doel een grotere doorzichtigheid te scheppen en een beter toezicht op misbruiken mogelijk te maken. Zo stelde de minister van Justitie reeds in 1873 als een fundamenteel principe : « Il est nécessaire, dans le système de la loi, que l'administration des sociétés soit comme une maison de verre où tous les actionnaires puissent plonger le regard. » (5)

In België gaat het voor ter beurze genoteerde vennootschappen daarbij veelal om occasionele informatieverplichtingen, waaraan slechts voldaan moet worden bij een bepaalde gebeurtenis.

Ons lijkt het raadzamer, om misbruiken te voorkomen, preventief te werken en te bekomen dat er een permanente informatiestroom ontstaat over alle gegevens omtrent het bestuur en de bestuurders die van belang zijn voor de aandeelhouders.

Wij stellen vast dat voor de leden van de raad van bestuur en de directieleden van genoteerde vennootschappen inzake de toegekende bezoldigingen, voordelen in natura, aandelenopties en tantièmes alsook de door hen aangehouden aandelen in de betrokken vennootschappen, de informatieverstrekking ontoereikend is.

Zo bleek ten tijde van de teloorgang van dat bedrijf, dat een lid van het directiecomité van Lernout en Hauspie tussen 16 mei en 30 mei 2000 voor 7 miljoen dollar aandelen verkocht en dit terwijl de Securities and Exchange Commission (hierna : SEC) het bedrijf en de auditor KPMG hadden genotificeerd dat er een informeel onderzoek was gestart naar de gang van zaken bij Lernout en Hauspie (6). Ook zouden enkele bestuursleden de koers kunstmatig hebben opgeklopt om dan voor zo'n 700 miljoen frank aan persoonlijke aandelenpaketten te verkopen. Omdat deze transacties volgens het reglement van de SEC moesten worden aangegeven, vervolgen enkele benadeelde partijen, waaronder de investeringsbank Rocker Management LLC, op basis van deze filings de betrokken personen (7).

2. Wie is bevoegd voor het toekennen van rechtstreekse en onrechtstreekse bezoldigingen ?

2.1. De rechtstreekse en onrechtstreekse bezoldiging van de leden van de raad van bestuur en het directiecomité

Het begrip « rechtstreekse en onrechtstreekse bezoldigingen » omvat volgens de Commissie voor boekhoudkundige normen de bezoldigingen die voor om het even welke reden ten laste van de vennootschap toegekend worden aan personen die de statutaire bevoegdheid bezitten van bestuurder/zaakvoerder. Ze omvatten de bezoldigingen die aan deze personen worden toegekend krachtens een arbeidscontract, een aannemingscontract of een mandaat (8). Tantièmes (deelnamen in de winst) en andere bedragen die hun worden toegekend in het kader van de resultaatsverwerking vallen hier niet onder.

Rechtstreekse en onrechtstreekse bezoldigingen omvatten aldus :

1. voordelen in natura (bijvoorbeeld een wagen, een tankkaart, ...)

2. gewone bezoldigingen

3. omzetpercentages

4. bezoldigingen voor bijzondere opdrachten

5. onkostenvergoedingen

6. aandelenopties in de vennootschap (fiscaal beschouwd als bezoldiging)

Met betrekking tot vennootschappen met rechtspersoonlijkheid, waaronder ter beurze genoteerde vennootschappen vallen, wordt algemeen aanvaard dat bij het stilzwijgen van de statuten omtrent het bedrag van de bezoldiging, de algemene vergadering exclusief bevoegd is om het bedrag van de bezoldiging van de bestuursleden te bepalen (9).

De bezoldiging wordt in theorie in eerste instantie vastgelegd in de statuten en indien er statutair niets is opgenomen bepaalt de algemene vergadering van aandeelhouders de bezoldiging voor de bestuurders in globo.

De algemene vergadering heeft echter geen inspraak in de verdeelsleutel die achteraf wordt gehanteerd door de raad van bestuur om deze totaalsom verder individueel te verdelen. Haar exclusieve bevoegdheid betreft immers enkel de vaststelling van het globaal bedrag dat aan de raad in zijn geheel wordt toegekend. Meestal wordt statutair bepaald dat de algemene vergadering enkel bevoegd is om het globaal bedrag van de bezoldigingen vast te leggen voor de raad als college, waarna deze door de raad van bestuur zelf over de verschillende bestuurders wordt verdeeld.

Aldus bepaalt de raad van bestuur, behoudens andersluidende statutaire bepalingen, de berekeningsmodaliteiten aangaande de onkostenvergoeding, de bezoldiging voor bijzondere opdrachten van bestuurders, alsook de vergoeding van andere vennootschapsmandatarissen.

2.2. Tantièmes

De statuten kunnen aan de bestuurders een recht toekennen op een deel van de winst. Ook hier wordt het veelal aan de raad van bestuur overgelaten om deze tantièmes verder te verdelen. Deze kunnen substantieel zijn en jaarlijks worden toegekend.

2.3. Extralegaal pensioen

De toekenning van een extralegaal pensioen door de raad van bestuur werd in de rechtspraak bijvoorbeeld afgeleid uit de inschrijving van het pensioen op de resultatenrekening, opgemaakt door de raad van bestuur en goedgekeurd door de algemene vergadering (10). Dit komt de duidelijkheid niet ten goede, daar de resultatenrekening vele rubrieken kent en men al bijna een boekhouder moet zijn om deze cijfers te vinden.

2.4. Aandelenopties

Ook hier geldt hetzelfde principe als voor de verloning. Meestal wordt statutair bepaald dat de algemene vergadering aandelenopties in globo kan toekennen aan de raad van bestuur en het directiecomité. In de aanbeveling van het CBF staat trouwens uitdrukkelijk dat de verloning van het directiecomité voor een gedeelte dient te verbonden worden aan de prestaties en/of de waarde van de vennootschap.

3. OPENBAARMAKING VAN DE RECHTSTREEKSE EN ONRECHTSTREEKSE BEZOLDIGINGEN

3.1. In de vennootschapswet

Als de bezoldiging forfaitair is bepaald in de statuten kan men hiervan kennis nemen door raadpleging van de vennootschapsakte in het vennootschapsdossier. In de mate dat de bezoldiging bestaat uit een deelname in de winst, betreft het één van de gegevens die het in het Belgisch Staatsblad te publiceren uittreksel uit de oprichtingsakte van een naamloze vennootschap (artikel 69 nieuw Wetboek van vennootschappen) (11).

3.2. In de boekhoudwet

Enkel het volledig bedrag van de rechtstreekse en onrechtstreekse bezoldigingen en pensioenen moet worden vermeld in punt XIX.4 van de jaarrekeningen van de vennootschap.

Bovendien moet de bezoldiging niet worden vermeld indien zij uitsluitend of hoofdzakelijk betrekking heeft op een identificeerbaar persoon (12) en men dus kan afleiden hoeveel de individuele rechtstreekse en onrechtstreekse bezoldiging voor leden van de raad van bestuur en leden van het directiecomité zijn.

3.3. In de uitgifteprospectus

In het prospectus dat moet worden gepubliceerd bij openbare uitgifte van effecten en waarden, dienen de bezoldigingen en voordelen van de bestuurders in de uitgevende instelling te worden vermeld, doch wederom weer enkel in globo (zie koninklijk besluit van 31 oktober 1991 over het prospectus dat moet worden gepubliceerd bij openbare uitgifte van effecten en waarden) (13). Aldus moeten enkel bij de beursintroductie gegevens worden vrijgegeven aangaande verloning, aandelenopties en uitoefenprijs.

4. OPENBAARMAKING VAN TANTIÈMES

4.1. In de vennootschapswet

Als deze statutair zijn bepaald, kan men hiervan kennis nemen door raadpleging van de vennootschapsakte in het vennootschapsdossier vermits de gegevens van de winstverdeling dienen te worden opgenomen in de oprichtingsakte (artikel 68 nieuw Wetboek van vennootschappen) alsook de wijzigingen hieraan (artikel 74 nieuw Wetboek van vennootschappen). Meestal bepalen de statuten de tantièmes enkel in globo.

4.2. In de boekhouding

Deze worden opgenomen in de resultatenrekening die wordt medegedeeld op de algemene vergadering (zie koninklijk besluit van 8 oktober 1976, bijlage resultatenrekening, resultaatverwerking, F2). Ook hier moet men enkel het globaal cijfer weergeven.

5. OPENBAARMAKING VAN AANDELENBEZIT VAN BESTUURDERS IN DE GENOTEERDE ONDERNEMING WAARVAN ZE BESTUURDER ZIJN

Artikel 514 van het nieuwe Wetboek van vennootschappen voorziet in een kennisgave in de gevallen en volgens de regels omschreven door de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen. Hierin wordt een participatiemelding vereist van eenieder die aandelen verwerft waardoor de drempel van 5 %, 10 %, enz. wordt overschreden.

6. DE OPENBAARMAKINGSPLICHT OP INDIVIDUELE BASIS EN DE SITUATIE IN DE ANDERE LANDEN

In de Angelsaksische landen heeft men een andere rechtstraditie en werkt men zelden met wetgevende bepalingen. Vandaar dat men in het kader van deugdelijk bestuur eerder werkt met soft law, zogenaamde codes of conduct, die worden opgelegd door de verschillende regulerende instanties van de financiële markten.

In de Verenigde Staten is het de beurswaakhond SEC die informatieverplichtingen oplegt aangaande de rechtstreekse en onrechtstreekse verloning van de individuele leden van de raad van bestuur en het directiecomité.

Regulation S-K bepaalt in Subpart 229 402 (14) aangaande de vergoeding van bestuurders dat er volledige openbaarmaking moet zijn voor alle bestuurders op individuele basis van de bezoldiging, de jaarlijkse bonus, andere jaarlijkse vergoedingen, aandelenopties, leningen, ... die hij/zij bekomt van de genoteerde vennootschap. Kortom, er moet volledige informatie worden gegeven voor iedere bestuurder op zich, op een apart aangifteformulier, dat volledig wordt vrijgegeven ter publieke informatie. Ook moet een bestuurder iedere transactie van aandelen of aandelenopties in de genoteerde onderneming waarvan hij bestuurder is, aangeven, alsook iedere wijziging in de uitoefenprijs van de hem toegekende aandelenoptie (repriced). Ook het senior management moet voldoen aan deze vereisten.

Een van de grootste beleggingsfondsen van de Verenigde Staten, de Teachers Insurance and Annuity Association, vereist uitdrukkelijk dat de ondernemingen waarin ze beleggen, voldoen aan de vereiste van « full disclosure of all significant compensation arrangements with senior management », en dit wereldwijd (15).

In het Verenigd Koninkrijk werden ten gevolge van de Greenburry Code van juli 1995, waarin aanbevelingen aangaande corporate governance werden opgenomen, en het rapport van de Hampel Committee de listing rules van de London Stock Exchange aangepast, waarbij section 12.43 bepaalt dat de jaarrekeningen alle details inzake de vergoedingen van de bestuurders moeten bevatten.

In Hong Kong leggen de beursautoriteiten de volgende verplichting op : « The director fees and any other reimbursement or emolument payable to an independent non-executive director shall be disclosed in full in the annual report and accounts of the issuer » (16).

Dezelfde verplichtingen worden opgelegd in Maleisië en Singapore.

Het is trouwens geen toeval dat de beurzen die het verst staan in het opleggen van regelen van corporate governance ook de grootste beurskapitalisaties hebben.

Internationale instellingen erkennen het belang van corporate governance. De voorzitter van de Wereldbank, J. Wolfensohn, verklaarde dat : « The governance of the corporation is now as important to the world economy as the governance of countries. » (17)

Ook de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling stelt in haar aanbevelingen aangaande deugdelijk bestuur dat « executive compensation, is also important to potential investors and shareholders and a critical component of transparency, there should be at least a disclosure in aggregate on executive remuneration » (18).

Ook in onze buurlanden groeit het besef dat deze informatie cruciaal is voor de verdere groei van hun ondernemingen.

7. DE NOODZAKELIJKE UITBREIDING VAN DE OPENBAARMAKINGSPLICHT OP INDIVIDUELE BASIS

Zoals eerder aangehaald is de mate waarin een onderneming corporate governance toepast voor de institutionele beleggers en de collectieve beleggingsfondsen van cruciaal belang om al dan niet over te gaan tot een participatie in een genoteerde vennootschap.

Wil men nationale ondernemingen en hun beslissingscentra in ons land behouden, dan is het noodzakelijk dat men de regels van deugdelijk bestuur toepast op de beursgenoteerde ondernemingen.

De invoering van een individuele openbaarmakingplicht voor de leden van de raad van bestuur en de directieleden van genoteerde vennootschappen van de hun rechtstreeks en onrechtstreeks toegekende bezoldigingen, aandelenopties en tantièmes alsook de door hen aangehouden aandelen in de betrokken vennootschappen vormt een essentieel onderdeel van de vereiste informatieverstrekking.

Deze informatie is essentieel opdat de aandeelhouder op een objectieve basis kan beoordelen of de vergoeding van de leden van de raad van bestuur en de directieleden voldoende prestatiegebonden is. De heer Stephen Byers, Brits minister voor Handel en Industrie, lichtte dit als volgt toe op een seminarie voor bedrijfsleiders : « It is crucial for you, as the shareholders, that the companies you invest in attract, retain and motivate people of the right calibre and experience to make their business successful. It is not just a case of putting the spotlight on companies which are not doing a good job of linking pay to performance; it is also important that companies which are achieving an effective link are seen to be doing so .» (19)

Deze maatregel past ook in het voorkomen van misbruiken door de grootaandeelhouder van een onafhankelijke beursgenoteerde vennootschap, waarbij aan de bestuurders onredelijke vergoedingen worden toegekend.

Zo stelt de heer Coucke dat publiciteit een onderdeel uitmaakt van de preventieve controle door de aandeelhouders (20). Deze maatregel heeft een ontradende werking op verrichtingen die een misbruik inhouden. Deze maatregel is des te meer vereist daar Belgische ondernemingen die beursgenoteerd zijn veelal een grootaandeelhouder hebben.

Aandeelhouders moeten ook permanent op de hoogte worden gehouden over het aanhouden van aandelen, aandelenopties of andere afgeleide instrumenten van de genoteerde onderneming door de bestuurders ervan, hun dochterondernemingen en de geassocieerde ondernemingen.

Zo zullen aandeelhouders op de hoogte worden gesteld van een transactie door de bestuurder van een genoteerde onderneming waarbij deze zijn aandelenopties verzilvert om een dreigend koersverlies in te dekken. « Good faith must not only be done but must manifestly be done; the law will not allow a fiduciary to place himself in a position where his interest and duty conflict. » (21)

Deze maatregelen moeten bij wet worden ingesteld, gelet op het manifest belang ervan voor de economie en daarmee willen ze ook een aanzet vormen voor een verdere wettelijke regeling van het deugdelijk bestuur.

Wij zijn het volmondig eens met professor Daems waar hij stelt dat er een minimale wettelijke regeling moet komen waarbij men de hoger aangehaalde listing rules van de Londense Stock Exchange overneemt (22). Deze bevatten onder meer de beoogde maatregelen van dit wetsvoorstel.

Dit wetsvoorstel voert daarmee de aanbeveling uit die de Europese Commissie op 6 oktober 2004 aannam. Daarin vroeg zij de EU-lidstaten met aandrang regels op te maken over de bekendmaking van de lonen van de topmanagers van beursgenoteerde bedrijven.

Volgens dezelfde logica als bij genoteerde vennootschappen dient er eveneens een openbaarmakingsplicht op individuele basis te bestaan bij overheidsbedrijven. Net zoals een genoteerde vennootschap bestaat uit een grote hoeveelheid (kleine) aandeelhouders, kan men stellen dat elke burger van dit land een uiterst klein maar evenredig deel bezit van een overheidsbedrijf.

Het is niet meer dan vanzelfsprekend de aandacht voor de deugdelijkheid van het bestuur niet te beperken tot commerciële genoteerde bedrijven. Ook overheidsbedrijven hebben nood aan goed, overzichtelijk bestuur. Ook bij overheidsbedrijven moet daarom bekend worden gemaakt wat het totaal is van de bezoldigingen die aan de bestuurders worden uitbetaald. Het zou immers dwaas overkomen als de overheid genoteerde vennootschappen regels inzake corporate governance en degelijk bestuur zou opleggen die zij voor haar eigen bedrijven gewoon naast zich neer zou leggen.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikelen 2 en 5

Artikel 96 van het Wetboek van vennootschappen somt op welke informatie moet worden opgenomen in het jaarverslag waarin de bestuurders of zaakvoerders van vennootschappen rekenschap geven van hun beleid. Die opsomming wordt aangevuld met de informatie bedoeld in het nieuwe artikel 107bis, eerste lid (zie artikel 3 van dit voorstel). Hetzelfde geldt voor het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening (artikel 119).

Artikel 3

In dit artikel wordt de reeds bestaande regelgeving inzake openbaarmaking in de jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, aangevuld met een bepaling over genoteerde vennootschappen. De genoteerde vennootschap wordt verplicht tot openbaarmaking van eender welke bezoldiging van elk lid van het bestuur of van eenieder die deelneemt aan het bestuur, evenals van elke verwerving of overdracht van stemrechtverlenende effecten in de vennootschap door diezelfde personen.

De reeds bestaande procedure van kennisgeving en openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in genoteerde vennootschappen naar Belgisch recht wordt uitgebreid tot elke verwerving of overdracht van effecten in deze vennootschappen, hun dochtervennootschappen, verbonden ondernemingen en geassocieerde ondernemingen, doch enkel voor bepaalde categorieën van personen, met name de bestuurders, de leden van het dagelijks bestuur en het directiecomité.

De termijn voor de bekendmaking wordt bepaald door de Commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen (CBFA) of door de Koning wanneer de CBFA geen termijn vooropstelt.

De CBFA bepaalt tevens hoe de verplichtingen ten uitvoer worden gelegd.

De CBFA kan bevelen de bekendmakingsverplichting na te leven. Wanneer de genoteerde vennootschap bij het verstrijken van de opgelegde termijn nog in gebreke blijft, kan de CBFA optreden onder de vorm van :

1º het bekendmaken van de inbreuk die de genoteerde vennootschap heeft begaan;

2º het opleggen van een dwangsom.

Artikel 4

Met dit artikel worden ook vennootschappen van publiek recht verplicht tot openbaarmaking van alle bezoldigingen van bestuurders. Wel is het hier uitsluitend de Koning die de termijnen en de nadere regels vaststelt. Openbaarmaking betekent voor overheidsbedrijven de publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Patrik VANKRUNKELSVEN.
Luc WILLEMS.
Joëlle KAPAMPOLÉ.
André VAN NIEUWKERKE.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 96 van het Wetboek van vennootschappen wordt aangevuld als volgt :

« 8º de in artikel 107bis, eerste lid, bedoelde informatie. »

Art. 3

In boek IV, titel VI, hoofdstuk I, afdeling 3, van hetzelfde wetboek wordt een onderafdeling III ingevoegd, die een artikel 107bis bevat, luidende :

« Onderafdeling III. Genoteerde vennootschappen

Art. 107bis. ­ De genoteerde vennootschap zorgt voor een passende openbaarmaking van :

­ de rechtstreekse en onrechtstreekse bezoldigingen, alsook de tantièmes van elk van de leden afzonderlijk van de organen die belast zijn met het bestuur en het dagelijks bestuur en het directiecomité en van alle personen die, onder welke benaming of in welke hoedanigheid ook, deelnemen aan het bestuur of het beleid;

­ elke verwerving of overdracht van stemrechtverlenende effecten in deze vennootschap en in de vennootschappen die tot haar consolidatiekring behoren, door elk van de leden afzonderlijk van de organen die belast zijn met het bestuur en het dagelijks bestuur en het directiecomité en door alle personen die, onder welke benaming of in welke hoedanigheid ook, deelnemen aan het bestuur of het beleid.

Daartoe brengen de betrokkenen de raad van bestuur daarvan op de hoogte binnen de termijn en op de wijze vast te stellen in het reglement dat wordt opgesteld door de Commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen, of, bij ontstentenis, door de Koning.

De Commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen bepaalt, bij reglement goedgekeurd door de Koning, hoe deze verplichtingen ten uitvoer worden gelegd. Indien de Commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen in gebreke blijft dit reglement vast te stellen of het in de toekomst te wijzigen, is de Koning gemachtigd om zelf daartoe het initiatief te nemen.

De Commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen kan de genoteerde vennootschap of de personen bedoeld in het eerste lid bevelen om zich binnen de door haar gestelde termijn te voegen naar de bovenstaande bepalingen.

Onverminderd de overige maatregelen bepaald door de wet, kan de Commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen, indien de vennootschap of persoon tot wie zij een bevel heeft gericht, in gebreke blijft bij het verstrijken van de opgelegde termijn, en op voorwaarde dat die vennootschap of persoon zijn middelen heeft kunnen laten gelden :

1º haar standpunt met betrekking tot de betrokken inbreuk of tekortkoming bekendmaken;

2º de betaling van een dwangsom opleggen die per kalenderdag niet minder mag bedragen dan 250 euro, noch meer mag bedragen dan 50 000 euro, noch in het totaal 2 500 000 euro mag overschrijden.

In spoedeisende gevallen kan de Commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen de maatregel bedoeld in het vijfde lid, 1º, nemen zonder voorafgaand bevel met toepassing van het vierde lid, mits de vennootschap of de persoon zijn middelen heeft kunnen laten gelden.

Onverminderd de overige maatregelen bepaald door de wet, kan de Commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen, indien zij overeenkomstig de artikelen 70 tot 72 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten een inbreuk vaststelt op bovenstaande bepalingen, aan de overtreder een administratieve geldboete opleggen die noch minder mag bedragen dan 2 500 euro, noch voor hetzelfde feit of geheel van feiten meer mag bedragen dan 2 500 000 euro. »

Art. 4

In dezelfde afdeling wordt een onderafdeling IV ingevoegd, die een artikel 107ter bevat, luidende :

« Onderafdeling IV. Vennootschappen van publiek recht

Art. 107ter. ­ De vennootschap van publiek recht zorgt voor een passende openbaarmaking van de rechtstreekse en onrechtstreekse bezoldigingen, alsook de tantièmes van elk van de leden afzonderlijk van de organen die belast zijn met het bestuur en het dagelijks bestuur en het directiecomité en van alle personen die, onder welke benaming of in welke hoedanigheid ook, deelnemen aan het bestuur of het beleid.

Daartoe brengen de betrokkenen de raad van bestuur daarvan op de hoogte binnen de termijn en op de wijze vast te stellen door de Koning.

De Koning bepaalt hoe deze verplichtingen ten uitvoer worden gelegd. »

Art. 5

Artikel 119, tweede lid, van hetzelfde wetboek wordt aangevuld als volgt :

« 5º de in artikel 107bis, eerste lid, bedoelde informatie. »

Art. 6

Deze wet treedt in werking op 1 januari 2005 voor genoteerde vennootschappen die behoren tot de BEL20®-index zoals onder meer bepaald door het reglement van 7 januari 2003 van de Marktautoriteit van Euronext Brussels en voor vennootschappen van publiek recht. Voor de overige genoteerde vennootschappen treedt de wet in werking op 1 januari 2006.

18 oktober 2004.

Patrik VANKRUNKELSVEN.
Luc WILLEMS.
Joëlle KAPAMPOLÉ.
André VAN NIEUWKERKE.

(1) K. Geens, « Corporate governance », Jura Falconis, 1998-1999, nr. 2, blz. 147.

(2) McKinsey Investor Survey, juni 2000, zie www.mckinsey.com/features/investor_opinion/index.html.

(3) Aanbevelingen van de marktautoriteit van de Beurs van Brussel, opgesteld door de Belgische Commissie voor Corporate Governance, december 1998, zie http ://www.cbf.be/pe/pec/nl_ec01.htm.

(4) Toespraak van A.L. Touw, bestuurslid van de Nederlandse Stichting Toezicht Effectenverkeer voor het Nationaal Beleggingscongres op 17 maart 2000, Utrecht.

(5) J. Guillery, Commentaire législatif de la loi du 18 mai 1873 sur les sociétés « commerciales en Belgique », Brussel, Bruylant, 1878, blz. 531, aangehaald door K. Geens, « Corporate governance », Jura Falconis, 1998-1999, nr. 2, blz. 185.

(6) J. Carreyrou, Wall Street Journal, 5 februari 2001, blz. 25.

(7) www.maomagazine.be

(8) CBN, 1978, blz. 14.

(9) B. Tilleman, Bestuur van vennootschappen, Reeks rechtspersonenen vennootschapsrecht, Jan Ronse Instituut, Biblo, 1996, blz. 125.

(10) Gent, Ver. Kamers, 14 juli 1955, RPS, 1956, nr. 4598, blz. 235.

(11) B. Tilleman, Bestuur van vennootschappen, reeks Rechtspersonen en vennootschapsrecht, Jan Ronse Instituut, Biblo, 1996, blz. 140.

(12) CBN, 1978, blz. 147

(13) B. Tilleman, o.c., blz. 141.

(14) United States Securities and Exchange Commission, SEC 1845 (11-2000), Washington, D.C., 60.

(15) Teachers Insurance and Annuity Association-College Retirement Equities fund, « TIAA-CREF policy statement on corporate governance » oktober 1997.

(16) Hong Kong Stock Exchange, People's republic of China, « Listing Requirements », Volume 2, Appendix 14.

(17) H. Gregory, « The globalisation of corporate governance », Directorship, januari 2000.

(18) The OECD Principles, www.oecd.org/daf/governance/principles.htm.

(19) Stephen Byers, Department of Trade and Industry, Remuneration and institutional investor voting, ABI and NAPF seminar on Institutional Investors and the Competitiveness of UK Industry, 19 juli 1999, blz. 4.

(20) Ph. Coucke, « De controle op de grootaandeelhouder naar Belgisch recht », Jura Falconis, 1998-1999, nr. 2, blz. 217.

(21) F. De Schouwer, « Het doelgebonden karakter van de bestuursbevoegdheden », Jura Falconis, 1998-1999, nr. 2, blz. 182.

(22) Ph. Coucke, B. Creve en J. Verbist, « Interview met professor H. Daems », Jura Falconis, 1998-1999, nr. 2, blz. 284.