Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 3-21

ZITTING 2003-2004

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Werk (Werk)

Vraag nr. 3-997 van de heer Vandenhove d.d. 18 juni 2004 (N.) :
Asielzoekers. ­ Minderjarige jongeren. ­ Studiekeuze. ­ Leervergoeding.

De uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering betreffende het experimenteel onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers in het deeltijds beroepssecundair onderwijs en het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers zorgt in de praktijk voor moeilijkheden bij de asielcentra.

In artikel 2, 22 §, a), van bovenvermeld koninklijk besluit staat dat leerlingen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, kunnen aangeworven worden met een leerovereenkomst of met een tussenkomst inzake alternerend leren, erkend door de bevoegde overheid.

De asielcentra staan zeker achter het principe van de werkervaring, maar zien grote problemen ontstaan wanneer leerlingen uit de asielcentra gaan instappen in dit systeem en een leervergoeding of loon gaan krijgen.

Is de leerling nog niet arbeidsrijp, dan wordt hem in dit systeem een brugproject aangeboden waarbij de leerling een leervergoeding van ongeveer 250 euro per maand krijgt. Is de leerling reeds afdoende arbeidsrijp dan kan hij tewerkgesteld worden met een gewoon arbeidscontract waardoor hij een minimumloon ontvangt, afhankelijk van de sector waarin hij werkt en rekening houdend met zijn leeftijd. Het bedrag schommelt tussen de 375 en 500 euro per maand.

Hierdoor komen de asielcentra in situaties terecht waarin een jongere over een inkomen beschikt terwijl zijn ouders niet mogen werken aangezien het Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers (Fedasil) voor het volledige onderhoud instaat. Een dergelijke situatie is niet houdbaar.

Daarnaast zullen de minderjarige jongeren uit de asielcentra enkel voor dit systeem kiezen omdat ze geld kunnen verdienen. Dit zou een nefast effect hebben op de studiekeuze die deze jongeren dienen te maken. Bij deze keuze mag het zoeken naar gepast onderwijs niet ondergeschikt worden aan de mogelijkheid om te kiezen voor dit type onderwijs enkel omwille van het verwerven van inkomsten.

Mocht er gekozen worden om de inkomsten te reserveren voor latere tijden, dan blijft er nog ongelijkheid bestaan tussen de jongeren die wel instappen in dit systeem en degenen die voor ander onderwijs kiezen. Is het te rechtvaardigen dat enkele jongeren wel een « spaarpot » kunnen aanleggen en andere niet ?

Om spanningen binnen gezinnen te voorkomen, om de rust in de asielcentra te bewaren en om juiste studiekeuzes te laten primeren op de mogelijkheid een inkomen te verwerven, is een oplossing dringend nodig.

Ik zou dan ook de volgende vragen aan de geachte minister willen voorleggen :

­ Welke oplossingen ziet u voor deze problematiek ?

­ Dient Fedasil het loon of de leervergoeding in beheer te nemen of ziet u andere mogelijkheden ?

­ Welke rol ziet u weggelegd voor de voogd die de Dienst voogdij sinds 1 mei 2004 dient aan te wijzen voor de niet-begeleide minderjarige vreemdeling ?