3-839/1 | 3-839/1 |
31 AUGUSTUS 2004
Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 16 januari 2002 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 2-1013/1 2001/2002).
Het arrest van het Franse Hof van Cassatie van 17 november 2000, het zogenaamde « arrest-Perruche », bevestigd bij een arrest van 28 november 2001, heeft tot heel wat ongerustheid geleid bij juristen en artsen. De Franse rechters erkenden het recht van de eiser op schadevergoeding om het loutere feit dat hij gehandicapt geboren werd. Het risico bestaat dat met deze erkenning van schade ontstaan uit de geboorte, een precedent ontstaat dat ook in de jurisprudentie van ons land opgeld maakt.
Het Franse Hof van Cassatie gaat ervan uit dat een kind met een aangeboren handicap schadeloos gesteld moet worden wanneer zijn moeder wegens een kunstfout geen abortus heeft kunnen laten plegen. Dit arrest bepaalt verder dat de schadeloosstelling niet beperkt mag worden tot de materiële schade en dat de arts de volledige schade van het kind moet vergoeden.
Dit arrest geeft aanleiding tot een debat over het recht om in bepaalde omstandigheden niet geboren te worden. Kan het feit van gehandicapt geboren te worden, beschouwd worden als te vergoeden schade ?
Het Franse « Comité consultatif de bioéthique » verklaart hierover : « de erkenning van het recht van een kind om in bepaalde omstandigheden niet geboren te worden, is juridisch gezien uiterst betwistbaar, nutteloos om de materiële toekomst van personen met een aangeboren handicap veilig te stellen, en gevaarlijk op ethisch vlak. Een dergelijk recht kan immers de ouders, de practici inzake prenatale diagnostiek en de verloskundigen onder een normatieve druk van eugenetische aard zetten » (vertaling). Het risico bestaat dat dit arrest leidt tot eugenetische ontsporingen, met andere woorden tot praktijken die ernaar streven het menselijk geslacht op wetenschappelijke wijze te verbeteren. In deze optiek valt te vrezen dat er op termijn een verbod komt om nog langer kinderen met afwijkingen ter wereld te brengen.
Ook vrezen wij dat het bestaan zelf van mensen die « afwijken van de norm » ter discussie komt, wat een manier zou zijn om de verschillen af te vlakken en het lijden te ontkennen.
Het Franse Hof van Cassatie brengt ouders en artsen in een moeilijk parket.
Ouders die een foetus met een afwijking wensen te behouden, riskeren ooit voor de rechtbank te moeten verschijnen. Als men de logica van het arrest doortrekt, zullen ouders die, niettegenstaande de materiële en morele moeilijkheden, ervoor kiezen hun kind te aanvaarden zoals het is, het risico lopen als onverantwoordelijk bestempeld te worden door de hele maatschappij, maar ook later door hun eigen kind.
De gynaecoloog heeft tot taak aangeboren afwijkingen en achterhaalbare afwijkingen zoveel mogelijk vast te stellen. Hij moet de ouders hiervan volledig op de hoogte brengen. Sinds het arrest-Perruche bestaat het gevaar dat artsen een uitsluitend defensieve en duale geneeskunde moeten beoefenen. Het arrest kan rechtstreekse gevolgen hebben voor het stellen van een diagnose. Om de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven zouden artsen na ieder onderzoek van een zwangere vrouw kunnen verklaren dat de diagnose steeds een element van twijfel bevat, en de verantwoordelijkheid voor de beslissing aan de vrouw overlaten. Men neemt dan het zekere voor het onzekere, en gaat over tot het plegen van abortus. Dit komt neer op een oneigenlijk gebruik van het concept twijfel.
Ook kan dit leiden tot onrechtvaardigheid. Artsen zouden kunnen weigeren echografieën te maken of alle prenatale activiteiten stopzetten.
Naast de vrees voor rechtsvorderingen zouden sommige artsen onmogelijk de zware extra kosten van de reeds sterk gestegen verzekeringspremies kunnen betalen.
Het is hoe dan ook niet denkbeeldig dat artsen steeds minder bereid gevonden worden nog langer prenatale diagnoses te stellen, wat nadelig is voor zwangere vrouwen.
In België, zoals in andere landen, is zwangerschapsonderbreking toegestaan onder bepaalde voorwaarden. Echografieën of vruchtwaterpuncties hebben veelal tot doel ernstige handicaps op te sporen zodat de ouders kunnen overwegen een therapeutische abortus te laten plegen. Zullen artsen systematisch een vruchtwaterpunctie voorstellen ? Zullen zij nog echografieën willen uitvoeren die slechts sommige afwijkingen kunnen achterhalen ? Dit zijn zeker geen retorische vragen.
Uit reacties blijkt dat vele personen het arrest-Perruche en de rechtspraak errond als schokkend ervaren en dat er een gevaar is voor ontsporingen.
In Frankrijk verklaarde het « Collectif contre l'handiphobie », dat vlak na het arrest-Perruche opgericht werd : « dit arrest van het Hof van Cassatie dijkt de eugenetica niet in; intengendeel, het is er een bevestiging van. Deze beslissingen zijn juridisch aanvechtbaar en betekenen een ware aanslag op gehandicapten, wier ouders bekritiseerd zullen worden en als onverantwoordelijk bestempeld omdat ze een gehandicapt kind ter wereld hebben gebracht » (vertaling). Verder schrijft het Collectief dat « het arrest-Perruche betekent dat er voor de gehandicapten in onze samenleving geen plaats is. De toepassing van dit principe dreigt, door zijn streven naar het volmaakte kind, tot ontsporingen te leiden » (vertaling).
De « Groupement des gynécologues obstétriciens de langue française de Belgique » (GGOLFB) reageerde heftig door een oproep te richten tot de Belgische beleidsmensen.
Uiteindelijk ligt de kern van het probleem bij de manier waarop onze samenleving tegenover gehandicapten staat en ze opvangt.
Dit wetsvoorstel strekt ertoe elke burger te verbieden een schadevergoeding te vorderen wegens het feit dat hij geboren is.
Commentaar op het artikel
Artikel 2
Om te vermijden dat tegen de Staat of tegen het medisch korps een reeks rechtszaken aangespannen worden in het raam van de toepassing van het « Perruche-arrest », vult dit wetsvoorstel artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek aan. Er moet een duidelijk onderscheid komen tussen een « natuurlijke » handicap en een handicap die het gevolg is van een door een derde begane fout.
Voor de ouders blijft de arts dus aansprakelijk wanneer een kind gehandicapt geboren wordt ingevolge een verkeerde diagnose of onjuiste informatie vanwege de arts aan de ouders. Het kind kan zich echter niet tegen zijn ouders keren.
Mia DE SCHAMPHELAERE. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek wordt aangevuld met het volgende lid :
« Niemand kan schadevergoeding eisen wegens het feit dat hij geboren is. Wanneer een handicap het rechtstreeks gevolg is van een fout, heeft hij recht op een vergoeding overeenkomstig het eerste lid. »
21 juli 2003.
Mia DE SCHAMPHELAERE. |