Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 3-17

ZITTING 2003-2004

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 3-913 van de heer Vandenhove d.d. 23 april 2004 (N.) :
Inbraakalarmen. ­ Loze alarmoproepen. ­ Nodeloze verificatie van de politiediensten. ­ Maatregelen en sancties.

Overeenkomstig de wettelijke reglementering reageren de politiediensten slechts op een inbraakalarm nadat elke oproep geverifieerd is door de eigenaar van het systeem, door zijn contactpersoon of door een alarmcentrale. Deze verificatie mag fysisch gebeuren door ter plekke te gaan, auditief door in te luisteren, visueel door camera's of technisch via de alarmdetectoren.

Volgens verklaringen van de beroepsvereniging Alarm Industrie Associatie (AIA) blijken liefst 97 % van de ontvangen oproepen loos te zijn. Tevens signaleert de organisatie dat ingevolge een laks gebruik door de klanten, die vaak niet op de hoogte zijn van de verplichte verificatie, de politiediensten te vaak nodeloos ingeschakeld worden. De beroepsorganisatie stelt daarom voor om, in plaats van de alarmcentrale, de klanten zelf te laten opdraaien voor elk loos alarm dat leidt tot een onnodige tussenkomst van de politie.

1. Zijn de hierboven genoemde cijfers inzake loze alarmoproepen correct ?

2. Wat is het percentage nodeloze tussenkomsten van de politiediensten ?

3. Wat is de sanctie voor het nodeloos tussenkomen van de politiediensten ?

4. Overweegt de geachte minister maatregelen om deze toestand te verhelpen, en zo ja, welke maatregelen liggen ter overweging ?