2-1158/8

2-1158/8

Belgische Senaat

ZITTING 2002-2003

14 JANUARI 2003


Wetsvoorstel houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens


AMENDEMENTEN


Nr. 124 VAN DE HEER THISSEN

(Subamendement op amendement nr. 113 van de regering)

Art. 27

In de voorgestelde § 3, eerste lid, na het cijfer « 3º », de woorden « en 10º » invoegen.

Verantwoording

Amendement nr. 113 van de regering strekt ertoe te voorkomen dat de producenten van militaire wapens die wapens voor militair gebruik niet langer kunnen vervaardigen en uitvoeren. De uitzondering geldt uitsluitend voor de eigenlijke fabrikanten, omdat reeds is bewezen dat het circuit van tussenpersonen in die handel het risico op verboden wapenhandel met zich brengt.

Dat amendement lijkt evenwel niet volledig. Het heeft weliswaar de wapens ontworpen voor uitsluitend militair gebruik op het oog, zoals bedoeld in artikel 3, § 1, 3º, maar laat de wapens en hulpstukken achterwege waarvan sprake is in artikel 3, § 1, 10º (10º zoals gewijzigd door amendement nr. 112 van de regering). Het gaat om vuurwapens met de volgende hulpstukken en de hulpstukken afzonderlijk : geluiddempers, laders met een grotere capaciteit dan de normale voor een bepaald model vuurwapen, richtapparatuur voor vuurwapens, die een straal projecteert op het doel en mechanismen die het mogelijk maken een vuurwapen om te vormen tot een automatisch vuurwapen.

Die wapens en hulpstukken moeten eveneens onder amendement nr. 113 vallen. Dat moet de erkende fabrikanten, zoals FN Herstal, de mogelijkheid bieden door te gaan met de productie van de P90 en andere moderne wapens die zijn uitgerust met die hulpstukken, op verzoek van de Strijdkrachten en de politiediensten zelf.

Deze correctie raakt niet aan de intentie van de regering, namelijk te voorkomen dat niet-erkende personen dergelijke wapens en hulpstukken produceren en verkopen en vooral dat particulieren ze voorhanden hebben.

René THISSEN.

Nr. 125 VAN DE REGERING

(Subamendement op amendement nr. 113 van de regering)

Art. 27

In de voorgestelde § 3, na de woorden « artikel 3, § 1, 3º », de woorden « en 10º » toevoegen.

Verantwoording

Bij de opstelling van amendement nr. 113 werd geen rekening gehouden met het feit dat de wapens bedoeld in artikel 3, § 1, 10º, zoals gewijzigd door amendement nr. 112, eveneens in ons land worden geproduceerd voor de uitvoer en voor gebruik door leger en ordediensten. Dit subamendement zet deze vergetelheid recht.

Nr. 126 VAN DE REGERING

Art. 28

Dit artikel aanvullen met een § 3, luidende als volgt :

« § 3. De overheden bevoegd voor de toepassing van deze wet sturen elkaar onverwijld alle informatie waarover ze beschikken, die noodzakelijk of nuttig is in het kader van de uitoefening van hun respectieve bevoegdheden en die niet krachtens bijzondere wettelijke bepalingen worden beschermd met geheimhouding. »

Verantwoording

Het is evident dat de betrokken overheden slechts hun bevoegdheden ten volle kunnen uitoefenen en kunnen instaan voor een daadwerkelijk toezicht mits ze op de hoogte zijn van alle relevante informatie.

Zo zal de gouverneur de lokale politie en de burgemeester op de hoogte moeten brengen wanneer hij een vergunning afgeeft of weigert aan een particulier. De politiediensten en de burgemeester, evenals de procureur des Konings zullen op hun beurt de gouverneur op de hoogte moeten brengen van elk feit dat aanleiding zou kunnen geven tot de schorsing of intrekking van een vergunning.

In bepaalde gevallen zal ook het uitwisselen van informatie met de federale wapendienst, de proefbank voor vuurwapens, de federale politie, de Veiligheid van de Staat, de dienst Private Veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken, de douane, de Economische Inspectie, de dienst Vergunningen van de FOD Economische Zaken, enz. noodzakelijk of nuttig blijken te zijn.

Nr. 127 VAN DE REGERING

Art. 29bis (nieuw)

Een artikel 29bis (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 29bis. ­ Beroep tegen de beslissingen van de gouverneur tot weigering, beperking, schorsing of intrekking van een erkenning, een vergunning of een recht, behalve tegen beslissingen inzake onontvankelijke aanvragen, staat open bij de minister van Justitie of bij zijn gemachtigde.

Op straffe van onontvankelijkheid wordt het gemotiveerd verzoekschrift aangetekend verzonden aan de federale wapendienst uiterlijk vijftien dagen na kennisname van de beslissing van de gouverneur, vergezeld van een kopie van de bestreden beslissing. De uitspraak wordt gedaan binnen de zes maanden na de ontvangst van het verzoekschrift. »

Verantwoording

Er bestaat een consensus over het voorzien in een beroepsmogelijkheid tegen alle administratieve beslissingen genomen door de gouverneur in het kader van deze wet. Daarmee worden de mogelijkheden geboden door de oude wet uitgebreid, want tot nu toe bestaat er bijvoorbeeld geen beroep tegen beslissingen inzake wapendrachtvergunningen.

Het verdient aanbeveling deze beroepsprocedure eenvormig te omschrijven in een algemene bepaling.

De voorgeschreven termijnen vloeien voort uit de praktijk. Enerzijds kan een termijn van 15 dagen na kennisname van een negatieve beslissing ruim volstaan om beroep in te stellen. Hiervoor is immers geenszins de tussenkomst van een advocaat vereist en kan een eenvoudige motivering volstaan.

Anderzijds blijkt een termijn van zes maanden voor de uitspraak in veel gevallen noodzakelijk omdat bijkomende adviezen moeten worden ingewonnen en er vaak onderhandelingen met de betrokkene moeten worden gevoerd. De federale wapendienst kan naar gelang van het geval immers zowel opteren voor een volledig hervatten van de procedure gevolgd door de gouverneur, ofwel daarop voortbouwen met aanvullende handelingen.

Het spreekt voor zich dat de federale wapendienst voor de behandeling van deze beroepen zal moeten kunnen beschikken over voldoende personele en materiële middelen.

Nr. 128 VAN DE REGERING

Art. 29ter (nieuw)

Een artikel 29ter (nieuw) invoegen, luidende :

Art. 29ter. ­ De gouverneur doet uitspraak :

1º over de aanvragen om erkenning overeenkomstig de artikelen 4, 5, 19 en 20, binnen de vier maanden na de ontvangst ervan;

2º over de aanvragen om een vergunning overeenkomstig de artikelen 10, 13 en 16, binnen de drie maanden na de ontvangst ervan.

De in deze wet voorgeschreven termijnen waarbinnen de gouverneur of de minister van Justitie een beslissing moeten nemen, kunnen, op straffe van nietigheid, alleen worden verlengd bij gemotiveerde beslissing. »

Verantwoording

De termijnen waarbinnen de gouverneur uitspraak moet doen over alle aanvragen, die voortaan bij hem worden gecentraliseerd, worden samengebracht in een artikel, dat de reeds bestaande bepalingen overneemt. In tegenstelling tot vroeger zijn het geen loutere termijnen van orde meer, maar staat er op hun overschrijding een sanctie.

In de meeste gevallen zullen de voorgeschreven termijnen probleemloos kunnen worden nagekomen, maar in bepaalde gevallen is het mogelijk dat deze te kort zijn om tot een goed gefundeerde beslissing te komen.

Omdat de openbare orde dient te primeren, moet de mogelijkheid bestaan om deze termijnen in uitzonderlijke gevallen te overschrijden. Bijvoorbeeld in geval van een lopend onderzoek tegen een aanvrager kan het lang duren voor het nodige advies van het parket kan worden bekomen. Het is ondenkbaar dat deze lange duur in het voordeel zou spelen van de aanvrager, die eventueel de openbare veiligheid in gevaar zou kunnen brengen.

Om misbruiken te voorkomen, moet de verlenging van de beslissingstermijn aan de betrokkenen worden gemeld bij gemotiveerde beslissing.

De minister van Justitie,

Marc VERWILGHEN.


Nr. 129 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN

Art. 10

In dit artikel de volgende wijzigingen aanbrengen :

A) Paragraaf 3 aanvullen met een 8º, luidende :

« 8º hun wapens ongeladen opbergen in een wapenkast die voldoet aan de minimale standaard vastgelegd door de Koning of op andere wijze onklaar worden gemaakt volgens de nadere regels vastgelegd door de Koning. »

B) In § 4, eerste zin, de woorden « en 8º » invoegen tussen de woorden « tot 6º » en de woorden « , zijn niet ».

Verantwoording

Gelet op het zwaarwegend algemeen belang van de veiligheid in de samenleving dient men de nodige veiligheidsgaranties in te lassen inzake het bewaren van vergunningsplichtige vuurwapens. Personen aan wie een wapenvergunning is verleend, verkeren in een uitzonderingspositie.

In de wapenwet dienen de veiligheid van de levensomgeving, het voorkomen van geweld, zelfmoord en verwondingen centraal te staan. Zij vormen het vertrekpunt van een efficiënt en coherent preventiebeleid.

Door de wijziging van artikel 10 zal elke aanvrager van een vergunning tot het voorhanden hebben van vuurwapens hun wapens ongeladen moeten opbergen in een wapenkast.

Dit amendement is gebaseerd op volgende internationale bevindingen, aanbevelingen en wettelijke bepalingen :

1) volgende aanbeveling werd aangebracht door een vergadering van internationale experten (Expert Group Meeting) binnen de Commission on Crime Prevention and Criminal Justice van de Verenigde Naties op 7 maart 1997 :

« The commission on crime prevention should be invited to encourage Member States to consider, where they have not yet done so, regulatory approaches to the civilian use of firearms that include the following common elements :

(i) Regulations relating to the safe use and storage of firearms. »

2) De Australian Medical Association heeft hieromtrent volgende position statement gepubliceerd : « Basic requirements Security and Storage :

1. Statutory requirements for the storage of weapons and the owner's arrangements to meet those requirements should be described on the firearms licence.

2. Failure to store firearms in the prescribed manner should be an offence which could lead to cancellation of the licence and confiscation of the weapons.

3. Firearms should be stored in steel, locked, childproof, safe cabinets. Ammunition should be stored elsewhere, but in a similar manner. Firearms should be rendered inoperable whilst in storage by removal of one working part which should be stored elsewhere.

4. Metropolitan recreational club members should, unless travelling to competitions, be required to store working parts of firearms at the club site.

5. Licence holders must take all responsible precautions to ensure that their firearms are not lost or stolen. Loss or theft must be reported immediately to the police; failure to report should attract a significant penalty. »

3) In Canada werd de wapenwet in 1998 verstrengd, waarbij de houder van een vergunning zijn wapens ongeladen dient op te slaan op een veilige plaats, achter slot.

4) In het Verenigd Koninkrijk moeten wapens worden opgeslagen op een plaats die onbereikbaar is voor derden waarbij voldoende veiligheidsgaranties dienen te worden voorzien. De « Firearms Committee » is een wettelijk orgaan dat werd ingesteld onder de « Firearms Act » om advies te geven omtrent de wetgeving inzake wapens. Zij stelde in haar uitgebreid onderzoek naar de bestaande wapenwet : « The FCC recommends that guidance be issued on both the storage of handguns and the wider issue of secure storage. » Voorts stellen zij in het hoofdstuk « Control on shotguns » : « It is required that owners of shotguns ensure that these are stored safely when not in use. In practice, this requires the same level of secure storage as for other firearms, for example in a steel cabinet. »

5) De directie Bestuurszaken van het Nederlands ministerie van Justitie stelt in haar aanbeveling omtrent de wettelijke verplichting om wapens deugdelijk op te bergen : « Het meest veilig is een wapenkluis, doch ook andere wijzen van opbergen zijn mogelijk. »

6) Ook in Frankrijk zijn er strenge wettelijke bepalingen uitgevaardigd inzake het bewaren van wapens (loi Leroux).

7) We willen ook verwijzen naar diverse wetenschappelijke artikels waaruit blijkt dat wapenbezit de kans op doodslag, incidentele dood en zelfmoord verhoogt.

­ Am J Public Health 1997, Jun 87 : 974-8

Zij onderzochten het verband van (legaal) aangekochte wapens (handgun) en de kans op moord en zelfmoord. Zij onderzochten daartoe 353 gevallen van zelfmoord en 117 moorden tussen 1980 en 1992. Wapenaankoop verdubbelt de kans op zelfmoord : Relatief Risico = 1,9 (95 % betrouwbaarheidsinterval 1,4-2,5). De kans op moord neemt toe tot 2,2 (95 % betrouwbaarheidsinterval 1,3-3,7). Deze cijfers bleven gedurende de 5 jaar follow-up onverminderd gelden.

­ Am J Dis Child 1993, Oct; 147 : 1066-71

Gelijkaardig onderzoek naar suicide bij adolescenten (67 gevallen). Ook hier gelijkaardige resultaten. De associatie in dit onderzoek was nog sterker : de kans op zelfmoord verhoogde tot 4,4 (95 % betrouwbaarheidsinterval 1,1-17,5). Hier waren revolvers en pistolen wel gevaarlijker en ook geladen wapens : kans 32,3 (95 % betrouwbaarheidsinterval 2,5-413,4). Besluit van onderzoekers : zelfs zonder psychiatrische afwijkingen verhoogt wapenbezit de kans op suicide bij jongeren.

­ J Trauma 1998, Aug; 45 : 263-7

Onderzoek naar wapengebruik in en rond het huis in Memphis, Seattle en Galveston gedurende 1,5 jaar. Men registreerde 626 schoten in of rond de woning : 54 ongewilde schoten, 118 pogingen tot of gelukte zelfmoorden, 438 aanvallen/moorden. 13 (dertien !!) waren legaal gerechtvaardigd omwille van zelfverdediging. Dat wil zeggen dat voor elk schot in een geval van wettige zelfverdediging er 4 accidentele schoten waren, 7 schoten naar mensen met al dan niet dood tot gevolg en 11 pogingen tot zelfmoord.

­ Can Med Assoc J 1993, May 15; 148 : 1721-5

Internationale vergelijking tussen westerse landen : correlatie tussen het percentage van de mensen die een wapen hebben in een bepaald land en de moord- of zelfmoordcijfers (met of zonder een wapen) van die landen.

Elf Europese landen, Australië, Canada en de Verenigde Staten werden vergeleken. Er was een correlatie tussen het totale aantal bezitters van een wapen thuis en de nationale percentages van zelfmoord, al dan niet begaan met een wapen. Er bestaat ook een zwakke correlatie met het totaal aantal moorden. Hier is evenwel de correlatie zwak : cultuurverschillen en de « verdunning » door het feit dat de meeste moorden buiten huis gebeuren (75 %) en dus niet echt verband houden met bezitten van een wapen in huis.

Een goede wetgever is het aan zichzelf verplicht om bij het uitwerken van een wapenwet minimumvereisten op te nemen inzake het veilig bewaren van wapens. Het instellen van het verplicht bewaren van wapens door particulieren in een wapenkluis garandeert het beste de veiligheid van zowel de gebruiker als derden. Tevens houdt dit amendement rekening met de praktische haalbaarheid van veiligheidsbepalingen inzake wapens.

Zo kan men nu reeds voor 542 euro een wapenkluis aanschaffen voor vijf wapens, wat het gemidelde aantal geweren is voor jagers. Aldus kost een wapenkast niet meer dan de kostprijs van één jachtwapen. Bovendien zal deze prijs dalen indien een standaard wordt uitgewerkt en men dus kan overgaan tot een grotere productie van wapenkasten.

Dergelijke wapenkast draagt ook bij tot het terugdringen van de diefstal van wapens. In de toelichting van het wetsvoorstel wordt zelf aangegeven door de auteurs dat er in België een groot aantal wapens wordt gestolen of valselijk gestolen aangegeven met het oog op de bevoorrading van de illegale markt. De wapenkast is immers beveiligd tegen inbraken, waardoor het minder gemakkelijk wordt om wapens te stelen, of valselijk aangifte te doen van een diefstal. Door aan preventie te doen van diefstal van wapens heeft deze maatregel een zekere impact op het aantal illegale wapens dat in omloop is.

De strafbepalingen van artikel 22 zijn van toepassing bij overtreding van dit artikel alsook de bepalingen in artikel 24 inzake herhaling.

Via artikel 29 wordt een wettelijke basis gegeven aan de via omzendbrieven geregelde praktijk van regelmatige preventieve controles bij de erkende personen en de particuliere wapenbezitters. Deze ambtenaren zullen ook controleren of de wapens effectief worden opgeslagen in de wapenkast.

Nr. 130 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN

Art. 11

In dit artikel de volgende wijzigingen aanbrengen :

A) In het 1º, tussen de woorden « hun kennis van de wapenwetgeving, » en de woorden « en hun geschiktheid om veilig een vuurwapen te hanteren vooraf zijn nagegaan » de woorden « hun wapens ongeladen opbergen in een wapenkast die voldoet aan de minimale standaard vastgelegd door de Koning of op andere wijze onklaar worden gemaakt volgens de nadere regels vastgelegd door de Koning » invoegen.

B) In het 2º, tussen de woorden « hun kennis van de wapenwetgeving, » en de woorden « en hun geschiktheid om veilig een vuurwapen te hanteren vooraf zijn nagegaan » de woorden « hun wapens ongeladen opbergen in een wapenkast die voldoet aan de minimale standaard vastgelegd door de Koning of op andere wijze onklaar worden gemaakt volgens de nadere regels vastgelegd door de Koning » invoegen.

C) In het derde lid, tussen de woorden « De Koning » en de woorden « bepaalt de modaliteiten van registratie van de overdracht en het voorhanden hebben van de vuurwapens en de munitie bedoeld in dit artikel. » de woorden « legt hen verplichtingen op inzake het ongeladen opbergen van wapens in een wapenkast en » invoegen.

Verantwoording

Gelet op het zwaarwegend algemeen belang van de veiligheid in de samenleving dient men de nodige veiligheidsgaranties in te lassen inzake het bewaren van wapens bedoeld in artikel 11 van deze wet (onder meer jachtwapens en wapens voor sportschutters). Personen aan wie een wapenvergunning is verleend, verkeren in een uitzonderingspositie.

Door de wijziging van artikel 11 zullen de jagers en de sportschutters hun wapens ongeladen moeten opbergen in een wapenkast.

Voor een nadere algemene toelichting wordt verwezen naar de toelichting van het amendement nr. 129.

Nr. 131 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN

Art. 37

In dit artikel de volgende wijzigingen aanbrengen :

A) Paragraaf 1 aanvullen met het volgende lid :

« De betrokkene dient binnen zes maanden na de aangifte zijn wapens ongeladen op te bergen in een wapenkast die voldoet aan de minimale standaard vastgelegd door de Koning of op andere wijze onklaar worden gemaakt volgens de nadere regels vastgelegd door de Koning. »

B) Paragraaf 2 aanvullen met het volgende lid :

« De betrokkene dient binnen zes maanden na de aangifte zijn wapens ongeladen op te bergen in een wapenkast die voldoet aan de minimale standaard vastgelegd door de Koning of op andere wijze onklaar worden gemaakt volgens de nadere regels vastgelegd door de Koning. »

Verantwoording

De betrokkenen die vallen onder de overgangsregeling van artikel 37 beschikken over een termijn van 6 maanden na de aangifte om te voldoen aan de verplichting om hun wapens te bewaren in een wapenkast.

Voor nadere toelichting wordt verwezen naar de verantwoording van het amendement nr. 129.

Nr. 132 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN

Art. 41

Dit artikel aanvullen met een nieuw lid, luidend als volgt :

« De houders van deze vergunningen dienen binnen zes maanden na de inwerkingtreding van deze wet hun wapens ongeladen op te bergen in een wapenkast die voldoet aan de minimale standaard vastgelegd door de Koning of op andere wijze onklaar worden gemaakt volgens de nadere regels vastgelegd door de Koning. »

Verantwoording

De huidige houders van een vergunning tot het voorhanden hebben van wapens, beschikken over een termijn van 6 maanden na de inwerkingtreding van deze wet om te voldoen aan de verplichting om hun wapens ongeladen op te bergen in een wapenkast.

Hier kan worden verwezen naar de toelichting van het amendement nr. 129.

Patrik VANKRUNKELSVEN.

Nr. 133 VAN DE HEER HAPPART

Art. 3

In het 8º van § 1 van dit artikel voor het woord « tuigen » het woord « draagbare » invoegen.

Verantwoording

Door alle tuigen gelijk te stellen met verboden wapens, ongeacht of ze draagbaar zijn of niet, doelt het voorstel eveneens op de elektrische omheiningen van de landbouwers.

Nr. 134 VAN DE HEER HAPPART

Art. 4

Paragraaf 1 van dit artikel aanvullen als volgt :

« Die erkenning is geldig in het hele Rijk. »

Verantwoording

Wanneer de erkenning voor het hele Rijk geldt, kan de deelname aan beurzen of jaarbeurzen geen problemen meer meebrengen. Ook kunnen de vertegenwoordigers rondreizen met het product dat ze te koop aanbieden.

Nr. 135 VAN DE HEER HAPPART

Art. 4

Het tweede lid van § 2 van dit artikel vervangen als volgt :

« De vereiste beroepsbekwaamheid heeft betrekking op de kennis van de na te leven regelgeving en van de beroepsregels, en van het omgaan met wapens. »

Verantwoording

Niet alleen de regelgeving betreffende wapens moet grondig gekend zijn, maar ook die op de jacht en die op het sportschieten. Wanneer die regelgevingen grondig gekend zijn, zal het niet voorkomen dat jagers of sportschutters een wapen hebben van een kaliber dat niet aan de geldende regelgeving beantwoordt.

De technische kennis moet achterwege blijven, gezien de grote diversiteit van de activiteiten in de sector waar de wapenhandelaars werkzaam zijn.

Het is evenwel zeer belangrijk dat de wapenhandelaar met een wapen weet om te gaan, aangezien hij zijn kennis aan de koper van het wapen moet overdragen.

Nr. 136 VAN DE HEER HAPPART

Art. 4

In het laatste lid van § 2 van dit artikel, de woorden « , of de aanvrager ... voor een derde. » vervangen door de woorden « en of de aanvrager niet optreedt voor rekening van een derde ».

Verantwoording

Grote zendingen van goederen vragen vaak om een bankkrediet. Dat kan als een gebrek aan solvabiliteit worden geïnterpreteerd.

Zal men ook een tegemoetkoming van een gewest om de werkgelegenheid te vrijwaren niet verdacht vinden ?

Nr. 137 VAN DE HEER HAPPART

Art. 6

Dit artikel aanvullen met een § 3, luidende :

« § 3. Tegen elke schorsing, intrekking of beperking van de erkenning kan binnen de maand volgend op de kennisgeving van de maatregel beroep worden ingesteld bij de minister van Justitie, die over een termijn van drie maanden beschikt om zich uit te spreken. Het instellen van het beroep werkt opschortend. »

Verantwoording

Rekening houdend met de investeringen en met het feit dat de soms te onpas uitgevoerde sluiting van een handelszaak de toekomst ervan in gevaar brengt, behoort een in de tijd beperkte mogelijkheid van beroep open te staan.

Nr. 138 VAN DE HEER HAPPART

Art. 7

De aanhef van het eerste lid van dit artikel doen luiden als volgt :

« Behalve de personen die erkend zijn zoals bedoeld in hoofdstuk III, mag niemand verboden wapens vervaardigen, ... ».

Verantwoording

De toelichting vermeldt wapens uitgerust met een geluidsdemper, dolken, degenstokken en geweerstokken. Daaruit kan worden afgeleid dat die vooral privéverzamelingen op het oog heeft.

Artikel 7 houdt echter ook een dreiging in voor de nationale industrie. Bestellingen uit het buitenland kunnen voortaan niet meer worden uitgevoerd. Die leveringen, die onder de strenge controle van de regels inzake exportlicenties staan, moeten kunnen worden voortgezet.

Het voorstel doelt duidelijk op de automatische wapens ontworpen voor militair gebruik. Er behoort dus een uitzondering te komen voor de erkende personen.

Nr. 139 VAN DE HEER HAPPART

Art. 11

Het 3º van dit artikel vervangen als volgt :

« 3º houders van een Europese vuurwapenpas, die de daarop vermelde wapens voorhanden mogen hebben. »

Verantwoording

Heel wat Belgische jagers jagen niet meer in België en beoefenen de jacht buiten de landsgrenzen. Ze zijn houder van een Europese vuurwapenpas, die in België werd afgegeven.

Men kan die jagers niet verplichten een jachtverlof te bezitten afgegeven door één van onze gewesten om hun wapens te kunen behouden.

Jean-Marie HAPPART.