Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-46

ZITTING 2001-2002

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Justitie

Vraag nr. 1272 van mevrouw De Schamphelaere van 4 mei 2001 (rappel van 12 november 2001) (N.) :
Moslimexecutieve. ­ Samenstelling. ­ Werking.

In het mei-nummer van Streven (blz. 454) maakt de heer Johan Leman, directeur van het Centrum voor gelijke kansen en racismebestrijding, gewag van « een duidelijke poging (...) vanwege de « moslimbroeders » om diegenen die de niet-moslims de « gematigden » noemen, uit de executieve te laten weren. Daarvoor wordt eigenaardig genoeg steun gezocht (en gevonden) bij sommige uitgesproken laïcs ».

Eerder dit jaar (zie integraal verslag commissie voor de Justitie COM 435, 27 maart 2001) liet u duidelijk verstaan dat Justitie, kabinet én administratie, met regelmaat overleggen met de executieve. De gerechtelijke overheid heeft de vinger dus aan de pols en we mogen er van uitgaan dat zij op de hoogte is van wat er zich afspeelt of afspeelde rondom de moslimexecutieve.

Graag had ik van de geachte minister het volgende vernomen :

1. De heer Leman signaleert een samenwerken van « laïcs » en « moslimbroeders ». Welke groepen worden hier precies bedoeld ?

2. Kan u weergeven waaruit de « duidelijke poging » tot het wijzigen van de samenstelling van de executieve precies bestond ?

3. Werd in dit kader door de initiatiefnemers enige (eventueel ongeoorloofde) druk uitgeoefend op zittende leden om terug te treden uit de executieve ?

4. Is de betrokken wijzigingspoging ten einde ? Heeft de poging gevolgen voor het functioneren van de executieve en voor de relatie van de executieve met uw diensten ?

5. Ervan uitgaande dat de door de heer Johan Leman gesignaleerde gebeurtenis niet per se éénmalig is : is de executieve naar uw inschatting een stabiel en valabel vertegenwoordigingsorgaan of is het statuut ervan, wegens bijvoorbeeld contestatie in bepaalde islamitische kringen, enigszins onzeker ?