2-290/3 | 2-290/3 |
2 OKTOBER 2001
Art. 5
In de eerste zin van het eerste lid van dit artikel tussen het woord « lijst » en de woorden « van de instellingen » de woorden « van de intercommunale verenigingen en » invoegen.
Verantwoording
Naar luid van artikel 162, laatste lid, van de Grondwet, samen gelezen met artikel 6, § 1, VIII, 8º, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zijn de gewesten bevoegd voor de organieke wetgeving inzake de intercommunales, met uitzondering van het door de wet georganiseerd specifiek toezicht inzake brandbestrijding. Derhalve komt het hun administratie toe om de verplichting als vermeld in artikel 5 van het wetsontwerp uit te voeren. Deze zienswijze dient dan ook in artikel 5 van het ontwerp van bijzondere wet en niet in artikel 5 van het wetsontwerp te worden ondergebracht.
Martine TAELMAN. |
Art. 6
Het 1º van dit artikel vervangen als volgt :
« 1º de secretaris van elke regering bedoeld in artikel 1, nr. 1, van de bijzondere wet van 2 mei 1995, voor de leden en de regeringscommissarissen van die regeringen en staatssecretarissen van de regering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, alsmede voor de kabinetschefs en adjunct-kabinetschefs van de ministeriële kabinetten van die regeringen en de regeringscommissarissen; »
Verantwoording
Het amendement strekt ertoe ervoor te zorgen dat ook regeringscommissarissen die eventueel zouden worden aangesteld door de regeringen van gemeenschappen en gewesten, onder de toepassing van de wet zouden vallen.
Art. 6
Aan het slot van het eerste lid van dit artikel, een 5º (nieuw) toevoegen, luidende :
« 5º de voorzitter van de raad van bestuur, voor de handelsvennootschappen waarvan de gemeenschappen of de gewesten meerderheidsaandeelhouder zijn. »
Verantwoording
Doordat de leden van de raad van bestuur van de economische overheidsbedrijven bedoeld in de wet van 21 maart 1991, alsmede de bestuurders die zijn aangewezen in publiekrechtelijke naamloze vennootschappen, publiekrechtelijke bankholdings en openbare kredietinstellingen als bepaald in artikel 191 van de wet van 17 juni 1991 op de openbare kredietinstellingen, en de bestuurders van handelsvennootschappen waarvan de Staat meerderheidsaandeelhouder is, opnieuw in de wet worden opgenomen, moet ook de persoon die de gegevens aan het Rekenhof moet meedelen, in de wet vermeld worden.
Art. 12
Het 1º van dit artikel vervangen als volgt :
« 1º Het nr. 3 wordt vervangen als volgt :
« 3. de ambtenaren-generaal van de gemeenschaps- en gewestministeries, met uitzondering van de ambtenaar-generaal van het ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, en de administrateurs-generaal van de instellingen van openbaar nut waarover de gemeenschappen, de Duitstalige Gemeenschap uitgezonderd, of de gewesten het toezicht uitoefenen. Voor de toepassing van deze bijzondere wet wordt onder ambtenaren-generaal verstaan de ambtenaren bekleed met een van de graden van de rangen 16 en 17 of een daarmee gelijkwaardige rang; in de instellingen van openbaar nut waarop de wet van 16 maart 1954 van toepassing is en waarin niemand de titel van administrateur-generaal voert, is de wet van toepassing op de leidend ambtenaar. »
Verantwoording
Deze wijziging heeft tot doel artikel 1, nr. 3, van de bijzondere wet van 2 mei 1995 in overeenstemming te brengen met artikel 1, nr. 9, van de wet van 2 mei 1995 gewijzigd door de amendementen nrs. 11 en 15 die door de heer Moens werden ingediend op het wetsontwerp tot uitvoering en aanvulling van de wet van 2 mei 1995 betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte in te dienen (stuk Senaat, nr. 2-289/3).
Art. 12
Het 2º en het 3º van dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Het is wenselijk nr. 4 van artikel 1 van de bijzondere wet van 2 mei 1995 te behouden daar de schrapping ervan die in dit wetsontwerp en in het ontwerp van bijzondere wet beoogd wordt, niet verantwoord is gelet op het algemeen streven naar de doorzichtigheid dat zowel aan de gewone wet en de bijzondere wet van 2 mei 1995 als aan de andere ontwerpen die betrekking hebben op de overheidssector, ten grondslag ligt.
Art. 12
Aan het slot van dit artikel een 4º (nieuw) toevoegen luidend als volgt :
« 4º In het nr. 5 op het einde de woorden « en met inbegrip van de regeringscommissarissen » toevoegen. »
Verantwoording
Dit amendement heeft tot doel ook de kabinetschefs en de adjunct-kabinetschefs van de regeringscommissarissen te onderwerpen aan de wet.
Art. 15
Dit artikel vervangen als volgt :
« Art. 15. Voor de eerste toepassing van deze bijzondere wet worden de aangiften bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de bijzondere wet van 2 mei 1995, bij wijze van overgangsregeling ingediend :
1º in de loop van het eerste kwartaal van 2002 voor de personen bedoeld in artikel 1, nrs. 1 en 2, van de bijzondere wet van 2 mei 1995;
2º in de loop van het tweede kwartaal van 2002 voor de personen bedoeld in artikel 1, nrs. 3 en volgende, van de bijzondere wet van 2 mei 1995. »
Verantwoording
De data opgenomen in artikel 15 van het wetsontwerp zijn achterhaald.
Guy MOENS. |