2-289/3

2-289/3

Belgische Senaat

ZITTING 2000-2001

2 OKTOBER 2001


Wetsontwerp tot uitvoering en aanvulling van de wet van 2 mei 1995 betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte in te dienen


AMENDEMENTEN


Nr. 9 VAN MEVROUW TAELMAN

Art. 5

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Naar luid van artikel 162, laatste lid, van de Grondwet, samengelezen met artikel 6, § 1, VIII, 8º, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zijn de gewesten bevoegd voor de organieke wetgeving inzake de intercommunales, met uitzondering van het door de wet georganiseerd specifiek toezicht inzake brandbestrijding. Derhalve komt het hun administratie toe om de verplichting als vermeld in artikel 5 van het wetsontwerp uit te voeren. Deze zienswijze dient dan ook in artikel 5 van het ontwerp van bijzondere wet en niet in artikel 5 van het ontwerp van gewone wet te worden ondergebracht.

Martine TAELMAN.

Nr. 10 VAN DE HEER MOENS

Art. 6

Het 1º van dit artikel vervangen als volgt :

« 1º de secretaris van de Ministerraad, voor de ministers, de staatssecretarissen en de regeringscommissarissen, alsmede voor de kabinetschefs en de adjunct-kabinetschefs van de ministeriële kabinetten van de federale regering, met inbegrip van de regeringscommissarissen, en voor de commissarissen van de federale regering die de titel van gouverneur en vice-gouverneur voeren, aangesteld in het administratieve arrondissement Brussel-Hoofdstad; »

Verantwoording

De huidige federale regering telt drie regeringscommissarissen met een bijzondere opdracht.

Die functies bestonden niet toen het Parlement de wet van 2 mei 1995 betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen alsmede een vermogensaangifte in te dienen, heeft goedgekeurd. Het is derhalve wenselijk ook de regeringscommissarissen die verplichting op te leggen, waarbij dezelfde doorzichtigheid beoogd wordt als ten tijde van de goedkeuring van de wet van 2 mei 1995 die de federale ministers en staatssecretarissen betrof.

Nr. 11 VAN DE HEER MOENS

Art. 6

In het 9º van het eerste lid van dit artikel tussen de woorden « federaal ministerie » en « voor de ambtenaren-generaal » de woorden « en van het ministerie van de Duitstalige Gemeenschap » invoegen.

Verantwoording

Dit amendement strekt ertoe de secretaris-generaal van de Duitstalige Gemeenschap toe te voegen. Dit om een vergetelheid van de wetgever recht te zetten.

Nr. 12 VAN DE HEER MOENS

Art. 6

In het eerste lid van dit artikel, het 10º aanvullen als volgt :

« 10º of waarover de Duitstalige Gemeenschap het toezicht uitoefent. »

Verantwoording

De wetgever was de Duitstalige Gemeenschap vergeten; dit moet worden rechtgezet.

Nr. 13 VAN DE HEER MOENS

Art. 6

Aan het slot van het eerste lid van dit artikel, een 14º (nieuw) toevoegen, luidende :

« 14º de voorzitter van de raad van bestuur van de economische overheidsbedrijven bedoeld in de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, van de publiekrechtelijke bankholdings en openbare kredietinstellingen zoals bepaald in artikel 191 van de wet van 17 juni 1991 op de openbare kredietinstellingen, alsmede van de handelsvennootschappen waarvan de Staat meerderheidsaandeelhouder is, voor de personen als bedoeld in artikel 1, 10, van de wet van 2 mei 1995. »

Verantwoording

Doordat de leden van de raad van bestuur van de economische overheidsbedrijven bedoeld in de wet van 21 maart 1991, alsmede de bestuurders die zijn aangewezen in publiekrechtelijke naamloze vennootschappen, publiekrechtelijke bankholdings en openbare kredietinstellingen als bepaald in artikel 191 van de wet van 17 juni 1991 op de openbare kredietinstellingen, en de bestuurders van handelsvennootschappen waarvan de Staat meerderheidsaandeelhouder is opnieuw in de wet worden opgenomen, moet ook de persoon die de gegevens aan het Rekenhof moet meedelen, in de wet vermeld worden.

Nr. 14 VAN DE HEER MOENS

Art. 12

Het 1º van dit artikel vervangen als volgt :

« 1º het nr. 1 wordt vervangen als volgt :

1. de ministers, de staatssecretarissen en regeringscommissarissen. »

Verantwoording

Zie amendement nr. 9.

Nr. 15 VAN DE HEER MOENS

Art. 12

Het 4º van dit artikel vervangen als volgt :

« 4º Het nr. 9 wordt vervangen als volgt :

9. de ambtenaren-generaal van de federale ministeries en van het ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en de administrateurs-generaal van de instellingen van openbaar nut waarop de wet van 16 maart 1954 van toepassing is of waarover de Duitstalige Gemeenschap het toezicht uitoefent. Voor de toepassing van deze wet wordt onder ambtenaren-generaal verstaan de ambtenaren bekleed met een van de graden van de rangen 16 en 17; in de instellingen van openbaar nut waarop de wet van 16 maart 1954 van toepassing is en waarin niemand de titel van administrateur-generaal voert, is de wet van toepassing op de leidende ambtenaar. »

Verantwoording

Artikel 1, nr. 9, van de wet van 2 mei 1995 bepaalt dat de wet van toepassing is op de ambtenaren-generaal van de federale ministeries. Hierbij werd vergeten de ambtenaar-generaal van het ministerie van de Duitstalige Gemeenschap te vermelden hoewel de bijzondere wet van 2 mei 1995 via artikel 1, punt 3, wel degelijk van toepassing is op die ambtenaar. Een soortgelijke opmerking kan worden gemaakt voor de administrateur-generaal van de instellingen van openbaar nut waarover de Duitstalige Gemeenschap het toezicht uitoefent.

Nr. 16 VAN DE HEER MOENS

Art. 12

Het 5º van dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Het is wenselijk het nr. 10 van artikel 1 van de wet van 2 mei 1995 te behouden daar de schrapping ervan die in dit wetsontwerp en in het ontwerp van bijzondere wet beoogd wordt, niet verantwoord is gelet op het algemeen streven naar doorzichtigheid dat zowel aan de gewone wet en de bijzondere wet van 2 mei 1995 als aan de andere ontwerpen die betrekking hebben op de overheidssector, ten grondslag ligt.

Nr. 17 VAN DE HEER MOENS

Art. 12

Het 7º van dit artikel vervangen als volgt :

« 7º de nrs. 1, 2, 3, 4, 4bis, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11 en 12 worden vernummerd tot respectievelijk de nrs. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 13. »

Verantwoording

Dit amendement is het gevolg van het amendement nr. 15.

Nr. 18 VAN DE HEER MOENS

Art. 12

Dit artikel aanvullen met een 8º luidend als volgt :

« 8º in het nr. 12 tussen de woorden « de federale regering » en « de regering van de Duitstalige Gemeenschap » de woorden « met inbegrip van de regeringscommissarissen » invoegen. »

Verantwoording

Dit amendement heeft tot doel om ook de kabinetschefs en de adjunct-kabinetschefs van de regeringscommissarissen te onderwerpen aan de wet.

Nr. 19 VAN DE HEER MOENS

Art. 15

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 15. ­ Voor de eerste toepassing van deze wet worden de aangiften bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de wet van 2 mei 1995, bij wijze van overgangsregeling, ingediend :

1º in de loop van het eerste kwartaal van 2002 voor de personen bedoeld in artikel 1, nrs. 1 tot 5, van de wet van 2 mei 1995,

2º in de loop van het tweede kwartaal van 2002 voor de personen bedoeld in artikel 1, nrs. 6 en volgende, van de wet van 2 mei 1995. »

Verantwoording

De data opgenomen in artikel 15 van het wetsontwerp zijn achterhaald.

Guy MOENS.