2-767/2

2-767/2

Belgische Senaat

ZITTING 2000-2001

4 JULI 2001


Wetsontwerp betreffende de Centrale voor kredieten aan particulieren


Evocatieprocedure


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN DE HEREN D'HOOGHE EN STEVERLYNCK

Art. 9bis (nieuw)

Een artikel 9bis (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 9bis. ­ Het is voor de kredietgever verboden om aan een kandidaat-kredietnemer een aanbod tot het sluiten van een kredietovereenkomst te doen indien bij raadpleging door de kredietgever van de Centrale blijkt dat de kandidaat-kredietnemer als wanbetaler staat geregistreerd en het sluiten van een nieuwe kredietovereenkomst de kredietnemer in een situatie van schuldoverlast zou brengen. »

Verantwoording

In de toelichting op het ontwerp wordt gesteld dat zowel sociale werkers als de Nationale Bank van België en de ombudsman van de Belgische Vereniging van Banken, verklaren verrast te zijn door de lichtvaardigheid waarmee sommige kredieten werden toegekend, daar waar de consument ten aanzien van zijn inkomen de grens van een redelijke schuldenlast reeds had bereikt of overschreden.

Enige consequentie gebiedt dan ook betere waarborgen in te bouwen voor de consumenten.

Het amendement creëert een dubbele voorwaarde opdat het de kredietgever verboden zou worden krediet te verschaffen.

Jacques D'HOOGHE.
Jan STEVERLYNCK.

Nr. 2 VAN DE HEER THISSEN

Art. 10

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

De registratie van door particulieren aangegane leningen in een positief bestand kan de kredietgevers ervan weerhouden nog krediet te verlenen aan mensen die duidelijk met een te zware schuldenlast kampen.

Door het in artikel 9 van het wetsontwerp bedoelde bestand te raadplegen, kunnen de kredietgevers beter beoordelen of de terugbetalingsmogelijkheden van de kredietnemer al dan niet beperkt zijn door andere leningen.

Ons lijkt het evenwel niet wenselijk om naast deze raadpleging de Bank ook nog toe te staan om voor rekening van de kredietgevers het bestand van berichten van beslag te consulteren.

Dat bestand bevat immers informatie over alle inbeslagnemingen van roerende of onroerende goederen om te voldoen aan allerhande schuldvorderingen, met name fiscale en onderhoudsvorderingen, alsook vorderingen die voortkomen uit geschillen, enzovoorts.

De toekenning van een lening moet vooral gebaseerd zijn op de beoordeling van de terugbetalingsmogelijkheden van de kredietnemer. Het aantal leningen die een persoon heeft uitstaan, is daarbij een belangrijk gegeven, maar eventuele inningsprocedures die geen verband houden met een lening zijn dat niet.

Bovendien bepaalt artikel 1390 van het Gerechtelijk Wetboek : « Het bericht van beslag wordt op de griffie bewaard gedurende drie jaren, te rekenen van het beslag, onverminderd, zo daartoe grond bestaat, de schrapping van het bericht vóór die tijd, in der minne of bij beslissing van de rechter. »

Aangezien het bericht van beslag drie jaar wordt bewaard zelfs als de schuld uitgedoofd is, bestaat een niet te verwaarlozen risico dat de lening aan de kredietnemer wordt geweigerd omdat een ongefundeerd bericht van beslag blijft bestaan.

Nr. 3 VAN DE HEER THISSEN

Art. 11

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Als afgesloten kredieten worden opgenomen in een positief bestand, zullen kredietgevers op een meer verantwoorde wijze omgaan met mensen met een kennelijke te zware schuldenlast die nog een krediet willen aangaan.

Door het in artikel 9 bedoelde bestand kunnen de kredietgevers beter inschatten of de kredietnemers nog andere schulden hebben die hun terugbetalingscapaciteit aantasten.

Het lijkt ons niet opportuun dat de Bank naast deze raadpleging ook nog gemachtigd is voor rekening van de kredietgever andere bestanden te raadplegen met daarin een overzicht van onbetaalde schulden van consumenten.

Het al dan niet verstrekken van een krediet moet gebaseerd zijn op de terugbetalingsmogelijkheden van de kredietnemer. Het aantal kredieten is daarvoor een belangrijke vingerwijzing.

René THISSEN.

Nr. 4 VAN DE HEREN D'HOOGHE EN STEVERLYNCK

Art. 3

In § 2 van dit artikel een 7º toevoegen, luidende :

« 7º de afschriften van de berichten en de opvolgende beslissingen betreffende de collectieve schuldenregelingen. »

Verantwoording

Het amendement beoogt de afstemming tussen de twee regelgevingen.

Jacques D'HOOGHE.
Jan STEVERLYNCK.