(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Naar verluidt bestaan er nog steeds een aantal problemen rond de reisvergoeding voor artsen wanneer het bezoek wordt afgelegd bij een rechthebbende in bepaalde kantons.
De reiskosten voor artsen worden geregeld in opeenvolgende akkoorden tussen artsen en ziekenfondsen. De berekeningsregels zoals vastgelegd in het akkoord van 20 juni 1988 werden vervangen in het akkoord van 1995 omdat de regels van 1988 veel moeilijkheden in de praktijk opleverden.
Uit de akkoorden van 1997 en 1998 blijkt evenwel dat er bij de toepassing van deze nieuwe berekeningen nog altijd heel wat moeilijkheden bestaan.
Deze twee laatste akkoorden voorzagen dan ook in de oprichting van een werkgroep om aan dit probleem te verhelpen.
Graag kreeg ik van de geachte minister een antwoord op volgende vragen :
1. Werd de voornoemde werkgroep opgericht ?
2. Zo ja, wat zijn de resultaten van haar werkzaamheden ?
3. Is de uitbetaling van dergelijke reiskosten op basis van een kantonnale indeling nog van deze tijd ?
4. Zijn de reiskosten niet hoger in agglomeraties ten gevolge van verkeersdrukte ?
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat in het nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen van 20 juni 1988 de regels zijn vastgesteld volgens welke in de plattelandsstreken een bijkomende vergoeding voor de reis van de algemeen geneeskundigen wordt toegekend.
Die vergoeding wordt berekend op grond van de afstand tussen de woonplaats van de rechthebbende en de twee dichtst bijgelegen geneeskundige spreekkamers.
Om een einde te maken aan de moeilijkheden bij de toepassing van die reglementering, die vooral te wijten zijn aan de fusie van de gemeenten, voert het nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen van 11 december 1995 het begrip « forfaitaire financiële tegemoetkoming » in.
Het nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen van 15 december 1998 gelast een werkgroep een oplossing te zoeken voor de problemen die het in toepassing brengen van die forfaitaire vergoeding vertraging hebben doen oplopen.
De werkgroep werd samengesteld en heeft vastgesteld dat wegens de verscheidenheid van de gemeenten en hun gehuchten, naargelang ze tot een bepaald arrondissement behoren, geen efficiënt en rationeel forfaitair systeem kan worden ingevoerd.
De voorwaarden die zijn gesteld in het nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen van 20 juni 1988, blijven derhalve terzake van toepassing.
Ter informatie deel ik mee dat die bepalingen van toepassing zijn in de hele provincie Luxemburg, in de arrondissementen Dinant en Philippeville, Hoei en Verviers, Thuin, in de gemeenten van het gewezen kanton Louveigné en in de gemeenten Alveringem en Veurne.