2-533/1

2-533/1

Belgische Senaat

ZITTING 1999-2000

17 JULI 2000


Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 54 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten

(Ingediend door de heer Philippe Monfils)


TOELICHTING


De Europese richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 voorzag in de coördinatie van de voorschriften betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, die met name van toepassing zijn op de doorgifte via de kabel. Die regels zijn omgezet in de artikelen 51 tot 54 van de wet van 30 juni 1994.

Krachtens deze regeling mogen de kabelmaatschappijen de programma's slechts doorgeven mits ze daartoe de uitdrukkelijke toestemming krijgen van de betrokken maatschappijen voor collectieve belangenbehartiging en de omroeporganisaties. Daarvoor moeten de partijen onderling schriftelijke collectieve overeenkomsten sluiten.

In de praktijk blijkt dat onenigheid over de omvang van de te storten rechten of over de wijze waarop dit moet geschieden, de betaling van rechtvaardige vergoeding aan de auteurs in de weg staat.

De rechtbanken menen dat in geval van onenigheid de doorzending van programma's niet mag worden stopgezet rekening houdend met de proportionaliteit tussen het feit (niet-betaling van de rechten) en de schade die aan de kijkers berokkend wordt (onderbreking van de programma's).

Het stelsel waarin de wet betreffende het auteursrecht en de naburige rechten voorziet, is echter een ad-hocregeling die gegrond is op het collectieve beheer en de collectieve overeenkomsten die gesloten worden tussen de beheersvennootschappen en de omroeporganisaties.

Dit voorstel heeft tot doel een verplichte procedure in te stellen tussen de partijen om het geschil te beslechten. Deze is ontleend aan de regeling waardoor beslissingen van paritaire commissies algemeen verbindend kunnen worden verklaard.

Philippe MONFILS.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 54 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten worden vervangen als volgt :

« Art. 54. § 1. Indien geen overeenkomst betreffende de toestemming voor doorgifte via de kabel kan worden gesloten tussen de vennootschappen voor het beheer van de rechten en de kabelmaatschappijen binnen zes maanden na de inwerkingtreding van deze bepaling of, indien een dergelijke overeenkomst wel werd gesloten en niet hernieuwd is, dan neemt een commissie, voorgezeten door de vertegenwoordiger van de minister die bevoegd is voor het auteursrecht, hierover een beslissing. Deze commissie telt een gelijk aantal personen aangewezen door de beheersvennootschappen en door de kabelmaatschappijen.

Deze commissie kan worden bijeengeroepen door de minister die bevoegd is voor het auteursrecht of op verzoek van een van de betrokken partijen.

De vertegenwoordigers van de vennootschappen voor het beheer van de rechten en de kabelmaatschappijen, worden aangewezen door de minister die bevoegd is voor het auteursrecht, op voordracht van de betrokken partijen.

§ 2. De commissie moet uiterlijk drie maanden na haar oprichting een beslissing nemen en beslist bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.

De beslissingen van de commissie worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

§ 3. De Koning kan de nadere regels met betrekking tot de werking en de organisatie van de commissie bepalen. De beslissingen van de commissie worden bij koninklijk besluit bindend verklaard ten aanzien van derden. De minister die bevoegd is voor het auteursrecht, kan weigeren de Koning voor te stellen een beslissing bindend te maken op grond van het feit dat de beslissing kennelijk onwettige bepalingen bevat, of bepalingen die strijdig zijn met het algemeen belang. Hij brengt de commissie op de hoogte van de motivering van deze beslissing. »

Philippe MONFILS.