2-395/1

2-395/1

Belgische Senaat

ZITTING 1999-2000

3 APRIL 2000


Voorstel van resolutie over internationale ontvoeringen van kinderen door een van de ouders

(Ingediend door de heer Philippe Monfils)


VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. gelet op het toenemend aantal internationale ontvoeringen van kinderen door een van de ouders;

B. gelet op de onwetendheid van het grote publiek omtrent de ernst en de omvang van het fenomeen van de internationale ontvoering van kinderen alsmede de actiemiddelen van de personen die hiermee geconfronteerd worden;

C. gelet op de omvang van de financiėle kosten die een ouder moet dragen die geconfronteerd wordt met een internationale ontvoering door de andere ouder;

D. overwegende dat het kind dat door een van zijn ouders gegijzeld wordt en de andere ouder moet missen, het grootste slachtoffer is van de ontvoering en van de traumatiserende en vernietigende gevolgen ervan;

E. gelet op het ontbreken van een duidelijke en in brede kring aanvaarde definitie van het nochtans vaak gebruikte begrip « hoger belang van het kind »;

F. overwegende dat alle instrumenten die ertoe strekken de ontvoering door een van de ouders te voorkomen en te regelen, de bescherming tot doel moet hebben van het recht van de kinderen om toegang te hebben tot hun beide ouders, zoals dat is bekrachtigd door artikel 10 van het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind;

G. gelet op het belang van preventie op het gebied van de ontvoering van kinderen door een van de ouders en het belang van passende en doeltreffende rechtsmiddelen wanneer preventie mislukt;

H. overwegende dat de bemiddeling, als daarvan onder strikte voorwaarden gebruik wordt gemaakt, het mogelijk maakt sommige ontvoeringen te voorkomen en te regelen;

I. gelet op het Verdrag van 's Gravenhage over de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen, het Europees Verdrag van Luxemburg betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake het gezag over kinderen en betreffende het herstel van het gezag over kinderen, het Verdrag van Brussel II betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake ouderlijke verantwoordelijkheid voor gemeenschappelijke kinderen, en artikel 65 van het EG-Verdrag alsmede de over dit onderwerp verrichte werkzaamheden in de Conferentie van Den Haag, de Raad van Europa en de Europese Unie;

J. overwegende dat die rechtsinstrumenten voorzien in uitzonderingen die ruime toepassing vinden, de bestaande procedures uitermate traag zijn hoewel het om spoedeisende aangelegenheden gaat en de vastgestelde juridische maatregelen moeilijk toepasbaar zijn;

1. verheugt zich over het politiek akkoord dat tijdens de Europese Raad van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken van maart 2000 tot stand is gekomen over het voorstel voor een verordening strekkende tot omzetting in een communautair instrument van het Verdrag van Brussel II betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid voor gemeenschappelijke kinderen, dat het mogelijk zal maken, zodra het in mei formeel is goedgekeurd, de regels van het Verdrag van Brussel II snel toe te passen,

2. verbindt er zich toe de bemiddelaarsrol van de gemengde parlementaire commissies te versterken,

3. verzoekt de federale regering :

3.1. de gezinsbemiddeling te bevorderen als preventieve maatregel tegen internationale ontvoering van kinderen door ouders,

3.2. financiėle middelen uit te trekken ter bevordering van het bewustwordingsproces in verband met het probleem van de internationale ontvoering van kinderen door een van de ouders en ter verbetering van de instrumenten die voorhanden zijn om het probleem te voorkomen en aan te pakken,

3.3. steun te verlenen aan de ouders die geconfronteerd worden met een ontvoering, onder meer wat betreft de communicatiekosten.

3.4. het debat in de Raad van Europa op gang te brengen teneinde een Europese definitie van « het hoger belang van het kind » op te stellen en ervoor te zorgen dat kinderen betrokken worden bij het opstellen van die definitie,

3.5. het ontwerp van verdrag over het grensoverschrijdend omgangsrecht dat door de Raad van Europa wordt voorbereid, te verdedigen,

3.6. op ministerieel niveau deel te nemen aan de volgende zittingen van de Conferentie van Den Haag en in verband met het Verdrag van 's Gravenhage bijzondere aandacht te schenken aan de problemen die de in artikel 13 bedoelde uitzonderingen doen rijzen, de traagheid van de procedures en de moeilijke toepasbaarheid van de vastgestelde maatregelen,

3.7. bij de Europese Unie de oprichting, op basis van artikel 65 van het EG-Verdrag, van een Europees justitieel netwerk te bepleiten dat het mogelijk maakt het spoor van de kinderen te volgen over de grenzen heen en rechtstreekse contacten tot stand te brengen tussen de gerechtelijke instanties van de lidstaten die betrokken zijn bij de ontvoering van kinderen door een van de ouders,

3.8. bij de Europese Unie de invoering van een post van onafhankelijk Europees magistraat te bepleiten.

Philippe MONFILS.