Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-13

ZITTING 1999-2000

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Justitie

Vraag nr. 492 van de heer Monfils van 2 maart 2000 (Fr.) :
Auteursrecht en naburige rechten in de informatiemaatschappij. ­ Voorstel voor een richtlijn. ­ Standpunt van België.

In de werkgroep « auteursrecht » van de Raad buigen de lidstaten zich sedert nagenoeg twee jaar over het voorstel voor een richtlijn betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij. Het Portugese voorzitterschap wil dit dossier afwerken en heeft bijna om de week een vergadering gehouden om tot een politiek akkoord te komen wanneer de Raad « Interne Markt » op 16 maart 2000 vergadert.

Nu blijkt dat de teksten die de nationale experts thans onderzoeken, de zienswijze van het Europees Parlement in februari 1999 helemaal niet meer weergeven. Het Parlement vond het immers noodzakelijk het auteursrecht daadwerkelijk te beschermen en technische voorzieningen in te voeren waarmee de rechthebbenden hun werken kunnen beschermen. Bij de huidige stand van zijn werkzaamheden laat de werkgroep van de Raad deze beginselen grotendeels links liggen. De Raad stelt namelijk voor het aantal uitzonderingen op het auteursrecht en de naburige rechten te verruimen en de bescherming van de technische voorzieningen ruimschoots te beperken door ze te laten omzeilen.

De Belgische afvaardiging zou haar aandacht moeten toespitsen op drie belangrijke bepalingen :

Artikel 5.2.b : kopieën voor privé-gebruik

De artikelen 5.2 en 5.3 voorzien in een lijst van uitzonderingen op het reproductierecht (5.2), het recht van reproductie en van mededeling aan het publiek (5.3). Wat betreft de kopieën voor privé-gebruik had het Parlement een onderscheid gemaakt tussen analoge en digitale kopieën voor privé-gebruik omdat deze twee soorten kopieën uitgesproken kwaliteitsverschillen vertonen. Tijdens de werkzaamheden van de werkgroep van de Raad heeft ons land zich achter dat onderscheid geschaard. De huidige voorstellen lijken dat onderscheid niet meer te maken. Ik durf te hopen dat België zijn zienswijze zal verdedigen. Het ziet er tevens naar uit dat onder voorwendsel van de ontwikkeling van technische voorzieningen het beginsel zelf van de billijke vergoeding voor de rechthebbenden in het gedrang komt. Wanneer het gaat om de uitzonderingen, zoals de kopieën voor privé-gebruik of het gebruik uitsluitend als toelichting bij het onderwijs of ten behoeve van het wetenschappelijk onderzoek, en trouwens voor de kopieën in het algemeen, moet de Belgische afvaardiging blijven hameren op de noodzaak van een billijke vergoeding voor de rechthebbenden.

Artikel 5.1 : tijdelijke kopieën

Het Europees Parlement heeft een amendement aangenomen om deze uitzondering te beperken tot voorbijgaande en bijkomende reproductiehandelingen die een integrerend en onmisbaar onderdeel vormen van een technisch procédé zonder zelfstandige economische betekenis, op voorwaarde dat die kopieën worden gemaakt met toestemming van de rechthebbende of door de wet zijn toegestaan. De Commissie heeft het Parlement daarin niet gevolgd. Zij heeft de uitzondering zelfs verruimd tot tijdelijke kopieën die het efficiënt functioneren van transmissiesystemen bevorderen.

De werkgroep van de Raad behandelt verscheidene initiatieven. Een ervan lijkt samen te vallen met het voorstel van het Europees Parlement en de Belgische afvaardiging zou daaraan haar steun moeten toezeggen. Niet alleen raakt het niet aan de beperkende maatregelen voor de leveranciers van on-linediensten waarvan sprake is in de richtlijn betreffende de elektronische handel, maar bovendien wijkt het ook niet af van het « acquis communautaire » inzake auteursrecht. Dat betekent dat het alleen in het kader van het rechtmatig gebruik van een beschermd werk uitzonderingen toestaat. Essentieel is eveneens dat een dergelijke uitzondering de rechthebbenden de kans biedt een vordering tot staking in te stellen tegen moedwillige tussenpersonen.

Artikel 6 : bescherming van de technische voorzieningen

In de informatiemaatschappij kunnen de rechthebbenden door middel van technische voorzieningen hun werken efficiënt beschermen tegen piraterij. Men moet er dus te allen prijze voor zorgen dat deze voorzieningen niet onwerkzaam gemaakt kunnen worden. In een bepaling van het Europees Parlement stond dat de technische voorzieningen voorrang hebben op de uitzonderingen. Het door de Commissie geamendeerde voorstel gaat volstrekt de andere kant op omdat het bij de toepassing van de uitzonderingen toestaat technische voorzieningen onwerkzaam te maken. De aanpak van de Belgische afvaardiging in de werkgroep leunt nauw aan bij die van het Europees Parlement. Onze afvaardiging heeft voorgesteld dat de rechthebbenden van de uitzonderingen in de artikelen 5.2 en 5.3 van de richtlijn de technische voorzieningen niet zelf onwerkzaam kunnen maken. Ik hoop dat u bij dit standpunt blijft. Het spreekt vanzelf dat de rechthebbenden andere middelen moeten zoeken om de voorziene uitzonderingen te laten toepassen. Wanneer het bijvoorbeeld gaat om uitzonderingen voor het gebruik als toelichting bij het onderwijs of ten behoeve van het wetenschappelijk onderzoek kan ieder die in aanwerking komt voor een dergelijke uitzondering, naar een bibliotheek gaan om inzage te nemen van de werken. Voor de toepassing van uitzonderingen bestaan er dus andere middelen dan het onwerkzaam maken van technische voorzieningen. Alvorens men toestaat dat iemand die beweert voor een uitzondering in aanmerking te komen, technische beschermingsvoorzieningen onwerkzaam maakt, moet men alle andere oplossingen onderzoeken, bijvoorbeeld het ter beschikking stellen van niet-beschermde formaten.

Indien het auteursrecht en de naburige rechten op de netwerken niet voldoende worden beschouwd, zullen de auteurs hun werk verloren zien gaan en op termijn zal de hele Europese productieketen het moeten afleggen tegen wat de Amerikanen op de netwerken te bieden hebben. De technologische revolutie zou niets anders voorstellen dan het aanleggen van leidingen waarop enige vorm van kwaliteit ver te zoeken is ...

Ligt het in uw bedoeling tijdens de volgende onderhandelingen het standpunt van de auteurs en de culturele creaties te verdedigen zoals hierboven uiteengezet ?