2-366/2

2-366/2

Belgische Senaat

ZITTING 1999-2000

30 MAART 2000


Wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden inzake grensoverschrijdend politie-optreden ter handhaving van de openbare orde en veiligheid tijdens het Europees Kampioenschap voetbal voor landenteams in het jaar 2000, ondertekend te Bergen op Zoom op 26 april 1999

VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN EN VOOR DE LANDSVERDEDIGING UITGEBRACHT DOOR DOOR DE HEER DEVOLDER


I. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

De vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken legt de nadruk op de volgende punten.

Dit verdrag voorziet in het optreden van Belgische politieambtenaren op het Nederlandse grondgebied en omgekeerd. Hiertoe zal er in principe een schriftelijk verzoek moeten zijn van de Staat op wiens grondgebied het politieoptreden zal plaatsvinden (hierna gaststaat genoemd), alsook een beslissing van de bevoegde autoriteit in de Staat wiens politieambtenaren het grensoverschrijdend politieoptreden zullen uitvoeren (hierna de zendstaat genoemd).

Deze bevoegdheid tot optreden is echter zeer beperkt doordat :

1. er slechts een beperkt aantal bevoegdheden wordt toegekend aan de grensoverschrijdende politie-ambtenaren (artikel 6);

2. deze bevoegdheden allemaal van defensieve aard zijn en niet van offensieve aard;

3. dit verdrag slechts betrekking heeft op het domein van de openbareordehandhaving, niet op het domein van justitie;

4. dit verdrag in de tijd beperkt is tot de ordehandhaving tijdens het Europees Kampioenschap voor landenteams in het jaar 2000 en een periode van drie weken er vlak voor en na;

5. er alleen een beroep gedaan wordt op de bepalingen van dit verdrag wanneer de eigen middelen ontoereikend zijn.

Alleen wanneer het voorafgaande schriftelijke verzoek vanwege de spoedeisenheid van de situatie niet mogelijk is, kan er een grensoverschrijdend politieoptreden zonder schriftelijk verzoek worden gestart, onder de voorwaarde dat dit zo spoedig mogelijk wordt meegedeeld aan de bevoegde autoriteit van de gaststaat. De daartoe bevoegde autoriteit van de gaststaat kan bepalen dat dit optreden door haar eigen ambtenaren wordt overgenomen.

De grensoverschrijdende eenheid en/of de grensoverschrijdende politieambtenaren plaatsen zich onder het gezag van de plaatselijke overheid die bevoegd is voor de handhaving van de openbare orde.

Naast het uitvoeren van grensoverschrijdende politieoptredens kan de zendstaat ook de nodige middelen leveren ter handhaving van de openbare orde (sproeiwagens, Friese ruiters, ...).

Tijdens het grensoverschrijdende politieoptreden dragen de grensoverschrijdende politieambtenaren hun uniform, tenzij voor de onmiddelijke beveiliging en nabije bescherming, waar dit niet verplicht is. Zij zijn uitgerust met hun persoonlijk dienstwapen en een korte wapenstok. Zij kunnen nog andere bewapening en middelen meevoeren, voorzover dit nodig is voor het uitvoeren van het grensoverschrijdende politieoptreden (bijvoorbeeld een lange wapenstok, een schild, ...) en voorzover zij hiertoe het bevel hebben gekregen van de plaatselijk bevoegde commandant. Wapens die in de gaststaat niet wettig toegelaten zijn mogen wel worden meegevoerd maar mogen in geen geval worden gebruikt.

De grensoverschrijdende politieambtenaren mogen slechts geweld gebruiken bij wettige verdediging, of in het kader van het grensoverschrijdende politieoptreden, conform de bevelen en richtlijnen van de plaatselijk bevoegde commandant. Zij kunnen dit geweld slechts gebruiken met inachtneming van de in de gaststaat geldende voorwaarden als subsidiariteit, proportionaliteit en redelijkheid.

De kosten voor het grensoverschrijdende politie-optreden, met uitzondering van de kosten voor huisvesting en levensonderhoud, komen ten laste van de zendstaat.

De aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt bij het grensoverschrijdende politieoptreden (artikel 2, eerste lid) of door de levering van middelen (artikel 5) wordt in principe gedragen door de gaststaat, omdat zowel het initiatief voor het uitvoeren van het grensoverschrijdende politieoptreden als de operationele controle over het grensoverschrijdende politie-optreden bij de gaststaat ligt.

Om deze reden ook ligt de verantwoordelijkheid voor schade veroorzaakt bij het grensoverschrijdende politieoptreden als bedoeld in artikel 2, derde lid, bij de zendstaat, omdat het initiatief en de operationele controle in dit geval bij de zendstaat ligt.

II. BESPREKING EN STEMMINGEN

De artikelen 1, 2 en 3, alsook het wetsontwerp in zijn geheel, worden zonder bespreking eenparig aangenomen door de 8 aanwezige leden.

Vertrouwen wordt geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.

De rapporteur,
Jacques DEVOLDER.
De voorzitter,
Marcel COLLA.