(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Eind maart werd een gezamenlijke persconferentie gehouden door de Nederlandstalige en de Frans-Duitstalige vleugels van de Koninklijke Brandweerfederatie samen met de Vereniging van de Beroepsofficieren in verband met de administratieve, financiële en operationele problemen bij de brandweerdiensten.
Naar aanleiding hiervan werd vorige maand door deze drie verenigingen een witboek verspreid.
Daaruit blijkt dat het statuut van de 11 000 vrijwillige brandweermannen niet wettelijk geregeld is.
Nochtans volgen zij dezelfde opleiding en verrichten zij hetzelfde werk als de beroepsbrandweermannen. Buiten hun normale werkuren, in hun vrije tijd, nemen zij deel aan de maandelijkse oefeningen, zijn ze van wacht in de kazerne, volgen ze bijscholing, enz.
Deze vrijwilligers hebben een contract met het gemeentebestuur, geldig voor vijf jaar en eventueel verlengbaar. Na deze periode kan het gemeentebestuur besluiten dit contract niet te verlengen, zonder daarom een geldige reden te moeten opgeven, ondanks hun bekwaamheid of hun beroepswaarde.
Dit gebrek aan wettelijk statuut omvat verschillende nadelen voor de vrijwilligers :
zij worden gedurende hun loopbaan onderworpen aan sociale afhoudingen, doch ontvangen geen jaarlijks vakantiegeld op grond van hun prestaties, of pensioen na hun loopbaan;
wanneer de vrijwillige brandweerman slachtoffer wordt van een arbeidsongeval, met een arbeidsongeschiktheid in zijn hoofdberoep, kan hij geen aanspraak maken op een vergoeding die het loonverlies compenseert;
de vrijwillige brandweerman heeft geen recht op een gratis vaccin tegen hepatitis B, hoewel de risico's voor alle brandweermannen op het terrein gelijk zijn.
Graag kreeg ik een antwoord op volgende vragen :
1. Is de geachte staatssecretaris bereid het statuut van de vrijwillige brandweermannen wettelijk te regelen, zodat de bovenvermelde nadelen worden opgevangen ?
2. Werd er naar aanleiding van het witboek reeds overleg gepleegd met de betreffende verenigingen ?
3. Welke maatregelen zal de geachte staatssecretaris nemen om voor de vrijwillige brandweermannen een officieel statuut te regelen ?