Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1996-1997


Bulletin 1-44

29 APRIL 1997

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Landsverdediging

Vraag nr. 68 van de heer Loones d.d. 21 maart 1997 (N.) :
Taalkaders Burgerlijk Algemeen Bestuur.

De taalkaders wijzen de betrekkingen in het Burgerlijk Algemeen Bestuur van het departement van Landsverdediging praktisch paritair toe aan de ambtenaren van de Nederlandse, respectievelijk de Franse taalrol.

De taalwetgeving bepaalt de betrekkingen in de diensten waarvan de werkkring het ganse land bestrijkt, en dit bestuur is zulke dienst, moeten verdeeld worden op grond van het wezenlijk belang van de Nederlandse, respectievelijk de Franse gemeenschap voor deze dienst.

Het wezenlijk belang van elk van beide gemeenschappen voor deze dienst, lijkt me afhankelijk te zijn van objectieve criteria zoals de bevolkingsverhouding, de belastingsopbrengst enz. Deze objectieve criteria duiden op een wezenlijk belang van de Vlaamse gemeenschap van minstens 60 %.

Welke zijn dan de criteria die de geachte minister ertoe brengen een gelijke verdeling te weerhouden ?


Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

Het burgerlijk algemeen bestuur spitst zijn activiteiten toe op twee belangrijke domeinen : juridische bijstand en bestuur van het burgerpersoneel dat bij de krijgsmacht of bij het bestuur zelf is tewerkgesteld.

Gelet op artikel 43, § 3, lid 1 en 2, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, worden de betrekkingen vanaf de rang van directeur (rang 13) en daarboven, op alle trappen van de hiërarchie, in gelijke mate toegewezen aan de beide kaders en het tweetalig kader moet 20 % van de betrekkingen gelijk aan en hoger dan die van directeur (rang 13) bedragen, betrekkingen die, op alle trappen van de hiërarchie, in gelijke mate dienen voorbehouden te worden aan ambtenaren van beide taalrollen.

Voor de betrekkingen lager dan die van rang 13 heeft de wetgever in acht te nemen criteria ingevoerd, met name het wezenlijk belang van het Nederlands en van het Frans taalgebied, op basis waarvan een verdeelsleutel moet worden berekend.

Het huidige verdeelpercentage betreft een 45F/55N verhouding. Die verhouding werd vastgesteld op grond van een advies dat door de Vaste Commissie voor Taaltoezicht op datum van 12 november 1981 werd uitgebracht.

De verdeelsleutel 45F/55N werd vastgelegd op basis van berekeningen van de bestaande werklast, in de twee taalstelsels, voor de periode tussen 1 september 1979 en 31 augustus 1980.

Dit werkvolume werd vastgesteld op basis van objectieve criteria te weten : het aantal behandelde dossiers, de briefwisseling gestuurd aan de administratie, de behandelde stukken bij de vertaaldiensten, het economaat, enz.

In uitvoering van de richtlijnen van het Openbaar Ambt inzake aanpassingen van de taalkaders aan de nieuwe carrièreschema's van staatsambtenaren, is mijn administratie, in samenspraak met de Permanente Commissie op de Taalcontrole, overgegaan tot een nieuwe berekening van de werklast. Deze berekening geeft, op basis van de voornoemde criteria, een verhouding van 49F/51N als resultaat.

Die verdeelsleutel vormt de basis van het ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de taalkaders van het burgerlijk algemeen bestuur, met inbegrip van zijn buitendiensten dat reeds aan de vakorganisaties werd voorgelegd.