Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996


Bulletin 1-7

27 DECEMBER 1995

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-Eerste minister en minister van Financiën en Buitenlandse Handel (Financiën)

Vraag nr. 16 van de heer Loones d.d. 13 oktober 1995 (N.) :
Eurovignet. ­ Vrijstelling voertuigen openbaar nut.

De wetgeving over het eurovignet bepaalt duidelijk dat ook gemeentebesturen verplicht zijn zich een eurovignet aan te schaffen voor hun vrachtwagens met een maximaal toegelaten massa (MTM) van meer dan 12 ton. Diezelfde wet bepaalt echter ook dat voertuigen die exclusief gebruikt worden voor het onderhoud en het beheer van de wegen vrijgesteld zijn van het eurovignet. Onlangs echter werd een vrachtwagen van de gemeente Wervik beboet omdat die niet voorzien was van een eurovignet. Deze vrachtwagen was onderweg met steenbrokken van de aanleg van een weg naar de stortplaats. Uit het antwoord van het hoofdbestuur der indirecte belastingen op een vraag van de juridische dienst van de stad Kortrijk blijkt dat de vrijstelling enkel geldt voor voertuigen die exclusief gebruikt worden voor onderhoud en beheer van wegen. Dit antwoord is als volgt nader gespecifieerd : « Het begrip onderhoud en beheer van de wegen strekt zich uit tot het onderhoud en de uitrusting van wegen en wegbermen. Het begrip dekt tevens de werken van herstelling en van aanpassing van de wegen, evenals de activiteiten bestemd om de goede werking van het verkeer te garanderen (signalisatie, winterdiensten, inspectie). De vrijstelling geldt echter niet voor voertuigen die voor het aanleggen van wegen worden aangewend. »

De geachte minister zal het ongetwijfeld met mij eens zijn dat deze bepalingen op z'n minst ruimte laten voor uiteenlopende interpretatie. Ik richt hem dan ook graag volgende opmerkingen en vragen :

1. Het onderhoud en beheer van wegen is uiteraard het gevolg van de aanleg van wegen. Niet-aangelegde wegen hoeven niet onderhouden te worden. Maakt bovendien het aanleggen van een nieuwe weg dan geen deel uit van het « beheer » van het wegennet ?

2. Wat is het verschil tussen « aanpassing » van wegen (wel vrijstelling van het vignet) en « aanleg » van wegen (geen vrijstelling) ? Een weg die met één rijvak verbreed wordt, wordt « aangepast », maar tegelijk wordt toch ook een nieuwe weg « aangelegd » ? Of niet ?

3. Welke voertuigen worden exclusief gebruikt voor onderhoud en beheer van wegen : een straatveegmachine, een asfaltgietmachine, een affreesmachine ? Daaruit zou volgen dat een vrachtwagen die het oude asfalt wegvoert, niet kan vrijgesteld worden, want die vrachtwagen wordt ook voor andere doeleinden gebruikt ? Een bulldozer die zand aanvoert komt evenmin in aanmerking, omdat hij ook bieten kan scheppen ? Waar legt de geachte minister de grens tussen voertuigen die exclusief ingezet worden voor onderhoud en beheer van wegen enerzijds en voertuigen die andere functies hebben anderzijds ?

4. De filosofie achter het eurovignet is het belasten van zwaar transport dat schade aan de wegen berokkent. Hoe kunnen vrachtwagens die wegen aanleggen (geen vrijstelling) schade berokkenen aan een « weg in aanleg », aan een weg die nog niet bestaat ? Die vrachtwagens zijn er precies nodig om de weg te kunnen aanleggen.

5. Wat is het oordeel van de geachte minister over een eurovignet-vrijstelling voor voertuigen van + 12 ton MTM die ingezet worden voor opdrachten van openbaar nut (brandbestrijding, wegenonderhoud, -beheer èn -aanleg) en die eigendom zijn van openbare besturen (gemeente, provincie, Bestuur der wegen, enz.) ?


Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vragen.

1 en 2. Krachtens artikel 5, 1º, van de wet van 27 december 1994 tot invoering van een eurovignet zijn onder andere vrijgesteld van het eurovignet de voertuigen uitsluitend bestemd voor de diensten voor onderhoud en beheer van de wegen. Uit de formulering van de wettekst kan heel logisch worden afgeleid dat bedoelde wegen reeds moeten bestaan om onderhouden en beheerd te kunnen worden.

Zoals door het geachte lid wordt aangehaald strekt het begrip onderhoud en beheer van de wegen zich uit tot het onderhoud en de uitrusting van wegen en wegbermen. Het begrip dekt tevens de werken van herstelling en van aanpassing van de wegen, evenals de werkzaamheden die de goede werking (vlotheid en veiligheid) van het verkeer (signalisatie, winterdiensten, inspectie, ...) moeten verzekeren.

De term « aanpassing van wegen » wordt gebruikt om wegenwerken aan te duiden, andere dan werken van herstelling (dit is iets in zijn oorspronkelijke staat terugbrengen) die de bestaande wegbedding niet wijzigen, zoals bijvoorbeeld het aanbrengen van een ander wegdek, het vervangen van een kruispunt met verkeerslichten door een rotonde.

Met « aanleggen van wegen » worden alle werken bedoeld die een uitbreiding van het bestaand wegennet teweegbrengen. Een weg met een rijvak verbreden valt daar dus eveneens onder.

3. Voor de toepassing van de vrijstelling voor voertuigen uitsluitend bestemd voor onderhoud en beheer van wegen is het werkelijk en niet het potentieel gebruik van de voertuigen van belang. Een vrachtwagen die uitsluitend voor het onderhoud van wegen wordt ingezet kan eveneens voor de vrijstelling in aanmerking komen. Van zodra de betreffende voertuigen tot andere doeleinden worden aangewend, zij het zelfs eenmalig, vervalt het recht op de vrijstelling.

4. Ik kan inderdaad instemmen met de opmerking dat vrachtwagens die voor wegenaanleg worden aangewend geen schade kunnen berokkenen aan een « weg in aanleg », aan een weg die dus nog niet bestaat.

Die vrachtauto's kunnen echter wel het reeds bestaande wegennet beschadigen, dat zij ongetwijfeld zullen moeten gebruiken om de plaats waar de nieuwe weg wordt aangelegd te kunnen bereiken.

Anderzijds moet de aandacht worden gevestigd op artikel 4 van de hierboven genoemde wet dat een onweerlegbaar vermoeden van belastbaarheid invoert wanneer een door de wet bedoeld voertuig is (of moet zijn) ingeschreven bij de bevoegde dienst van het ministerie van Verkeer en Infrastructuur.

5. Artikel 5, 1º, van voornoemde wet van 27 december 1994 bevat een beperkende opsomming van de voertuigen die voor een vrijstelling in aanmerking kunnen komen; de door u beoogde voertuigen, met uitzondering van deze bestemd voor de aanleg van wegen, kunnen dus worden vrijgesteld indien de voorwaarde inzake de exclusieve bestemming en de identificatie wordt nageleefd.

De wetgever heeft rekening moeten houden met artikel 4, 1º, van het verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 (Belgisch Staatsblad van 1 februari 1995).

Voor de toepassing van die bepaling wordt voorrang verleend aan het werkelijke gebruik en de aanwending van de voertuigen en dit ongeacht, a priori, de aard of de hoedanigheid van de gebruiker.