Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-75

ZITTING 1997-1998

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Volksgezondheid en Pensioenen (Volksgezondheid)

Vraag nr. 874 van de heer Loones d.d. 16 februari 1998 (N.) :
Kinderen onder de vijftien jaar met eetstoornissen. ­ Recht op medische behandeling.

Eetstoornissen vormen een groeiende zorg in de hele wereld. Anorexia nervosa en boulemie zijn gekende begrippen geworden.

Afhankelijk van de bron, schommelt het sterftecijfer van patiënten met deze extreme vorm van eetstoornissen, tussen 8 en 20 %.

Meer en meer gevallen doen zich voor en het aantal zeer jonge mensen (eigenlijk nog kinderen), getroffen door dit fenomeen stijgt onrustwekkend.

Vooral deze laatste groep zou momenteel in de kou blijven staan.

Volgens de supervisor van de afdeling eetstoornissen aan de medische faculteit van Gent mogen jongeren onder de vijftien jaar officieel niet behandeld worden. De afdeling voor patiënten met eetstoornissen is alleen voor volwassenen bestemd (De Standaard van 31 januari-1 februari 1998).

Alhoewel er, in samenspraak met het diensthoofd, soms uitzonderingen worden gemaakt, blijft de ultieme grens voor behandeling dertien jaar.

Graag kreeg ik van de geachte minister een antwoord op de volgende vragen :

1. Is de geachte minister op de hoogte van deze discriminatie inzake gezondheidszorg ?

2. Worden eetstoornissen en hun gevolgen erkend als een ziekte of worden ze beschouwd als een psychosomatische aandoening ? Wordt de behandeling door het ziekenfonds terugbetaald ?

3. Sinds wanneer wordt er een leeftijdsgrens geplaatst op de behandeling van patiënten, in dit geval patiënten met eetstoornissen ? Zijn er nog soortgelijke gevallen gekend ?

4. Welke stappen is de geachte minister bereid te ondernemen om elke vorm van discriminatie, hier meer bepaald het stellen van een leeftijdsgrens op te heffen ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mede te delen dat er volgens mijn weten, geen enkele vorm van discriminatie bestaat waardoor zeer jonge kinderen met eetstoornissen uitgesloten zouen worden van het recht op medische behandeling.

Met het oog op de specifieke kinder- en jeugdproblematiek vonden daarentegen zowel de wetgever als de betrokken beroepsbeoefenaars het nodig om specifieke eenheden op te richten zoals de dienst voor Kindergeneeskunde ­ kenletter E (somatische aandoeningen) of nog de dienst voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie ­ kenletter K (mentale stoornissen). Deze gespecialiseerde diensten maken het inderdaad mogelijk om enerzijds deze categorie van patiënten te laten verzorgen door bekwaam personeel en om ze anderzijds te beschermen op een moment dat ze bijzonder broos zijn op het affectieve, psychologische en seksuele vlak.

2. Anorexia nervosa en boulemie zijn opgenomen in de internationale ziekteclassificaties, zoals de International Disease Classification van de Wereldgezondheidsorganisatie of de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorder van de American Psychiatric Association. Sindsdien zijn ze erkend als ziekten die deel uitmaken van de mentale stoornissen en hun opvang (hospitalisatie, behandeling, ...) valt dus binnen het kader van de ziekenhuisfinanciering en de terugbetalingen door het RIZIV, op dezelfde wijze en onder dezelfde voorwaarden als voor welke andere ziekte ook.

3. In de erkenningsnormen met betrekking tot de K-diensten wordt benadrukt dat « de K-dienst bestemd is voor jonge patiënten, die ofwel dringende hulp in geval van een crisistoestand, ofwel een observatie of een actieve behandeling nodig hebben ».

Met andere woorden, er is stricto sensu geen leeftijdsgrens gespecifieerd. Overeenkomstig het beleid van elk ziekenhuis en de beoordeling van de clinici is het altijd mogelijk jonge volwassenen op te nemen in K-diensten en omgekeerd, patiënten die de meerderjarigheid nog niet bereikt hebben op te nemen in een dienst voor volwassenen.

4. Het is belangrijk om de ontwikkeling van de K-diensten te ondersteunen om ze te voorzien van het meest bekwame en gespecialiseerde personeel.

Daarom werden verscheidene initiatieven genomen :

­ tijdens een interministeriële conferentie voor de Volksgezondheid werd beslist om te werken aan een herziening van de normen van de K-diensten;

­ overeenkomstig het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen is er een onderzoek bezig met betrekking tot de voorwaarden inzake de uitoefening van de liaisonpsychiatrie in de ziekenhuizen en dit opdat de patiënten, gehospitaliseerd in die diensten, zouden kunnen genieten van een bekwame, multidisciplinaire zorgverlening.