Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-69

ZITTING 1997-1998

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Financiën en Buitenlandse Handel (Financiën)

Vraag nr. 847 van de heer Loones d.d. 10 februari 1998 (N.) :
De Belgische fiscus en de Vlaamse zeevisserij.

De Vlaamse zeevisserij, die het al zo moeilijk heeft om het hoofd boven water te houden, wordt door de Belgische staat getackeld.

De federale overheid is namelijk van plan belastingen te heffen op de slopingspremies, door de Vlaamse regering uitgekeerd aan de Vlaamse vissers die hun verouderde schepen vernietigden (Het Nieuwsblad van 3 februari 1998).

Dat het ministerie van Financiën dit kan, is mede een gevolg van het onlogische en onheilzame feit dat de federale ministers nog bevoegd zijn voor enkele deelterreinen van de Vlaamse zeevisserij.

De rederijen, die de premies reeds investeerden in de vernieuwing en modernisering van hun vloot, en nu geconfronteerd worden met deze verlate belasting, reageren uiteraard verbolgen.

Ter informatie : in Nederland zijn gelijkaardige investeringen belastingvrij.

Van een eerdere belofte van de geachte minister tot een wetgevend initiatief terzake zou nog niets in huis gekomen zijn.

Graag kreeg ik van de geachte minister een antwoord op de volgende vragen :

1. Vindt de geachte minister het terecht dat de Belgische overheid, via de geplande belastingen op de slopingspremies, profiteert van de financiële inspanningen die Vlaanderen levert om zijn visserij te redden ?

2. Kan de geachte minister inzien dat dit een schoolvoorbeeld is van hoe Belgische immenging in een zuiver Vlaamse aangelegenheid (zoals in dit geval de zeevisserij) belemmerend werkt voor een Vlaams beleid ?

3. Is de geachte minister bereid stappen te ondernemen om van zijn geplande belastingheffing af te zien ? Zo ja, welke ?

4. Is de geachte minister nog van plan zijn belofte tot een wetgevend initiatief terzake na te komen ? Wanneer ?