1-182 | 1-182 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 30 AVRIL 1998 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 30 APRIL 1998 |
De voorzitter. Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Devolder aan de minister van Volksgezondheid en Pensioenen.
Minister De Galan antwoordt namens haar collega.
Het woord is aan de heer Devolder.
De heer Devolder (VLD). Mijnheer de voorzitter, er is recentelijk heel wat deining ontstaan over een mogelijk verbod om maanzaad te gebruiken in de voedingssector. We zullen dus ons knapperig broodje met maanzaad bij het ontbijt moeten missen.
In wetenschappelijke literatuur vinden we echter geen bewijs van schadelijke effecten voor de gezondheid. Men deed proeven met gezonde vrijwilligers die vier gram zuiver maanzaad innamen. Er werden 24 uur later urinestalen genomen op verschillende tijdstippen. Het zaad was afkomstig uit zes verschillende landen. Het Tsjechisch en het Nederlands zaad leverde een negatieve drugscreening op in de proef. Het Australische en Spaanse zaad gaven echter wel een positieve uitslag. De hoeveelheid morfine en codeïne was soms honderd keer groter. Het Spaanse maanzaad bevat dus 1/4 mg morfine per gram zaad, tegenover 4/1 000 mg in de Nederlandse variëteit.
Het eten van een vijftal broodjes met maanzaad kan dus geen rechtstreeks gevaar inhouden voor de volksgezondheid.
Toch lijkt er voldoende morfine en codeïne te zijn om in bepaalde gevallen bij drugstesten een positief resultaat te geven, zodat er verwarring kan ontstaan bij het aanwenden van labotesten om drugsgebruik op te sporen.
Van de minister had ik graag vernomen of hij het verder gebruik van maanzaad in de bakkerijsector en in andere sectoren van de voedingsnijverheid zal verbieden, nu is gebleken dat er geen gevaar voor de volksgezondheid bestaat. Zo ja, hoe denkt de minister deze maatregel in te passen in het algemeen regeringsbeleid, nu de procureurs-generaal het gebruik van softdrugs als een te verwaarlozen prioriteit in het vervolgbeleid beschouwen en er in de praktijk terzake een gedoogbeleid wordt gevoerd ?
De voorzitter. Het woord is aan minister De Galan.
Mevrouw De Galan, minister van Sociale Zaken. Mijnheer de voorzitter, namens mijn collega, minister Colla, wil ik in herinnering brengen dat het koninklijk besluit inzake plantenbereidingen onder andere tot doelstelling heeft te verhinderen dat bepaalde op zich onschuldige preparaten onder geconcentreerde, hooggedoseerde vorm met andere dan voedingsdoeleinden op de markt worden gebracht. Maanzaad in het Frans « le graine de pavot » werd door verscheidene wetenschappelijke adviescommissies waarvan het advies in de voorbereidende fase werd ingewonnen, op de lijst van verboden producten gezet. Het was niet de bedoeling om interessant te doen, noch om super-regulerend op te treden, maar wel om te vermijden dat een vermomd mengsel van morfine en codeïne in de smartshops te koop zou worden aangeboden.
Het koninklijk besluit beoogt, noch naar de letter, noch naar de geest, het gebruik van maanzaad in de gewone voedingsnijverheid te verbieden. Niettemin heeft de minister aan de begeleidende wetenschappelijke adviescommissie voor plantenbereidingen om advies gevraagd. Deze commissie heeft vanochtend vergaderd onder het voorzitterschap van professor Vlietinck en het gebruik van maanzaad als voedingssupplement stond op haar agenda. De commissie adviseert de minister en de algemene eetwareninspectie om maanzaad als grondstof voor bakkerijproducten toe te laten, bij losse verkoop ervan het gebruik als grondstof voor bakkerijproducten duidelijk op een etiket aan te geven en de commercialisering van de voorgedoseerde geconcentreerde vorm te blijven verbieden wegens de aanwezigheid van morfine en codeïne. Dit is het nieuws dat ik vandaag kan brengen.
De voorzitter. Het woord is aan de heer Devolder voor een repliek.
De heer Devolder (VLD). Mijnheer de voorzitter, ik dank mevrouw De Galan voor het nieuws dat ze me inderdaad heeft gebracht, maar ik blijf toch met een probleem zitten, waarvoor ik niet zo meteen een oplossing zie. Bij een drugsscreening, bijvoorbeeld van sportlui, kunnen de betrokkenen bij een positieve uitslag altijd beweren dat ze in de voorbije 24 uur broodjes met maanzaad hebben gegeten. Men zal hen dan vrijuit moeten laten gaan. Op dat gebied is het probleem dus niet opgelost.
Ik kan ook niet begrijpen dat het zo lang heeft geduurd voor er een beslissing is genomen. Ik las over het probleem in de krant, vroeg mijn medewerker om Internet te consulteren en twee uur later had ik massa's informatie over wetenschappelijke proeven en hun resultaten. De belangrijkste conclusie van deze proeven is inderdaad dat Nederlands en Tsjechisch maanzaad een zeer laag morfine- en cocaïnegehalte hebben. Ik begrijp dus niet waarom al die wetenschappelijke commissies zo lang moeten vergaderen, terwijl via de moderne communicatiemiddelen de gegevens vanuit de hele wereld onmiddellijk ter beschikking staan.
De voorzitter. Het incident is gesloten.
L'incident est clos.