1-155

1-155

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 18 DÉCEMBRE 1997

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 18 DECEMBER 1997

(Vervolg-Suite)

PROJET DE LOI COMPLÉTANT LE CODE JUDICIAIRE EN CE QUI CONCERNE LA NOMINATION DE JUGES DE COMPLÉMENT

Vote

WETSONTWERP TOT AANVULLING VAN HET GERECHTELIJK WETBOEK BETREFFENDE DE BENOEMING VAN TOEGEVOEGDE RECHTERS

Stemming

M. le président . ­ Nous devons nous prononcer maintenant sur l'ensemble du projet de loi.

Wij moeten ons nu uitspreken over het geheel van het wetsontwerp.

La parole est à M. Desmedt pour une explication de vote.

M. Desmedt (PRL-FDF). ­ Monsieur le président, nous avons souligné ce matin que ce projet visant à instaurer un corps de juges de complément auprès des tribunaux de première instance, nous semblait positif. Certes, il ne suffira pas, loin de là, à résorber l'arriéré judiciaire, mais il peut apporter des solutions à des besoins urgents et temporaires auprès des tribunaux.

Il faut cependant reconnaître que le débat s'est focalisé sur l'incidence des lois sur l'emploi des langues en matière judiciaire. En d'autres termes, la loi sur l'emploi des langues et, en particulier, sur les quotas linguistiques des magistrats de Bruxelles s'appliquera-t-elle aux juges de complément ? Je pense que la réponse apportée par le ministre est extrêmement claire : les lois linguistiques en tant que telles ne s'appliquent pas en cette matière.

Le ministre nous a dit qu'il prendra ses décisions en fonction des rapports des chefs de corps qui concluent à la nécessité d'avoir deux tiers de juges de complément francophones et un tiers de juges néerlandophones. Nous acceptons cette conclusion.

Le ministre nous a également déclaré qu'il respectera cet avis et qu'en principe, il nommera à Bruxelles deux tiers de magistrats de complément francophones et un tiers de néerlandophones.

Quant à l'obligation de bilinguisme, elle ne semble pas devoir s'appliquer ici, dans la mesure où ces juges siègeront uniquement dans la langue de leur diplôme et que si l'on exige le bilinguisme, il n'y aura pas de candidats francophones juges de complément, puisqu'à l'échelon des juges titulaires, ils nous font déjà défaut. Nous souhaitons que l'arriéré judiciaire soit résorbé le plus rapidement possible par des juges compétents, siégeant dans la langue de leur diplôme.

Nous suivrons avec intérêt et vigilance la suite donnée à cette affaire. C'est la raison pour laquelle nous nous abstiendrons sur ce projet qui, d'un point de vue technique, nous satisfait. (Applaudissements.)

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Vandenberghe voor een stemverklaring.

De heer Vandenberghe (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, zo-even hebben wij de terugzending van het wetsontwerp naar de commissie verworpen, omdat wij vinden dat het wetsontwerp op de toegevoegde rechters beantwoordt aan een dringende noodzaak en dat het onredelijk zou zijn om eventuele toepassingsproblemen te Brussel te koppelen aan de rechtsbedeling in de overige gerechtelijke arrondissementen.

Over de grond van de zaak zijn wij het volgende standpunt genegen. De inzetting van toegevoegde rechters is en blijft een tijdelijke maatregel die afhangt van de noodwendigheden van de dienst. Maximum 10 % van de personeelsformatie kan als toegevoegde rechter functioneren. Het is duidelijk dat vandaag niet over een taalkader wordt gestemd, ook niet voor Brussel. Als twee derden van de toegevoegde rechters Franstaligen zouden moeten zijn en een derde Nederlandstaligen dan zou dit neerkomen op een feitelijke wijziging van de taalwetgeving. Dat is volstrekt ondenkbaar. Met deze bijzondere regeling wordt geen enkele bepaling van de taalwetgeving buiten werking gesteld. Wij aanvaarden dringende maatregelen met het oog op een efficiënte rechtsbedeling, maar wij eisen tevens dat de tweetaligen in Brussel hun rol blijven spelen. De Rechtbank van Eerste Aanleg in Brussel is geen Franstalige, maar een tweetalige rechtbank.

Terzake wijs ik erop dat het amendement dat een andere interpretatie van de taalwetgeving voorstelde in de commissie is verworpen. Met andere woorden, tweetaligen kunnen zitting nemen zowel in Nederlandstalige als in Franstalige zaken.

De CVP-fractie is van oordeel dat de goedkeuring van de wet op de toegevoegde rechters, binnen de contouren die ik heb geschetst en de mogelijkheden die worden gegeven om te delegeren vanuit het krijgsauditoraat, de minister voldoende wettelijke middelen verschaft om de uitdagingen aan te gaan waarmee de Rechtbank van Eerste Aanleg in Brussel wordt geconfronteerd. Wij nemen ook akte van de verklaring van de minister dat werk zal worden gemaakt van een audit bij de Rechtbank van Eerste Aanleg in Brussel zodat wij met kennis van zaken zullen kunnen oordelen over de moeilijkheden. Wij betreuren ten zeerste dat de moeilijkheden bij de Rechtbank van Eerste Aanleg in Brussel worden gereduceerd tot een taalprobleem en dat daardoor de werkelijke oorzaken uit het oog worden verloren. Wij zullen in elk geval waken over de correcte toepassing van deze wet volgens de interpretatie die ik hier verdedig. (Applaus.)

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Erdman voor een stemverklaring.

De heer Erdman (SP). ­ Mijnheer de voorzitter, ik heb vanmorgen al gezegd dat men bij de bespreking van dit technisch ontwerp afgegleden is naar een discussie over gegevens waarover wij vandaag nog niet beschikken.

Wat men hier ook mag beweren, ik heb altijd geleerd dat een interpretatie alleen maar nodig is als de wet onduidelijk is. Ik heb de tekst die voorligt nog eens nagelezen en vindt hem heel duidelijk. Degenen die er iets anders in willen zoeken, zijn begaan met andere problemen dan deze die ons vandaag bezighouden.

Voortgaande op de besprekingen in de commissie, heb ik niet de indruk dat dit wetsontwerp aanleiding moet geven tot een afwijkende toepassing van de taalwetgeving.De SP-fractie zal dit wetsontwerp goedkeuren in de geest van de huidige taalwetgeving. Met betrekking tot de andere problemen bij de Rechtbank van Eerste Aanleg in Brussel heeft de minister vanmorgen een audit in het vooruitzicht gesteld, wat wij toejuichen. Wij hebben trouwens altijd aangedrongen op een audit over het gehele gerechtelijke apparaat.

Ik kan aanvaarden dat er voorrang wordt gegeven aan een eventueel dringender Brussels probleem. De SP-fractie weigert echter te discussiëren over mogelijke wijzigingen van de toestand in de Rechtbank van Eerste Aanleg in Brussel alvorens de resultaten van de audit bekend zijn. (Applaus.)

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Raes voor een stemverklaring.

De heer Raes (Vl. Bl.). ­ Mijnheer de voorzitter, het Vlaams Blok steunt elk wettelijk initiatief dat ertoe strekt om de werking van het gerecht te verbeteren. Wij hadden dan ook een gunstig oordeel over de tekst die door de Kamer werd goedgekeurd. Door de evolutie die dit ontwerp heeft meegemaakt waarvan de bespreking in de Senaat deze morgen het voorlopige einde was, is onze houding echter veranderd.

Deze middag hebben wij kennis genomen van een persmededeling van het Vlaams Pleitgenootschap waaruit ik even wil citeren : « Het Vlaams Pleitgenootschap, een vereniging van Nederlandstalige advocaten te Brussel, neemt het niet dat enkele verenigingen van magistraten ervoor pleiten dat twee derde van de magistraten in de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel uit Nederlandsonkundige Franstaligen zou worden gerecruteerd. »

Volgens deze advocatenvereniging en ik citeer verder : « hebben het fenomeen van de gerechtelijke achterstand en de taalwet niets met elkaar te maken. De vereniging dringt er bij minister De Clerck op aan om zijn ontwerp tot wijziging van de taalwet in te trekken ».

Aangezien de minister bij de bespreking niet geneigd leek dit ontwerp in te trekken, zal het Vlaams Blok dit ontwerp niet goedkeuren.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Loones voor een stemverklaring.

De heer Loones (VU). ­ Mijnheer de voorzitter, het is belangrijk dat hier duidelijke stemverklaringen worden afgelegd. Ik hou mijn hart vast voor sommige verklaringen en hoop zelfs dat bepaalde partijen geen stemverklaringen zullen afleggen. De VU-fractie sluit zich volmondig aan bij de interpretatie van de heer Vandenberghe en de heer Erdman. In het debat van vanmorgen is echter gebleken dat er ook een andere thesis bestaat waarover wij nu hopelijk niets meer horen.

De VU-fractie steunt het wetsontwerp dat het Brussels probleem duidelijk overstijgt. Wij stellen echter vast dat dit wetsontwerp over de toegevoegde rechters, dat bedoeld is voor het hele Belgische grondgebied, dreigt misbruikt te worden om de taalwetgeving in Brussel te ondergraven. Dit kunnen wij niet aanvaarden. Brussel is een federaal probleem, de problemen rond de rechtbanken in Brussel vormen een federaal dossier. Indien men dit evenwicht bedreigt en naar een Franstalige rechtbank met een gewaarborgde minderheid Nederlandstaligen neigt, dan neemt dit dossier communautaire proporties aan. Zodoende zet men de evenwichten in het federale België op de helling.

Om uiting te geven aan ons wantrouwen, zullen wij ons niet onthouden, maar tegenstemmen. Ik heb immers nog altijd geen garanties gekregen. De heer Erdman heeft gezegd dat alleen een onduidelijke wet aan interpretaties onderhevig is. Ik vind het wetsontwerp op een aantal punten onduidelijk. Zo wordt voor de hoven van beroep gesproken over de naleving van de taalwetgeving, maar niet voor de andere rechtbanken. Ik denk dat dit punt moet worden uitgeklaard teneinde eventuele moeilijkheden in verband met verschillende interpretaties te vermijden. (Applaus.)

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Boutmans voor een stemverklaring.

De heer Boutmans (Agalev).­ Mijnheer de voorzitter, Agalev zal dit ontwerp goedkeuren omdat wij geen talenkwestie willen maken van elke justitiële aangelegenheid.

Ik distantieer mij wel van de verklaringen van de heer Desmedt. Deze wet bevat geen enkele bepaling over een nieuw soort taalkader. Bovendien zou iemand zoals hij, die behoorlijk Nederlands spreekt, er goed aan doen zijn stads- en gemeenschapsgenoten ertoe aan te zetten de tweede taal te leren om in een rechterlijke functie te kunnen worden benoemd. Dat zou alleszins beter zijn dan de splitsing van het arrondissement Brussel en van de Justitie te helpen voorbereiden.

M. le président. ­ La parole est à Mme Milquet pour une explication de vote.

Mme Milquet (PSC). ­ Monsieur le président, dans le cadre de la discussion de ce projet de loi, j'ai posé au ministre plusieurs questions précises et lui ai demandé de nous donner plusieurs garanties. Le ministre nous a largement répondu et les déclarations qu'il a faites nous rassurent quant à la manière avec laquelle on tentera de remédier, au cours des semaines et des mois à venir, à la situation dramatique des tribunaux à Bruxelles. Nous avons également obtenu des apaisements concernant les futures nominations, grâce notamment à la possibilité de nommer des magistrats unilingues francophones qui manquent cruellement actuellement. Dans ces conditions, mon groupe votera ce projet qui, par ailleurs, répond également à une véritable nécessité pour les autres arrondissements.

M. le président. ­ La parole est à M. Lallemand pour une explication de vote.

M. Lallemand (PS). ­ Monsieur le président, M. Erdman a dit une chose juste : ce projet est clair. Je souligne qu'il instaure une mobilité et une flexibilité qui sont indispensables pour faire face aux carences qui existent à l'heure actuelle dans le fonctionnement de la justice. En ce sens, il est certainement novateur et mérite donc toute notre attention. Bien sûr, son application sera déterminante des solutions qui sont attendues, notamment pour Bruxelles. Je me suis exprimé clairement à ce sujet dans le cadre de la discussion générale. J'ai écouté les réponses du ministre avec attention et j'en conclus que ce projet permet d'espérer qu'il soit rapidement mis fin aux carences que connaît actuellement le tribunal de Bruxelles. Mon groupe votera donc ce projet.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Coveliers voor een stemverklaring.

De heer Coveliers (VLD). ­ Mijnheer de voorzitter, ik heb vanmorgen uiteengezet waarom wij ons na de werkzaamheden in de commissie meenden te moeten onthouden bij deze tekst, die zowel positieve als negatieve elementen bevat.

Wij hebben thans besloten tegen dit ontwerp te stemmen. Mevrouw Milquet heeft de motieven hiervoor perfect weergegeven. De uitleg van de minister in de openbare zitting stemt niet overeen met wat hij in de commissie heeft gezegd. De minister verklaart thans dat de taalwetgeving niet van toepassing is op de toegevoegde rechters. Wij kunnen het hier onmogelijk mee eens zijn. Blijkbaar wordt er in Brussel meer heisa gemaakt over vier brandweermannen die de tweede landstaal niet kennen dan over tien rechters die weigeren die tweede landstaal te leren. (Applaus.)

De voorzitter. ­ Wij gaan over tot de stemming.

Nous passons au vote.

­ Er wordt tot naamstemming overgegaan.

Il est procédé au vote nominatif.

61 leden zijn aanwezig.

61 membres sont présents.

38 stemmen ja.

38 votent oui.

13 stemmen neen.

13 votent non.

10 onthouden zich.

10 s'abstiennent.

Derhalve is het wetsontwerp aangenomen.

En conséquence, le projet de loi est adopté.

Het aldus geamendeerde wetsontwerp zal aan de Kamer van volksvertegenwoordigers worden teruggezonden.

Le projet ainsi amendé sera renvoyé à la Chambre des représentants.

Ja hebben gestemd :

Ont voté oui :

MM. Bourgeois, Boutmans, Busquin, Caluwé, Mme Cantillon, MM. Chantraine, G. Charlier, Ph. Charlier, Daras, Mmes de Bethune, Delcourt-Pêtre, M. Delcroix, Mme Dua, MM. Erdman, Happart, Hostekint, Hotyat, Mme Jeanmoye, MM. Lallemand, Mahoux, Mmes Maximus, Merchiers, Milquet, MM. Moens, Mouton, Nothomb, Olivier, Pinoie, Poty, Santkin, Staes, Swaelen, Mme Thijs, MM. Tobback, Urbain, Vandenberghe, Mmes Van der Wildt et Willame-Boonen.

Neen hebben gestemd :

Ont voté non :

MM. Anciaux, Buelens, Ceder, Coene, Devolder, Goovaerts, Goris, Mme Leduc, M. Loones, Mme Nelis-Van Liedekerke, MM. Raes, Van Hauthem et Vautmans.

Onthouden hebben zich :

Se sont abstenus :

M. Bock, Mme Cornet d'Elzius, MM. Coveliers, Desmedt, Destexhe, Foret, Hatry, Hazette, Mme Mayence-Goossens et M. Weyts.