1-145 | 1-145 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCE DU JEUDI 4 DÉCEMBRE 1997 |
VERGADERING VAN DONDERDAG 4 DECEMBER 1997 |
De voorzitter. Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Bourgeois aan de minister van Landsverdediging.
Het woord is aan de heer Bourgeois.
Mevrouw Sémer, oudste lid in jaren,
treedt als voorzitter op
De heer Bourgeois (CVP). Mevrouw de voorzitter, aangezien het reeds erg laat geworden is, doe ik de minister volgend voorstel.
De minister is in het bezit van de integrale tekst van mijn vraag om uitleg; ik zal mij vanavond beperken tot het formuleren van de eigenlijke vragen.
Deze vraag om uitleg is niet zonder belang omdat zij betrekking heeft op het medische aspect van het leger en meer speciaal op het militair ziekenhuis van Neder-over-Heembeek. Ik verwacht van de minister dan ook een uitvoerig antwoord.
Welke zijn de definitieve plannen voor de herstructurering van de medische dienst van het leger ? Hierover worden nogal wat tegenstrijdige berichten verspreid. Er is zelfs al sprake geweest van het sluiten van dit militair ziekenhuis.
Is er over de sluiting van het militair ziekenhuis in Neder-over-Heembeek reeds een beslissing genomen Zo ja, is er voor deze site reeds een nieuwe bestemming vastgelegd Er zijn namelijk geruchten over een verhuis van de NAVO naar Neder-over-Heembeek. Zijn dit slechts geruchten of is er werkelijk belangstelling vanwege de NAVO ?
Welke bestemming werd er intussen gegeven aan de gebouwen waarin zich de school van de medische dienst en de militaire apotheek bevonden Waar bevinden deze diensten zich op het ogenblik ?
Wat zal er gebeuren met het beroemde brandwondencentrum van Neder-over-Heembeek ?
Is er sprake van de oprichting van een nieuw militair ziekenhuis ?
De voorzitter. Het woord is aan de heer Anciaux.
De heer Anciaux (VU). Mevrouw de voorzitter, ik sluit mij aan bij de heer Bourgeois, want ik ben wellicht het levend wezen dat het dichtst bij het militair hospitaal van Neder-over-Heembeek woont. Het interesseert mij dan ook te weten welke bestemming het militair hospitaal krijgt.
Er zijn de geruchten over een mogelijke vestiging van de NAVO in Neder-over-Heembeek. Dit is niet onbelangrijk voor de inwoners van deze gemeente, want een dergelijke inwijking kan er ingrijpende veranderingen teweegbrengen in de levensomstandigheden. De huisvesting is er naar Brusselse normen zeer goed betaalbaar en ik vrees dan ook dat de vestiging van het NAVO-hoofdkwartier de prijzen drastisch omhoog zal drijven. Dit zal gevolgen hebben voor jongere mensen die zich er willen vestigen.
Wat zal er gebeuren met de weg tussen het militair hospitaal van Neder-over-Heembeek en de Brusselse ring als de NAVO zich dáár vestigt ?
Volgens mij is dit thans een privé-weg van het leger, waarvan de inwoners gebruik kunnen maken. Zal deze weg verder toegankelijk blijven Dit zijn weliswaar praktische vragen, maar ze leven heel sterk bij de bevolking.
Aansluitend bij de vraag van de heer Bourgeois vraag ook ik me af wat er met het brandwondencentrum zal gebeuren, indien de NAVO zich niet in Neder-over-Heembeek vestigt. De aanwezigheid van dit centrum is immers een hele geruststelling voor de inwoners van de omgeving, om niet te zeggen van het hele land; het geniet trouwens een zeer goede, zelfs internationale, reputatie. Het zou jammer zijn mocht het verdwijnen.
Zal er een medische wachtdienst blijven, indien de NAVO zich er niet vestigt ? Op het ogenblik is er een spoeddienst voor alle mogelijke ongevallen. Dit is niet onbelangrijk voor de noordkant van Brussel. Bovendien gaat het om een dienst die perfect tweetalig is, wat niet van alle medische diensten in Brussel kan worden gezegd. Men heeft het soms over een mogelijke samenwerking met het universitair ziekenhuis Brugmann. Ik heb de minister hierover trouwens al een aantal schriftelijke vragen gesteld. Hij heeft geantwoord dat de tweetaligheid in ieder geval gewaarborgd zal blijven als het tot een samenwerking komt. Hij zal echter begrijpen dat ik me hierover zorgen maak, want de tweetaligheid laat in Brugmann en andere OCMW-ziekenhuizen veel te wensen over.
Ik zal de minister dankbaar zijn indien hij ons een duidelijk beeld geeft over wat er ons in Neder-over-Heembeek te wachten staat.
De voorzitter. Het woord is aan minister Poncelet.
De heer Poncelet, minister van Landsverdediging. Mevrouw de voorzitter, in de eerste plaats dank ik de heren Bourgeois en Anciaux voor hun belangstelling voor het lot van het militair hospitaal. Dit is ongetwijfeld een belangrijk dossier. Ik wil de vragen dan ook zorgvuldig beantwoorden.
Het globale plan is gebaseerd op een scenario dat de regering heeft vastgelegd en dat bepaalt welke steun de medische dienst van het leger moet kunnen verstrekken aan de strijdkrachten. De dienst moet steun kunnen verlenen in een situatie waarbij 8 640 strijdkrachten zich gelijktijdig op het terrein bevinden. De beheersautonomie van de medische dienst werd eveneens erkend.
Ik heb aan de algemeen inspecteur van de medische dienst de opdracht gegeven de beslissingen van de Ministerraad uit te voeren. Ik vat deze beslissingen hier samen.
De personeelsenveloppe van de medische dienst wordt bepaald op 1 750 functies. Dit effectief zal trapsgewijze worden bereikt, afhankelijk van de mogelijkheden tot afvloeiing of tot overheveling naar andere machten. De medische steun in militaire operatiezones wordt herzien in het licht van het algemeen beheer van de middelen. Hij zal over drie niveaus worden gespreid: de medische hulpploegen in de eenheid zelf, de medisch-chirurgische groepen voor vlugge interventies die worden beheerd door de medische dienst en waarvan de grootte en uitrusting zal afhangen van de evolutie op het terrein en de sanitaire situatie, en, ten slotte, de basisstructuren, beperkt tot die behoeften waarvoor de gewone ziekenhuizen niet kunnen instaan.
Nationaal zal de medische dienst over zeven regionale centra worden verspreid. Deze centra zullen de nodige medische uitrusting krijgen en zullen worden opgericht in gemeenten met een hoge concentratie van militairen, namelijk Leopoldsburg, Marche-en-Famenne, Heverlee, Oostende, Melsbroek, Evere en Spich. Deze centra staan in voor steun tijdens de oefeningen, kampen en maneuvers en voor de heelkundige ingrepen voor zover hiervoor de nodige uitrusting beschikbaar is en de wettelijke en deontologische vereisten van de hulpverlening kunnen worden nageleefd. Voor het overige zal er een beroep moeten worden gedaan op gewone geneesheren en ziekenhuizen.
Het statuut van de militaire geneesheren moet worden aangepast, zodat zij een correcte en aanlokkelijke carrière in het vooruitzicht hebben. We moeten ervoor zorgen dat onaanvaardbare situaties op het vlak van de beschikbaarheid, zoals wij in het verleden hebben gekend, worden vermeden. Ik heb mijn medewerkers verzocht een voorstel voor de vernieuwing van het statuut uit te werken. Het ontwerp van statuut is reeds vergevorderd, maar nog niet volledig uitgewerkt.
Het militair hospitaal Koningin Astrid is te groot geworden. Er kan niet op dezelfde wijze worden voortgewerkt, aangezien de financiële last veel te hoog is.
In het militair hospitaal alleen het brandwondencentrum, de « hyperbar-geneeskunde », de afdelingen orthopedie en crisispsychologie en de vlugge interventieploegen SMUR en MUG behouden, is uitgesloten, omdat de kosten voor medische technieken zoals de medische beeldvorming en voor laboratoria niet langer kunnen worden gedragen. Onze geduldige zoektocht naar een burgerlijke partner die zich wil vestigen in de gebouwen te Neder-over-Heembeek en die beantwoordt aan onze kwalitatief hoogstaande geneeskundige normen, heeft tot niets geleid.
Ik ben dus tot het besluit gekomen dat een overheveling naar een burgerlijk hospitaal van goede kwaliteit moet worden overwogen. Hiervoor is een offerte aangewezen. Mijn kabinet houdt zich hiermee bezig. Voorts zal ik erover waken dat de site van Neder-over-Heembeek zo vlug mogelijk een nieuwe bestemming krijgt. Het is waar dat de NAVO belangstelling heeft voor deze site om er eventueel zijn nieuw hoofdkantoor te vestigen.
Een onafhankelijke raadgever bestudeert de verschillende mogelijkheden voor deze inplanting. Ik ben voorstander van deze optie die deze belangrijke militaire vestiging een nieuwe bestemming zou kunnen geven.
In het kader van een rationeel gebruik van de gebouwen wordt ook overwogen om de militaire apotheek van Nijvel en de Koninklijke School van de medische dienst van Gent samen onder te brengen in de vestiging van het militaire hospitaal.
De uiteindelijke beslissing alsook de bestemming van de gebouwen zullen afhangen van de richting die men uit wil met de hospitaalfunctie.
De voorzitter. Het woord is aan de heer Bourgeois.
De heer Bourgeois (CVP). Mevrouw de voorzitter, het is goed dat in deze zaak klaarheid komt want we lezen in de kranten zeer veel tegenstrijdige berichten. Uit het antwoord blijkt dat er nog veel vragen open blijven. Wij moeten er in elk geval voor zorgen dat er zowel in vredes- als in oorlogstijd een performante medische dienst voor het leger bestaat. Ik meen dat de oplossing die de minister suggereert, waarbij de diensten worden gedecentraliseerd naar zeven centra waar een groot aantal militairen is geconcentreerd, op lange termijn gunstig is.
De voorzitter. Het incident is gesloten.
L'incident est clos.