1-49

1-49

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 6 JUIN 1996

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 6 JUNI 1996

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER LOONES AAN DE MINISTER VAN VERVOER OVER « EEN INTERNATIONALE TREINVERBINDING BELGIE-FRANKRIJK OVER DE GRENS TE ADINKERKE-GHYVELDE »

QUESTION ORALE DE M. LOONES AU MINISTRE DES TRANSPORTS SUR « UNE LIAISON FERROVIAIRE INTERNATIONALE BELGIQUE-FRANCE FRANCHISSANT LA FRONTIÈRE À ADINKERKE-GHYVELDE »

De Voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Loones aan de minister van Vervoer over « een internationale treinverbinding België-Frankrijk over de grens te Adinkerke-Ghyvelde ».

Het woord is aan de heer Loones.

De heer Loones (VU). ­ Mijnheer de Voorzitter, mijn vraag gaat over de enige mogelijke internationale treinverbinding tussen Frankrijk en België op het grondgebied van Vlaanderen.

In het verleden is gebleken dat de NMBS noch de SNCF brood zien in een internationale treinverbinding België-Frankrijk over de grens te Adinkerke-Ghyvelde. Ook al kan op de as Brussel-Gent-Adinkerke-Duinkerke-Calais-Londen een honderdtal kilometer uitgespaard, blijft men de voorkeur geven aan de grensovergang te Moeskroen. Zelfs een goederenas Zeebrugge-Calais heeft men steeds geweigerd, hoewel ook hiermee honderd kilometer kan worden bespaard.

Nu de lijn 73 tussen Deinze en Adinkerke sedert het begin van deze maand is geëlektrificeerd, rijst de vraag of men bereid is de zaak opnieuw te onderzoeken.

Anderzijds blijkt de Vlaamse vervoermaatschappij De Lijn geïnteresseerd in een spoorverbinding tussen Adinkerke-De Panne en Duinkerke. Dit is vooral belangrijk in verband met de toeristische ontsluiting van de Westkust voor het Franse cliënteel en voor de aansluiting op de TGV in Duinkerke. Voor deze tramverbinding zou het bestaande treinspoor kunnen worden gebruikt. Dit voorstel schijnt echter ­ onverstaanbaar genoeg ­ op verzet te stuiten vanwege de NMBS.

Graag had ik van de minister vernomen of hij bereid is de opportuniteit van grensoverschrijdend spoorverkeer te Adinkerke-Ghyvelde opnieuw te laten onderzoeken, nu lijn 73 geëlektrificeerd is. Wat is de stand van de besprekingen met de Vlaamse vervoermaatschappij De Lijn omtrent het gebruik van het bestaande spoorwegnet voor een internationale tramverbinding De Panne-Duinkerke ? Klopt het dat de NMBS niet bereid is haar spoor te laten gebruiken door De Lijn ?

M. le Président. ­ La parole est à M. Daerden, ministre.

M. Daerden, ministre des Transports. ­ Monsieur le Président, j'ai essayé de recueillir très rapidement un maximum d'informations sur la question qui m'est posée à propos de cette ligne ferroviaire, de nature un peu particulière, reliant La Panne à Dunkerque. Si M. Loones le souhaite, j'irai plus avant dans les recherches.

En fait, une expérience de trains touristiques a été menée de 1988 à 1992. Onze mille voyageurs ont été enregistrés sur 304 parcours. Ces trains touristiques étaient affrétés par la ville de Dunkerque qui en supportait le coût. Vu le faible succès de cette expérience, la ville de Dunkerque n'a plus accepté de la poursuivre au-delà de 1992 et, pour la même raison, la SNCB a décidé de ne plus faire circuler les trains le dimanche.

La ligne est maintenue en exploitation simplifiée par la SNCB comme itinéraire de secours. Il est vrai que l'infrastructure de treize kilomètres, dont trois sont situés sur le territoire belge, est dans un état très moyen, surtout sur la partie française. Des groupes interdisciplinaires ont été constitués de chaque côté avec des représentants des instances officielles. Ces groupes étudient les possibilités de relier Dunkerque et Adinkerke. Les conclusions sont attendues pour la fin de l'année. En fonction de celles-ci, le prolongement de services sur la ligne Deinze-La Panne jusqu'à Dunkerque sera éventuellement envisagé.

Ma réponse est assez brève vu le peu de temps dont j'ai disposé pour la rédiger, mais je tenais à faire part de ces quelques données statistiques.

De Voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Loones voor een repliek.

De heer Loones (VU). ­ Mijnheer de Voorzitter, ik betreur dat de minister van zijn goede gewoonte is afgestapt om Nederlands te spreken. Wij hebben de jongste jaren zijn vooruitgang in het Nederlands gevolgd, zij het dan in het voorgelezen Nederlands.

Het moet de minister duidelijk zijn dat mijn vraag niet ging over de toeristische trein. Over die toeristische trein heb ik zijn voorganger, de heer Coëme, reeds in 1993 geïnterpelleerd. Mijn huidige vraag ging echter over een internationale verbinding tussen Zeebrugge en Calais. De aanleg van de Chunnel biedt in dit opzicht mogelijkheden voor een meer rendabele uitbating van het Belgische spoorwegnet. Daar komt bij dat Vlaanderen geen internationale treinverbinding heeft met Frankrijk, hetgeen onlogisch is.

De Lijn wil dit spoor gebruiken om een tram te laten rijden tussen Adinkerke en Duinkerken. De burgemeester van Adinkerke zei echter naar aanleiding van de plechtige opening van de geëlektrificeerde lijn 73 tussen Deinze en Adinkerke dat de NMBS zich verzet tegen het gebruik van haar spoor. Ik zou van de minister willen vernemen of dit juist is en zo ja, wat de reden van die weigering is en of hij bereid is om in te grijpen.

De Voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.