1-119

1-119

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 19 JUIN 1997

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 19 JUNI 1997

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER GORIS AAN DE VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN OVER « DE PROBLEMEN MET DE RECENT GEKOCHTE HELICOPTER VOOR DE RIJKSWACHT, DE MD EXPLORER VAN MC DONNELL DOUGLAS »

QUESTION ORALE DE M. GORIS AU VICE-PREMIER MINISTRE ET MINISTRE DE L'INTÉRIEUR SUR « LES PROBLÈMES QUE CAUSE L'HÉLICOPTÈRE MD EXPLORER DE MC DONNELL DOUGLAS, QUI A ÉTÉ ACHETÉ RÉCEMMENT POUR LA GENDARMERIE »

De voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Goris aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken.

Minister Colla antwoordt namens zijn collega.

Het woord is aan de heer Goris.

De heer Goris. ­ Mijnheer de voorzitter, ik betreur het uiteraard dat de vice-eerste minister ons niet zelf te woord kan staan, maar wij hebben er in de huidige omstandigheden alle begrip voor. De vice-eerste minister wenst immers aanwezig te zijn op de begrafenis van gewezen eerste minister Leburton.

Reeds in december interpelleerde ik de vice-eerste minister uitvoerig over de aankoop van de helicopters en wees ik op de moeilijkheden bij de certificatie en op het gevaar voor eventuele kinderziekten van dit toestel. De tijd bewijst vandaag mijn gelijk, want nauwelijks vier maanden na de ingebruikname van de splinternieuwe MD 900 Explorer moest dit toestel reeds tien dagen aan de grond blijven wegens technische moeilijkheden. Op 8 mei jongstleden werd namelijk in de Verenigde Staten een breuk vastgesteld in een vitaal onderdeel van de rotoraandrijving.

Twintig dagen later heeft de constructeur Mc Donnell Douglas aan een veertigtal eigenaars over heel de wereld een Service Bulletin gestuurd met de mededeling « Immediate. No further flight or ground operation allowed. » Een vaktijdschrift vermeldt dat dit onderdeel volledig hertekend, opnieuw geproduceerd en getest zal moeten worden en dat er daarvoor geen einddatum kan worden vooropgesteld. Volgens onze informatie zou de Belgische helicopter reeds sedert 9 juni opnieuw de lucht in zijn, dankzij de installatie door de constructeur van een hertekend onderdeel voor de rotor.

Is er een nieuw certificatieprocedure noodzakelijk na de hertekening van dit vitale onderdeel? Zo ja, is deze procedure enkel nodig voor de toestellen van de burgerluchtvaart? Verandert hetgeen nu is gebeurd iets aan de levering van het tweede toestel en de bestelling van het derde? Welk standpunt neemt de regering in ?

In geval er zich een defect voordoet is de enige reservehelicopter waarover wij beschikken de Puma. Wat is de inzetbaarheid en het aantal beschikbare vlieguren van dit toestel ?

Mag ik er tot slot aan herinneren dat ik de vice-eerste minister op 25 januari jongstleden een schriftelijke vraag heb gesteld betreffende een kopij van de technische fiches van de respectievelijk aanbestede en geleverde Explorer. Vanmorgen ontving ik een antwoord dat mij helemaal niet bevredigt. Ik zal daarop kort terugkomen in mijn repliek.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de minister Colla.

De heer Colla, minister van Volksgezondheid en Pensioenen. ­ Mijnheer de voorzitter, een certificatie is nodig voor burgertoestellen. Alhoewel het strikt genomen niet om een burgertoestel gaat maar om een staatsvliegtuig , geeft de minister van Binnenlandse Zaken de voorkeur aan het certificaat van de FAA als controle- en veiligheidsgarantie. Het nieuwe onderdeel werd voor de ingebruikname door de FAA gecertificeerd.

Het voorval verandert niets aan de levering van het tweede toestel die gepland is voor augustus 1997. Voor het derde toestel kan er in 1998 een optie worden genomen, maar de beslissing daarover is nog niet gevallen.

De Puma is inzetbaar als reserve. Het aantal beschikbare vlieguren is theoretisch onbeperkt. Na een economisch-technologische afweging, werd beslist het in bedrijf te houden. De vraag rijst of men bereid is voor een technisch verouderd toestel nog revisiekosten te betalen en er moet ook worden nagegaan of er nog wisselstukken voorradig zijn.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Goris voor een repliek.

De heer Goris (VLD). ­ Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor het antwoord. Ik meen dat een aantal burgertoestellen nog altijd aan de grond wordt gehouden ondanks de certificatie van dat onderdeel.

Met betrekking tot de Puma wens ik nog even te onderstrepen dat dit toestel volgens mijn informatie 120 vlieguren heeft, wat zeer weinig is, waarna het een grondige en erg dure revisie moet ondergaan, wat niet verantwoord is.

Ik heb verwezen naar mijn schriftelijke vraag van 25 februari jongstleden waarin ik de vice-eerste minister een aantal documenten heb gevraagd, onder meer met betrekking tot de prijs en de technische fiches. Over de prijs heeft men mij al inlichtingen bezorgd, maar de vice-eerste minister weigert mij de technische fiches van het toestel mee te delen, meer specifiek de fiches van het aanbestede toestel en de fiches van het geleverde toestel. Aangezien het gaat om een prototype dat nog werd bijgewerkt tijdens de maanden die de levering voorafgingen, zijn die fiches niet identiek.

De vice-eerste minister verwijst naar artikel 55 van het koninklijk besluit van 22 april 1977, dat echter enkel en alleen betrekking heeft op de prijs en niet op de technische fiches.

De vice-eerste minister verwijst eveneens naar artikel 3, paragraaf 3, van het ministerieel besluit van 10 augustus 1977 over de overheidsopdrachten. Ik heb dat opgezocht. Paragraaf 3 is daarin onvindbaar en ik vind het evenmin terug in de nieuwe wet van 1996.

Ik zal de vice-premier bijgevolg binnenkort een vraag om uitleg stellen, omdat ik deze materie niet voldoende kan behandelen in een mondelinge vraag. Ik begrijp echter helemaal niet waarom de Senaat geen inzage krijgt in de technische fiches van een burgertoestel. Het gaat hier helemaal niet om een militair toestel en het is dus aan geen enkele geheimhouding onderworpen.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.