1-109

1-109

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCE DU JEUDI 22 MAI 1997

VERGADERING VAN DONDERDAG 22 MEI 1997

(Vervolg-Suite)

WETSONTWERP TOT BEPALING VAN HET AANBRENGEN VAN SOMMIGE VERMELDINGEN OP DE IDENTITEITSKAART BEDOELD IN ARTIKEL 6, § 1, VAN DE WET VAN 19 JULI 1991 BETREFFENDE DE BEVOLKINGSREGISTERS EN DE IDENTITEITSKAARTEN EN TOT WIJZIGING VAN DE WET VAN 8 AUGUSTUS 1983 TOT REGELING VAN EEN RIJKSREGISTER VAN DE NATUURLIJKE PERSONEN, EN TOT REGELING VAN HET TAALGEBRUIK VOOR DEZE VERMELDINGEN (BELANGENCONFLICT)

Bespreking en stemming over de besluiten

van de delegatie van de Senaat

PROJET DE LOI PRÉVOYANT L'APPOSITION DE CERTAINES MENTIONS SUR LA CARTE D'IDENTITÉ VISÉE À L'ARTICLE 6, § 1er , DE LA LOI DU 19 JUILLET 1991 RELATIVE AUX REGISTRES DE LA POPULATION ET AUX CARTES D'IDENTITÉ ET MODIFIANT LA LOI DU 8 AOÛT 1983 ORGANISANT UN REGISTRE NATIONAL DES PERSONNES PHYSIQUES, ET RÉGLANT L'EMPLOI DES LANGUES POUR CES MENTIONS (CONFLIT D'INTÉRÊTS)

Discussion et vote des conclusions

de la délégation du Sénat

De voorzitter. ­ Wij vatten de bespreking aan van het belangenconflict betreffende dit wetsontwerp.

Nous abordons la discussion portant sur le conflit d'intérêts relatif à ce projet de loi.

Het woord is aan de rapporteur.

De heer Erdman (SP), rapporteur. ­ Mijnheer de voorzitter, ik wens eerst de diensten te danken voor hun medewerking bij de totstandkoming van dit verslag. U vindt daarin een overzicht van de gevolgde procedure.

Het Vlaams Parlement heeft op 19 maart 1997 een motie aangenomen over een belangenconflict nopens dit wetsontwerp. Ik stond erop bij het verslag alle documenten te voegen die meer licht kunnen werpen op de materie en alle elementen te vermelden die ter discussie worden gesteld. Zoals blijkt uit het verslag hadden de Senaat en het Vlaams Parlement hun respectieve bureaus als afvaardiging aangeduid. De twee delegaties hebben elkaar ontmoet om, zoals de wet het bepaalt, na te gaan of het overleg kon uitmonden in een akkoord. Dit bleek niet mogelijk. Met uitzondering van één lid, meende de delegatie van de Senaat dat het louter en alleen om een bevoegdheidsconflict ging. Volgens het Vlaams Parlement was de aantasting van de bevoegdheid zo ernstig dat ze aanleiding kon geven tot een belangenconflict.

Deze problematiek wordt besproken in artikel 129 van de Grondwet. In dat artikel worden de raden van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap bevoegd verklaard om bij decreet het gebruik van de talen voor bestuurszaken te regelen. In paragraaf 2, tweede streepje, wordt een uitzondering gemaakt voor de diensten waarvan de werkkring verder reikt dan het taalgebied waarin zij gevestigd zijn. Dit is dus de wettelijke grondslag van de discussie.

Het Vlaams Parlement onderstreepte op basis van haar motie dat een uitholling van de bevoegdheid aanleiding zou geven tot een belangenconflict. De delegatie van de Senaat stelde dat het om een bevoegdheidsconflict ging en verwees naar een beslissing van het Arbitragehof inzake kieszaken, waaruit blijkt dat het Arbitragehof zich bevoegd verklaarde en dit ook binnen het kader van de kieszaken beschouwde als een bevoegdheidsconflict.

Bij de verdere afwikkeling moeten enkele proceduriële details worden opgelost. Op 20 mei is de wettelijke termijn van 60 dagen, bepaald door de bijzondere wet inzake de organisatie van het overleg, verstreken. Aangezien het overleg niet leidde tot een eensluidend advies, zoals vastgesteld tijdens de vergadering van de twee bureau's, is deze fase dus afgesloten. De vraag rees of dat gewoon kan worden vastgesteld door het bureau dat was afgevaardigd, dan wel door de Senaat als dusdanig. Na ontleding van alle argumenten is duidelijk gebleken dat de Senaat moet vaststellen dat het overleg niet tot een oplossing leidde en dat de procedure moet worden verder gezet.

Er kan nog een tweede vraag rijzen, alhoewel die eerder retorisch is en niet naar voren kwam wanneer de Grondwet en de bijzondere wetten werden opgesteld. Zij betreft het feit dat de Senaat betrokken partij is omdat onderhavig ontwerp nu ter discussie ligt in de Senaat. De Senaat zal, van zodra is vastgesteld dat het overleg tot niets heeft geleid, als betrokken partij een advies moeten geven aan het Overlegcomité. Dat lijkt enigszins contradictorisch, maar het is de strikte toepassing van de wettelijke procedures.

Er is nog een laatste praktisch probleem. De Senaat moet een voorstel van gemotiveerd advies uitbrengen aan het Overlegcomité. Wij kunnen twee richtingen uitgaan. Wij kunnen het dossier verzenden naar een commissie die dan zal proberen een voorstel van gemotiveerd advies uit te werken, dat zal worden voorgelegd aan de plenaire vergadering. Een tweede mogelijkheid is dat het bureau, dat in dit overleg tot nu toe als delegatie heeft gefungeerd, met die opdracht wordt belast.

Logisch gezien moeten wij deze opdracht toevertrouwen aan de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden, wat wij ook hebben gedaan bij een vorig belangenconflict, namelijk met betrekking tot een dossier betreffende de Dienst voor Buitenlandse Handel.

Ik zou dus voorstellen het dossier, nadat de Senaat heeft vastgesteld dat het overleg niet tot een eensluidend advies heeft geleid, voor verdere afwerking naar de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden te verzenden met de opdracht een voorstel van gemotiveerd advies uit te werken dat dan door de plenaire vergadering kan worden goedgekeurd. Dat advies zal dan aan het Overlegcomité worden uitgebracht. Ik vestig er wel de aandacht op dat dit laatste volgens de wet dient te gebeuren binnen de dertig dagen vanaf heden. (Applaus.)

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Loones.

De heer Loones (VU). ­ Mijnheer de voorzitter, ik wens van deze gelegenheid gebruik te maken om onze frustratie en vooral onze gewettigde onvrede te uiten over de absolute afwezigheid van onze fractie in het bureau. Men ziet nu tot wat dit leidt.

Ik was niet van plan nu het woord te vragen omdat ik van oordeel ben dat wij in deze bijna Kafkaiaanse procedure daartoe zeker nog de gelegenheid zullen krijgen, ware het niet dat de rapporteur zelf melding heeft gemaakt van de houding van de senatoren in het bureau. Hij wees erop dat er één afwijkende mening was en wij kunnen dan ook niet anders dan ook onze afwijkende mening kenbaar te maken. De rapporteur heeft de procedure zelf voldoende toegelicht, waarvoor mijn dank. Ik ben het met hem eens dat de volgende stap een verdere bespreking moet zijn in de Senaat, die een gemotiveerd advies moet formuleren. Wij sluiten ons ook aan bij zijn voorstel om de uitwerking van dit advies over te laten aan de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden.

Het gaat hier inderdaad om een belangrijke aangelegenheid en ik betreur eens te meer dat de regeling van dergelijke belangenconflicten aan dit instituut wordt overgelaten. Wij zullen in de loop van deze en wellicht ook van de volgende legislaturen ­ zolang de wetgeving niet verandert ­ nog ten overvloede kunnen aantonen dat de Senaat niet aangewezen is om dergelijke belangenconflicten op te lossen.

Ik stel, voor de tweede keer, vast dat de Senaat ­ die de ontmoetingsplaats zou moeten zijn van de verschillende gemeenschappen ­ alleen maar kan concluderen dat wij het met mekaar niet eens zijn en blijft steken in de discussie of het om een bevoegdheids- of om een belangenconflict gaat. Verder komen wij niet. Dit gaat toch wel zeer ver. Voor een deel faalt het institutioneel gegeven, voor een deel faalt ook de taakomschrijving van de Senaat.

De VU-fractie zal geen medewerking verlenen aan het totstandkomen van een wet waarvoor het federale Parlement niet bevoegd is. Wij zullen dit tijdens de komende discussies nog uitgebreid kunnen benadrukken. (Applaus.)

De voorzitter. ­ Daar niemand meer het woord vraagt, is de bespreking gesloten.

Plus personne ne demandant la parole, la discussion est close.

Il nous appartient donc de nous prononcer, dès à présent, sur les conclusions de la délégation du Sénat à la concertation.

Ik breng de besluiten van de delegatie van de Senaat bij het overleg in stemming.

­ De besluiten, bij zitten en opstaan in stemming gebracht, worden aangenomen.

Les conclusions, mises aux voix par assis et levé, sont adoptées.

De voorzitter. ­ Bijgevolg, overeenkomstig artikel 32, § 1, derde lid, van de wet tot hervorming der instellingen van 9 augustus 1980 wordt het geschil aanhangig gemaakt bij de Senaat die binnen dertig dagen een gemotiveerd advies uitbrengt aan het overlegcomité. Ik stel voor het dossier te verzenden naar de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden met opdracht een voorstel van gemotiveerd advies uit te werken.

Par conséquent, conformément à l'article 32, § 1er , troisième alinéa, de la loi de réformes institutionnelles du 9 août 1980, le Sénat est saisi du litige et rend, dans les trente jours, un avis motivé au comité de concertation. Je propose d'envoyer le dossier à la commission des Affaires institutionnelles, à charge d'élaborer une proposition d'avis motivé.

Geen bezwaar ?

Pas d'objection ?

Dan is aldus besloten.

Il en est ainsi décidé.