1-95

1-95

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 27 FÉVRIER 1997

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 27 FEBRUARI 1997

(Vervolg-Suite)

PROPOSITION DE LOI MODIFIANT ET COMPLÉTANT LES DISPOSITIONS DU CODE CIVIL CONCERNANT LES RÈGLES PARTICULIÈRES AUX BAUX RELATIFS À LA RÉSIDENCE PRINCIPALE DU PRENEUR

Demande d'avis au Conseil d'État

WETSVOORSTEL TOT WIJZIGING EN AANVULLING VAN DE BEPALINGEN VAN HET BURGERLIJK WETBOEK HOUDENDE DE REGELS BETREFFENDE DE HUUROVEREENKOMSTEN MET BETREKKING TOT DE HOOFDVERBLIJFPLAATS VAN DE HUURDER IN HET BIJZONDER

Verzoek om advies aan de Raad van State

M. le président. ­ Nous abordons l'examen de la proposition de loi modifiant et complétant les dispositions du Code civil concernant les règles particulières aux baux relatifs à la résidence principale du preneur.

Wij vatten de bespreking aan van het wetsvoorstel tot wijziging en aanvulling van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek houdende de regels betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder in het bijzonder.

La parole est à M. Lallemand.

M. Lallemand (PS). ­ Monsieur le président, nous avons pris connaissance ce matin des amendements proposés par M. Bourgeois et M. Vandenberghe. Il nous semble intéressant que la proposition de loi et les deux amendements déposés puissent faire l'objet d'un avis du Conseil d'État.

Je souhaiterais donc, monsieur le président, que vous preniez en considération cette demande qui sera appuyée, je crois, par M. Vandenberghe, par les autres auteurs des amendements ainsi que par le rapporteur. De cette manière, nous éviterons un débat plutôt confus sur la constitutionnalité des dispositions en jeu.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Vandenberghe.

De heer Vandenberghe (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, ik steun het verzoek van collega Lallemand om zowel het wetsvoorstel als de daarbij ingediende amendementen voor advies naar de Raad van State te zenden aangezien op verschillende vlakken constitutionele problemen kunnen rijzen.

M. le président. ­ La parole est à M. Foret.

M. Foret (PRL-FDF). ­ Monsieur le président, je confirme, tant au nom de M. Desmedt qu'au mien, que je me rallie bien sûr à la proposition formulée par M. Lallemand. Nous croyons effectivement qu'il faudrait procéder à cet examen complémentaire.

M. le président. ­ La parole est à M. Desmedt.

M. Desmedt (PRL-FDF). ­ Monsieur le président, j'ai aussi déposé un amendement et souhaiterais qu'il soit joint à l'ensemble des textes envoyés au Conseil d'État.

M. le président. ­ Il s'agit du texte de la proposition de loi accompagné des amendements déposés, et ce afin d'éviter toute discussion ultérieure éventuelle. Du moins, c'est ainsi que je le comprends.

Het woord is aan de rapporteur.

De heer Erdman (SP), rapporteur. ­ Mijnheer de voorzitter, artikel 63, eerste lid, van het reglement bepaalt dat u advies kan vragen aan de Raad van State over alle ontwerpen en voorstellen van wet die bij de Senaat aanhangig zijn. Gelet op de draagwijdte van het voorstel, de doelstelling en het sociale karakter ervan, zou ik willen voorstellen dat u er bij de Raad van State op aandringt binnen een korte tijd advies te verlenen. Rekening houdend met de lange duur van de besprekingen die wij wellicht aan dit voorstel hebben moeten wijden, lijkt een termijn van een maand wenselijk. Wij weten dat de Raad van State overbelast is en dat er veel vacatures zijn, maar die situatie zullen wij eerlang verhelpen.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Goris.

De heer Goris (VLD). ­ Mijnheer de voorzitter, ook de VLD-fractie gaat akkoord om het advies van de Raad van State te vragen. Wij waren van plan om het voorliggende voorstel niet goed te keuren, precies omwille van een aantal juridische problemen die meer uitleg behoeven. Ik denk dat het een zeer goed idee is niet alleen de tekst van het voorstel, maar ook de amendementen aan de Raad van State voor te leggen.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Loones.

De heer Loones (VU). ­ Mijnheer de voorzitter, wij waren zeer tevreden met het toch wel erg voluntaristisch voorstel, hoewel wij ook enkele juridische bedenkingen hadden. Een daarvan was dat het wenselijk zou zijn dit voorstel samen te behandelen met het grote ontwerp dienaangaande dat intussen geëvoceerd is. Behoort dit tot de mogelijkheden ? In het andere geval vrees ik dat het voorstel van de heer Santkin, dat bedoeld was om reeds deze winter in werking te treden, ook volgende winter nog niet klaar zal zijn.

M. le président. ­ La parole est à Mme Willame.

Mme Willame-Boonen (PSC). ­ Monsieur le président, mon groupe se rallie à la proposition de M. Erdman, à savoir envoyer au Conseil d'État la proposition de loi ainsi que les amendements, afin qu'il les examine dans le délai d'un mois, si possible.

M. le président. ­ Je suis tout à fait d'accord. J'userai des pouvoirs qui me sont conférés par l'article 63, 1º, du règlement pour demander l'avis du Conseil d'État sur l'ensemble de la proposition et des amendements qui y sont joints.

Je demanderai donc au Conseil d'État de nous faire parvenir le projet dans un délai raisonnable, celui d'un mois me paraît tout à fait indiqué.

Het woord is aan de rapporteur.

De heer Erdman (SP), rapporteur. ­ Mijnheer de voorzitter, de termijn van een maand waarover ik sprak moet u niet zo letterlijk nemen. Het is veeleer een aanwijzing.

Het voorstel van de heer Santkin werd in december 1995 ingediend, met het doel gevolg te geven aan de besluiten van het rapport over de armoede. Intussen zijn al twee winters voorbij. Daarom dring ik er, samen met anderen, op aan dat voor de winter van 1997 een voorstel wordt goedgekeurd dat beantwoordt aan de doelstellingen die hier door iedereen worden onderschreven.

De voorzitter. ­ De seizoenen zijn op het ogenblik inderdaad erg wisselvallig, maar op het einde van maart is de volgende winter toch nog niet in aantocht.

La parole est à M. Santkin.

M. Santkin (PS). ­ Monsieur le président, je rappelle que cette proposition est urgente dans le chef des personnes qu'elle est censée protéger, car elle date de décembre 1995 !

Je connais particulièrement bien le rapport général sur la pauvreté. Je me souviens de la façon dont la plupart des responsables politiques ont laissé croire ­ à l'époque, je m'en suis réjoui ­ que les points les plus urgents de ce rapport allaient rapidement être traités.

Vous ne m'empêcherez pas, monsieur le président, d'être profondément déçu, quand je considère le temps qu'il a fallu pour atteindre le résultat que nous obtenons aujourd'hui.

De façon très sereine, je suis tout à fait d'accord sur le fait de demander la consultation du Conseil d'État en la matière. Permettez-moi simplement de remarquer que cet amendement, qui est à l'origine de la demande d'avis du Conseil d'État, ne remet pas fondamentalement en question la proposition. En effet, toutes les remarques qui viennent d'être émises ont été formulées en commission, aussi bien celle des Affaires sociales que celle de la Justice, et des réponses ont été apportées, ce qui a donné lieu à un vote en bonne et due forme. J'avais donc imaginé que nous ne reviendrions pas sur ce point.

En conclusion, monsieur le président, j'ose croire que cet amendement n'est pas à nouveau une mauvaise excuse pour retarder ce dossier qui, je le répète, revêt une importance capitale, plus particulièrement pour les personnes visées par ce texte. (Applaudissements.)

M. le président. ­ Mesdames, messieurs, je vous propose de soumettre cette proposition de loi et les amendements qui s'y rapportent pour avis au Conseil d'État. Dès réception de celui-ci, nous reprendrons les travaux en commission. (Assentiment.)