1-236/4

1-236/4

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996

23 APRIL 1996


Wetsvoorstel tot wijziging van de provinciewet


SUBAMENDEMENTEN

op amendement nr. 1 (Gedr. St. 1-236/2)


Nr. 68 VAN DE HEER MOUTON

Art. 130bis

Het zevende lid van dit artikel vervangen als volgt :

« De provincieraad stelt de wedde van de provinciegriffier vast binnen de minimum- en maximumgrenzen van de weddeschaal verbonden aan het ambt van gemeentesecretaris in de gemeenten die overeenkomstig artikel 28 van de gemeentewet in de hoogste klasse zijn ingedeeld of, wanneer het belang van de administratieve structuur en de provinciale activiteiten zulks wettigt, binnen de minimum- en maximumgrenzen van de weddeschaal van de hoogste ambtenaar in het bestuur van het gewest waarvan de provincie deel uitmaakt. De provincieraad bepaalt de vergoedingen en toelagen die de griffier geniet zoals de andere provincieambtenaren. »

Verantwoording

Aangezien de provinciegriffier een volwaardige provincieambtenaar geworden is, lijkt het raadzaam dat zijn wedde eveneens door de provincieraad wordt vastgesteld binnen de door de wet bepaalde grenzen.

Gelet op de omvang en het belang van de activiteiten van de provincie en, in verband daarmee, op het aantal tewerkgestelde ambtenaren, is het bovendien zo dat sommige provinciebesturen onder hun leidende ambtenaren een of meer directeurs-generaal tellen wier weddeschaal hoger is dan die van provinciegriffier.

Wij stellen dan ook voor dat de wedde van de provinciegriffier wordt bepaald binnen de minimum- en maximumgrenzen van de weddeschaal verbonden aan het ambt van gemeentesecretaris in de gemeenten die overeenkomstig artikel 28 van de gemeentewet in de hoogste categorie zijn ingedeeld of, indien het belang van de administratieve structuur en de provinciale activiteiten zulks wettigt, binnen de minimum- en maximumgrenzen van de weddeschaal van de hoogste ambtenaar in het bestuur van het gewest waarvan de provincie deel uitmaakt.

Henri MOUTON.

Nr. 69 VAN MEVROUW MILQUET

Art. 106

Het zesde lid van dit artikel vervangen als volgt :

« De rechtsgedingen van de provincie als eiser of als verweerder waartoe door de bestendige deputatie is besloten, worden in haar naam gevoerd door haar voorzitter. »

Verantwoording

Dit amendement beoogt duidelijkheid te brengen in de rol van de voorzitter van de bestendige deputatie wanneer een rechtsgeding ingesteld wordt.

Joëlle MILQUET.

Nr. 70 VAN MEVROUW LEDUC EN DE HEER VERGOTE

Art. 106

Het zevende lid van dit artikel vervangen als volgt :

« Voor het voorafgaandelijk onderzoek van de zaken kan de bestendige deputatie de medewerking vragen van de gewestelijke en federale ambtenaren die op de provincie werkzaam zijn. »

Jeannine LEDUC.
Fons VERGOTE.

Nr. 71 VAN DE HEER PINOIE

Art. 131

Dit artikel vervangen als volgt :

« § 1. In elke provincie wordt een betrekking van provincieontvanger ingesteld.

§ 2. De provincieontvanger wordt benoemd door de provincieraad. Deze benoeming geschiedt binnen zes maanden na het openvallen van de betrekking.

§ 3. Vooraleer in funktie te treden, legt de provincieontvanger de eed, bedoeld in artikel 103, af, tijdens een openbare zitting van de provincieraad, in de handen van de voorzitter van de bestendige deputatie.

§ 4. De vastbenoemde rekenplichtige van de provincie wordt van rechtswege benoemd tot provincieontvanger.

§ 5. De provincieontvanger staat onder toezicht van de bestendige deputatie. »

Art. 131bis

Dit artikel vervangen als volgt :

« § 1. In geval van gewettigde afwezigheid kan de provincieontvanger, onder zijn eigen verantwoordelijkheid, binnen drie dagen voorzien in zijn vervanging en te dien einde, voor een periode van maximum dertig dagen, een door de bestendige deputatie erkende plaatsvervanger aanstellen. Die maatregel kan voor eenzelfde afwezigheid tweemaal worden verlengd.

§ 2. In alle andere gevallen kan de provincieraad een waarnemende provincieontvanger aanduiden. De provincieraad is daartoe verplicht wanneer de afwezigheid een termijn van drie maanden overschrijdt.

§ 3. De waarnemende provincieontvanger moet voldoen aan de voorwaarden vereist voor het uitoefenen van het ambt van plaatselijke ontvanger. Hij oefent alle bevoegdheden uit van de provincieontvanger.

§ 4. Bij zijn ambtsaanvaarding en zijn ambtsneerlegging wordt een eindrekening opgemaakt en worden de kas en de boeken overgedragen, onder toezicht van de bestendige deputatie. »

Art. 131ter (nieuw)

Een artikel 131ter (nieuw) invoegen, luidende :

« De provincieontvanger is verplicht, tot waarborg van zijn beheer, een zekerheid in geld, in effecten of in de vorm van een of meerdere hypotheken te stellen.

De Koning bepaalt het minimum- en het maximumbedrag van de zekerheid.

De provincieraad stelt, binnen de grenzen aangegeven in het tweede lid, en ten laatste op de vergadering tijdens welke de provincieontvanger de eed aflegt, het bedrag vast van de zekerheid welke deze moet stellen, alsmede de termijn waarover hij daartoe beschikt.

De zekerheid wordt bij de Deposito- en Consignatiekas gedeponeerd; de intrest die zij opbrengt komt aan de ontvanger toe. »

Art. 131quater (nieuw)

Een artikel 131quater (nieuw) invoegen, luidende :

« Wanneer de door de provincieraad bepaalde zekerheid wegens toeneming van de jaarlijkse ontvangsten of om enige andere reden, ontoereikend wordt geacht, moet de provincieontvanger binnen een beperkte tijd een aanvullende zekerheid verschaffen, ten aanzien waarvan dezelfde regels gelden als voor de eerste. »

Art. 131quinquies (nieuw)

Een artikel 131quinquies (nieuw) invoegen, luidende :

« De provincieontvanger die zijn zekerheid of zijn aanvullende zekerheid niet binnen de voorgeschreven termijn verschaft en dit verzuim niet voldoende verantwoordt, wordt geacht ontslag te nemen en wordt vervangen.

Alle kosten betreffende de vestiging der zekerheid vallen ten laste van de provincieontvanger. »

Art. 131sexies (nieuw)

Een artikel 131sexies (nieuw) invoegen, luidende :

« Is er een tekort in de provinciekas, dan heeft de provincie een voorrecht op de zekerheid van de provincieontvanger, wanneer de zekerheid in geld gesteld is. »

Art. 131septies (nieuw)

Een artikel 131septies (nieuw) invoegen, luidende :

« De provincieontvanger is belast met :

a) de boekhouding van de provincie en het opmaken van de jaarrekeningen;

b) de betaling van de uitgaven;

c) het beheer van de op naam van de provincie geopende rekeningen en de bedieningen van de algemene kasmiddelen van de provincie;

d) de belegging van de thesauriemiddelen;

e) de controle en de centralisatie van de vastleggingen;

f) de controle van de bijzondere ontvangers;

g) de inning en de dwanginvordering van de provinciale taksen zoals bepaald in artikel 297 van het Wetboek van inkomstenbelastingen;

h) het verlenen van financieel advies bij het opmaken van de begroting en het financieel meerjarenplan.

Hij doet ieder jaar, op de datum bij het algemeen reglement op de provinciecomptabiliteit bepaald, aan het Rekenhof rekening en verantwoording van zijn beheer.

De diensten die de provincieontvanger, voor zijn benoeming in die hoedanigheid, heeft vervuld bij de rijks-, gewest-, provincie en gemeentebesturen, komen integraal in aanmerking bij de berekening van zijn wedde en van zijn rust- of overlevingspensioen ten bezware van de provincie. »

Art. 131octies (nieuw)

Een artikel 131octies (nieuw) invoegen, luidende :

« De wedde van de provincieontvanger wordt vastgesteld door de provincieraad overeenkomstig de weddeschaal die geldt voor gemeentesecretarissen van gemeenten van 35 001 tot 50 000 inwoners, zoals bepaald in artikel 28 van de nieuwe gemeentewet. »

Art. 131novies (nieuw)

Een artikel 131novies (nieuw) invoegen luidende :

« Het is de provinciale ontvanger verboden handel te drijven, ook door een tussenpersoon.

Het is hem tevens verboden enig ander beroep uit te oefenen en enige winstgevende bezigheid te verrichten, zelfs door een tussenpersoon.

Tenzij het tegendeel is bewezen, wordt de echtgenoot geacht zijn beroep uit te oefenen als tussenpersoon. »

Nr. 72 VAN DE HEER PINOIE

Art. 114bis

Dit artikel vervangen als volgt :

« De provinciale inrichtingen en diensten kunnen worden georganiseerd als provinciebedrijven en buiten de algemene diensten van de provincie om beheerd. »

Art. 114ter

Dit artikel vervangen als volgt :

« De Koning bepaalt de activiteiten van commerciële of industriële aard waarvoor de provincieraad een autonoom provinciebedrijf met rechtspersoonlijkheid kan oprichten. »

Art. 114quater

Dit artikel vervangen als volgt :

« § 1. De autonome provinciebedrijven worden beheerd door een raad van bestuur en een directiecomité.

§ 2. De raad van bestuur is gemachtigd alle nuttige of noodzakelijke handelingen te stellen om de doelstellingen van het autonome provinciebedrijf te verwezenlijken.

De raad van bestuur controleert het bestuur van het directiecomité. Het directiecomité brengt regelmatig verslag uit bij de raad van bestuur.

De provincieraad wijst de leden van de raad van bestuur van het autonome provinciebedrijf aan. De meerderheid van de raad van bestuur bestaat uit leden van de provincieraad. De raad van bestuur is samengesteld uit ten hoogste één vijfde van het aantal provincieraadsleden. Elke politieke fractie is er in vertegenwoordigd.

De raad van bestuur kiest uit zijn leden een voorzitter.

Bij staking van stemmen in de raad van bestuur is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

§ 3. Het directiecomité is belast met het dagelijks bestuur, met de vertegenwoordiging met betrekking tot dat bestuur en met de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur. Het is samengesteld uit een afgevaardigd bestuurder en vier bestuursdirecteurs aangesteld door de raad van bestuur.

Het directiecomité wordt voorgezeten door de afgevaardigd bestuurder. In geval van staking van stemmen in het directiecomité is zijn stem doorslaggevend. »

Art. 114quinquies (nieuw)

Een artikel 114quinquies (nieuw) invoegen, luidende :

« Het toezicht op de financiële toestand en op de jaarrekeningen van de autonome provinciebedrijven wordt opgedragen aan een college van drie commissarissen, die door de provincieraad worden gekozen buiten de raad van bestuur van het provinciebedrijf en waarvan ten minste één lid van het Instituut voor Bedrijfsrevisoren.

Met uitzondering van deze laatste zijn de leden van het college van commissarissen allen lid van de provincieraad. »

Art. 114sexies (nieuw)

Een artikel 114sexies (nieuw) invoegen, luidende :

« De provincieraadsleden waarvan het mandaat een einde neemt worden geacht van rechtswege ontslagnemend te zijn in het autonome provinciebedrijf.

Alle mandaten in de verschillende organen van de autonome provinciebedrijven worden beëindigd op de eerste vergadering van de raad van bestuur die volgt op de installatie van de provincieraad. »

Art. 114septies (nieuw)

Een artikel 114septies (nieuw) invoegen, luidende :

« § 1. De autonome provinciebedrijven beslissen vrij, binnen de grenzen van hun doel, over de verwerving, de aanwending en de vervreemding van hun lichamelijke en onlichamelijke goederen, over de vestiging of de opheffing van de zakelijke rechten op die goederen, alsook over de uitvoering van dergelijke beslissingen en over hun financiering.

§ 2. Zij kunnen rechtstreeks of onrechtstreeks participeren in publiek- of privaatrechtelijke ondernemingen, verenigingen en instellingen, hierna genoemd de filialen, waarvan het maatschappelijke doel overeenstemt met hun doel.

Ongeacht de grootte van de inbreng van de verschillende partijen in het maatschappelijk kapitaal, moet het autonome provinciebedrijf over de meerderheid der stemmen beschikken en het voorzitterschap waarnemen in de organen van de filialen.

De leden van de provincieraad die als bestuurder of commissaris zitting hebben in de organen van een autonoom provinciebedrijf, mogen geen enkel bezoldigd mandaat van bestuurder of commissaris vervullen, noch enige bezoldigde activiteit uitoefenen in een filiaal van dat bedrijf. »

Art. 114octies (nieuw)

Een artikel 114octies (nieuw) invoegen, luidende :

« § 1. De raad van bestuur stelt jaarlijks een ondernemingsplan op dat de doelstellingen en de strategie van het autonoom provinciebedrijf op middellange termijn vastlegt, evenals een activiteitenverslag. Het ondernemingsplan en het activiteitenverslag worden meegedeeld aan de provincieraad.

§ 2. De provincieraad kan ten allen tijde aan de raad van bestuur verslag vragen over de activiteiten van het autonoom provinciebedrijf of over sommige ervan. »

Art. 114novies (nieuw)

Een artikel 114novies (nieuw) invoegen, luidende :

« De artikelen 53 tot 67 van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen zijn van toepassing op de autonome provinciebedrijven behoudens indien deze wet er uitdrukkelijk van afwijkt. »

Art. 114decies (nieuw)

Een artikel 114decies (nieuw) invoegen, luidende :

« De wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding en de jaarrekeningen van de ondernemingen is van toepassing op de autonome provinciebedrijven. »

Eric PINOIE.

Nr. 73 VAN MEVROUW CORNET D'ELZIUS EN DE HEER FORET

Art. 116

Dit artikel vervangen als volgt :

« De artikelen 63 en 91 zijn toepasselijk op de bestendige deputatie. »

Verantwoording

De tekst van het bestaande artikel 116 van de provinciewet komt niet meer voor in het stuk waarover onze commissie zich moet uitspreken. Het werd vervangen door wat een opmerking lijkt van het secretariaat van de commissie.

Wij menen dat de originele tekst behouden moet blijven. Daarbij vervalt de verwijzing naar artikel 89, dat werd opgeheven.

Nr. 74 VAN MEVROUW CORNET D'ELZIUS EN DE HEER FORET

Art. 117

Dit artikel aanvullen als volgt :

« Die reglementen en verordeningen worden in het Bestuursmemoriaal van de provincie bekendgemaakt in de volgende vorm : « De provincieraad (of de bestendige deputatie van de provincieraad) van de provincie... (besluit of beveelt).

(Daarna volgt het reglement of de verordening.) »

Verantwoording

In de tekst moeten opnieuw de bepalingen worden opgenomen van het bestaande artikel 117 van de provinciewet. Immers, de laatste twee leden van dat artikel voorzien in de uitvoeringsformule zonder welke de reglementen en verordeningen geen kracht van wet hebben.

Tijdens de voorbereiding werden deze twee leden geschrapt omdat zij dienden te worden opgenomen in een nieuw artikel, dat uiteindelijk nooit is aangenomen.

Christine CORNET D'ELZIUS.
Michel FORET.

Nr. 75 VAN DE HEER VERGOTE EN MEVROUW LEDUC

Art. 106

Het zevende lid van dit artikel vervangen als volgt :

« Voor het voorafgaand onderzoek kan de bestendige deputatie de medewerking vorderen van de provinciale ambtenaren.

Voor de uitoefening van de bevoegdheden die door de Gemeenschappen en Gewesten aan de bestendige deputatie zijn toevertrouwd, kan het voorafgaand onderzoek toevertrouwd worden aan het gemeenschaps- en gewestpersoneel dat op de provincie is tewerkgesteld evenals aan het provinciepersoneel. »

Verantwoording

Er is een juridisch onderscheid inzake de uitoefening van de regionale bevoegdheden die via de gouverneur enerzijds en door de bestendige deputatie anderzijds worden uitgeoefend. Enkel de aangelegenheden die ressorteren onder de bevoegdheid van de bestendige deputatie kunnen door het provinciepersoneel worden uitgeoefend.

Fons VERGOTE.
Jeannine LEDUC.

Nr. 76 VAN DE HEREN MOUTON EN HAPPART

Art. 106

Het zevende lid van dit artikel vervangen als volgt :

« Voor het voorafgaand onderzoek van de zaken kan de bestendige deputatie de medewerking vragen van het personeel dat door de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten ter beschikking is gesteld van de provincie. »

Verantwoording

Er is een wettelijke grondslag nodig voor de medewerking die de ambtenaren die door de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten ter beschikking zijn gesteld van de provincie, aan de bestendige deputatie kunnen verlenen voor het onderzoek van de zaken.

Henri MOUTON.
Jean-Marie HAPPART.