1-15/1

1-15/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 1995

27 JUNI 1995


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat (1)

(Ingediend door de heren Hostekint en Pinoie)


TOELICHTING


Politiek is lange tijd een bezigheid geweest die exclusief was voorbehouden aan de meest gegoede klassen in onze maatschappij.

In de tweede helft van de 19de eeuw werd schoorvoetend een democratisering ingezet, die vooral na de tweede wereldoorlog vruchten begon af te werpen.

Onder de diverse democratiserende initiatieven die toen werden genomen is bijvoorbeeld de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat te vermelden, waarvan wij hierbij de wijziging voorstellen.

De jongste jaren is er echter een stagnatie in dat democratiseringsproces waar te nemen.

Tegelijkertijd worden de politieke instellingen en mandatarissen voortdurend onder vuur genomen, hoewel de objectieve afstand tussen politici en bevolking vandaag niet groter is dan gisteren.

Wij zijn ervan overtuigd dat het antwoord daarop alleen een radicale democratisering en openheid kan zijn. Diverse maatregelen werden de jongste jaren reeds genomen om hieraan tegemoet te komen.

Democratie en openheid worden echter beïnvloed door sociaal-economische verhoudingen. Wie als werknemer permanent in een economisch ondergeschikte positie verkeert, komt onder druk te staan en kan zonder dwingend optreden van de overheid niet ten volle aan het democratisch besluitvormingsproces deelnemen.

Dit voorstel om het politiek verlof voor werknemers uit de privé-sector uit te breiden past in deze gedachtengang. Democratie betekent immers dat iedereen, ongeacht zijn economische positie, over maximale mogelijkheden tot participatie aan het politieke leven moet beschikken.

En die voorwaarde is momenteel onvoldoende vervuld. Vooral de werknemers uit de privé-sector, ongeacht het mandaat of ambt dat ze bekleden, hebben weinig mogelijkheden om aan het politieke leven te participeren.

Enerzijds zijn er maar een beperkt aantal mandaten waarvoor men politiek verlof kan opnemen, anderzijds is de hoeveelheid politiek verlof die dan kan opgenomen worden veel te beperkt. Dit wetsvoorstel streeft daarom de uitbreiding van het aantal dagen politiek verlof in de privé-sector na, voor de mandaten waarvoor vandaag reeds politiek verlof bestaat, en breidt de lijst van mandaten uit.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 2

Dit artikel beoogt een aanpassing van artikel 2 van de wet van 19 juli 1976 om twee zaken te bereiken :

1. De aanpassing van de wet van 19 juli 1976 aan de institutionele wijzigingen die sinds haar inwerkingtreding werden doorgevoerd. Zo wordt de commissie voor de cultuur van de Brusselse agglomeratie geschrapt, is de commissie van openbare onderstand ondertussen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn geworden en worden tenslotte de agglomeraties en federaties van gemeenten geschrapt. De bevoegdheden van de Brusselse agglomeratie worden immers door het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest uitgeoefend, terwijl de hypothese van oprichting van andere agglomeraties of federaties te diffuus is om vandaag te kunnen stellen hoeveel politiek verlof de in dat geval betrokken mandatarissen zouden nodig hebben;

2. De uitbreiding van het politiek verlof voor de ambten en mandaten die reeds in de wet van 19 juli 1976 vervat waren. De noodzaak tot uitbreiding van het politiek verlof noopte ons ertoe het aantal dagen politiek verlof dat op basis van de wet van 19 juli 1976 door de Koning werd bepaald, nu in de wet zelf op te nemen.

Artikel 3

Dit artikel streeft naar een veralgemening van het politiek verlof, zodat voor het lidmaatschap van de meeste politieke vergaderingen en hun uitvoerende organen een verlof kan worden bekomen. In tegenstelling tot het politiek verlof dat genomen wordt op basis van artikel 2 van de wet van 19 juli 1976 en dat niet raakt aan de bezoldiging van de werknemer, stellen wij voor in artikel 3 van de wet van 19 juli 1976 het politiek verlof op te nemen dat naar onze mening voltijds moet kunnen zijn.

Omwille van de lange duur waarvoor het verlof kan worden opgenomen en omwille van het bezoldigd karakter van de ambten en mandaten stellen wij voor dat dit verlof onbezoldigd zou worden opgenomen, zodat het voor de werkgever noch voor het betrokken bestuur financiële consequenties heeft.

Artikel 4

Dit artikel beoogt de afhouding, tot maximaal de helft van de presentiegelden die nu toegepast wordt door het bestuur dat de werkgever vergoed heeft bij het opnemen van politiek verlof door zijn werknemer, af te schaffen.

Het gaat in concreto om de gemeenteraadsleden en de leden van de raden van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Het lijkt ons onbillijk dat deze mandatarissen voor wie de vergoeding reeds onvoldoende hoog is om de kosten gemaakt bij de uitoefening van hun mandaat te kunnen dekken, nog eens financieel gesanctioneerd worden wanneer zij van hun recht op politiek verlof gebruik maken.

Artikel 5

Dit artikel breidt de ontslagbescherming van de wet van 19 juli 1976 uit tot de ambten en mandaten die door dit wetsvoorstel worden toegevoegd aan de ambten en mandaten waarvoor politiek verlof kan worden opgenomen.

Artikelen 6 en 7

Deze artikelen breiden de periode van ontslagbescherming uit wegens de uitoefening van een politiek mandaat of het kandideren bij verkiezingen. Naar analogie met de sociale verkiezingen wordt de ontslagbescherming voor iemand die voor de eerste keer op een kandidatenlijst staat en niet verkozen wordt, gegarandeerd tijdens de periode van de uitoefening van het mandaat dat hij zou uitgeoefend hebben ware hij toch verkozen geweest.

Artikel 8

Dit artikel breidt de ontslagbescherming die verkozen mandatarissen genieten ingevolge artikel 5 van de wet van 19 juli 1976, zoals te verruimen door de artikelen 4 tot 6 van dit voorstel, uit tot de werknemers die benoemd maar niet verkozen zijn.

We denken hier aan de mogelijkheid van een buiten de raad benoemde burgemeester of het lidmaatschap van de federale regering.

Artikel 9

Dit artikel bepaalt de inwerkingtreding van deze wet.

Patrick HOSTEKINT.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 2 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat wordt vervangen als volgt :

« Artikel 2 . ­ De werknemers die lid zijn van een gemeenteraad, van een raad van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, van een provincieraad, van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap of die lid zijn van een uitvoerend college van de twee eerstgenoemde instellingen, hebben binnen de hierna gestelde perken recht op een politiek verlof om hun mandaat of ambt uit te oefenen.

1º Het politiek verlof van de werknemers die gemeenteraadslid, schepen of burgemeester zijn, omvat het hierna vermelde maximum aantal werkdagen of gedeelten van werkdagen per maand :

Nombre d'habitants de la commune
­
Aantal inwoners van de gemeente
Bourgmestre
­
Burgemeester
Echevin
­
Schepen
Conseiller communal
­
Gemeenteraadslid
Jusqu'à 10 000. ­ Tot 10 000 3 jours/dagen 2 jours/dagen 1 jour/dag
De 10 001 à 20 000. ­ Van 10 001 tot 20 000 3 jours/dagen 2 jours/dagen 11 /2 jours/dag
De 20 001 à 30 000. ­ Van 20 001 tot 30 000 4 jours/dagen 3 jours/dagen 2 jours/dagen
De 30 001 à 50 000. ­ Van 30 001 tot 50 000 4 jours/dagen 3 jours/dagen 2 1 /2 jours/dagen
De 50 001 à 80 000. ­ Van 50 001 tot 80 000 ­ 4 jours/dagen 3 jours/dagen
De 80 001 à 150 000. ­ Van 80 001 tot 150 000 ­ ­ 3 1 /2 jours/dagen
Plus de 150 000. ­ Meer dan 150 000 ­ ­ 4 jours/dagen

Het aantal inwoners wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 5 van de nieuwe gemeentewet.

Het politiek verlof wordt per maand opgenomen en is niet overdraagbaar van de ene maand naar de andere.

2º Het politiek verlof van de werknemers die lid zijn van een raad van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, lid van het vast bureau of voorzitter, omvat het hierna vermelde maximum aantal werkdagen of gedeelten van werkdagen per maand :

Nombre d'habitants de la commune
­
Aantal inwoners van de gemeente
Président
­
Voorzitter
Membre du bureau permanent
­
Lid vast bureau
Membre du conseil
de l'aide sociale
­
Lid van de raad voor
maatschappelijk welzijn
Jusqu'à 10 000. ­ Tot 10 000 2 jours/dagen 2 jours/dagen 1 jour/dag
De 10 001 à 20 000. ­ Van 10 001 tot 20 000 2 jours/dagen 2 jours/dagen 11 /2 jours/dag
De 20 001 à 30 000. ­ Van 20 001 tot 30 000 3 jours/dagen 3 jours/dagen 2 jours/dagen
De 30 001 à 50 000. ­ Van 30 001 tot 50 000 3 jours/dagen 3 jours/dagen 2 1 /2 jours/dagen
De 50 001 à 80 000. ­ Van 50 001 tot 80 000 4 jours/dagen 4 jours/dagen 3 jours/dagen
De 80 001 à 150 000. ­ Van 80 001 tot 150 000 ­ 4 jours/dagen 3 1 /2 jours/dagen
Plus de 150 000. ­ Meer dan 150 000 ­ 4 1 /2 jours/dagen 4 jours/dagen

Het aantal inwoners wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 5 van de nieuwe gemeentewet.

Het politiek verlof wordt per maand opgenomen en is niet overdraagbaar van de ene maand naar de andere.

3º Het politiek verlof van de werknemers die lid of voorzitter zijn van een provincieraad, met uitzondering van de leden van de bestendige deputatie, omvat 2 werkdagen per maand, overdraagbaar van de ene maand naar de andere binnen eenzelfde kalenderjaar.

4º Het politiek verlof van de werknemers die lid zijn van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, de voorzitter en de leden van de regering uitgezonderd, omvat maximaal 2 werkdagen per maand, overdraagbaar van de ene maand naar de andere binnen eenzelfde kalenderjaar.

Tijdens dit politiek verlof hebben de werknemers het recht van het werk afwezig te blijven, met behoud van hun normaal loon, met het oog op het uitoefenen van hun mandaat of ambt.

De Koning bepaalt het bedrag van het normaal loon of de in aanmerking te nemen elementen voor de vaststelling ervan. »

Art. 3

Artikel 3 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« Artikel 3 . ­ De werknemers die burgemeester zijn van een gemeente met meer dan 50 000 inwoners, schepen of voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn van een gemeente met meer dan 80 000 inwoners, lid van de bestendige deputatie van een provincie, voorzitter van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, lid van de Vlaamse Raad, lid van de Waalse Gewestraad, lid van de Franse Gemeenschapsraad, lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers of de Senaat, lid van de federale, een gewest- of een gemeenschapsregering hebben recht op een voltijds politiek verlof met het oog op het uitoefenen van hun mandaat.

Dit verlof is onbezoldigd.

Tijdens de uitoefening van het politiek verlof wordt de arbeidsovereenkomst geschorst.

Voor de toepassing van dit artikel wordt het aantal inwoners van de gemeente bepaald overeenkomstig artikel 5 van de nieuwe gemeentewet.

De Koning bepaalt de verdere modaliteiten voor de toepassing van dit artikel. »

Art. 4

Artikel 4 van dezelfde wet wordt aangevuld met het volgende lid :

« Wanneer de vergoeding evenwel alleen uit presentiegelden bestaat, gebeurt er geen voorafname. »

Art. 5

Artikel 5, § 1, van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« § 1. De werknemer die kandidaat is voor één van de in de artikelen 2 en 3 vermelde instellingen bericht zijn werkgever hiervan per aangetekend schrijven binnen de periode van zes maanden vóór de verkiezing. »

Art. 6

In artikel 5, § 3, van dezelfde wet, worden de woorden « drie maanden » vervangen door de woorden « zes maanden ».

Art. 7

Artikel 5, § 4, van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt :

« Met een verkozen werknemer wordt evenwel gelijkgesteld, de werknemer die niet wordt verkozen en voor de eerste maal op een kandidatenlijst voorkomt. »

Art. 8

Artikel 5 van dezelfde wet wordt aangevuld met een § 6, luidend als volgt :

« § 6. De werknemer die benoemd wordt tot één van de in de artikelen 2 en 3 vermelde ambten en mandaten zonder voorafgaandelijk kandidaat te zijn geweest voor de betreffende vertegenwoordigende vergadering geeft hiervan terstond kennis aan zijn werkgever. Vanaf de kennisgeving is de bescherming bedoeld in de §§ 1 tot 5 van dit artikel op hem van toepassing. »

Art. 9

Deze wet treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke zij in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Patrick HOSTEKINT.
Eric PINOIE.

(1) Dit wetsvoorstel werd reeds in de Senaat ingediend op 17 juni 1994, onder het nummer 1137-1 (1993-1994).