Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-743

van Willem-Frederik Schiltz (Open Vld) d.d. 9 november 2020

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Consumenten - Eerlijke handel - Voeding

voedingsproduct
bescherming van de consument
etiketteren
eerlijke handel

Chronologie

9/11/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)
13/12/2020Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 7-386

Vraag nr. 7-743 d.d. 9 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het toevoegen van water aan hamburgers, kipfilets, zalm en andere vlees- en visproducten is bij bepaalde ondernemingen binnen de voedingsindustrie al jaren de normaalste zaak van de wereld. Onderzoeken in de afgelopen jaren naar gepaneerde vleesproducten en hammen leverden vergelijkbare conclusies op. Uit een steekproef van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) blijkt dat van de negen vlees- en visproducten er één niet aan de wet voldoet.

In 2015 onthulde een onderzoek van de KULeuven aan de hand van een laboratoriumtest dat supermarktverpakkingen van de pangasiusfilet veelal voor 20 tot 50 % uit (toegevoegd) water bestaan.

Producenten voegen naar eigen zeggen water toe aan vlees- en visproducten om de smaak te verbeteren en om uitdroging tijdens transport te voorkomen. Volgens de KULeuven dient het toevoegen van water enkel en alleen om het gewicht van een vlees- en visproduct te verhogen en zo de winst van de verkoper te vergroten. «Het heeft geen toegevoegde waarde voor de consument».

De wet staat het toevoegen van water aan levensmiddelen al tientallen jaren toe. Zolang de producent of verkoper de voedselveiligheid van het product garandeert, mag hij zoveel water in zijn vlees- en viswaren spuiten als hij wil. Maar dat toegevoegde water moet wel op het etiket staan. De toevoeging van water levert immers een hoger gewicht van het voedsel op. De consument koopt aldus zonder het dikwijls te beseffen duur water. Indien de toevoeging van water aan de levensmiddelen niet wordt vermeld heeft dit veel weg van consumentenfraude.

Het lijkt me een kwestie van fairness dat de toevoeging van water expliciet wordt vermeld op het product. Ik ben een voorstander van de invoering van een verplichte weergave hiervan op de etiketten. Dit is in Nederland bijvoorbeeld het geval onder de etiketteringswetgeving.

Ook is er een Europese etiketteringswetgeving. De Europese etiketteringswetgeving voor levensmiddelen wordt ruim vier jaar na invoering nog steeds verkeerd geïnterpreteerd door producenten en supermarkten. Daarom wil ik vragen hoe het hiermee gesteld is, want dit lijkt mij momenteel sterk aanleunen bij consumentenbedrog.

Het betreft een transversale aangelegenheid met de Gewesten waarbij het economische en het landbouw- en visserijaspect en het promoten van duurzame productie op het gewestelijk niveau wordt geregeld en het federale niveau instaat voor de consumentenbescherming.

1) Op welke manier passen wij momenteel de Europese etiketteringswetgeving toe in België en dit wat betreft de controle en handhaving?

2) Moeten producenten vandaag de hoeveelheid toegevoegd water duidelijk en systematisch vermelden op de etiketten van het product? Zo ja, welke zijn de sancties hierop en wie controleert dit?

3) Hoeveel controles op jaarbasis plaatsvinden op de naleving van de regelgeving inzake etikettering van vlees en vis wat betreft het verplicht vermelden van de toevoeging van water en de hoeveelheid water? Hoeveel producenten in overtreding zijn (procentueel) en zijn de cijfers vergelijkbaar met Nederland?

4) Wat is uw standpunt met betrekking tot het niet vermelden van de hoeveelheid water die wordt toegevoegd aan vlees of vis op de verpakking? Vindt u dit een vorm van consumentenbedrog? Indien ja, wat gaat u hier aan doen? Indien nee, waarom vind u dit niet noodzakelijk?

5) Kan u aangeven of er nog bijkomende stappen moeten worden ondernomen? Zo neen, kan u dit toelichten? Zo ja, kan u toelichten wat de inhoud en timing betreft?

Antwoord ontvangen op 13 december 2020 :

Deze vraag behoort niet tot mijn bevoegdheden, maar tot die van mijn collega Pierre-Yves Dermagne, minister van Economie.