Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-2191

van Ludwig Vandenhove (Vooruit) d.d. 30 januari 2024

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee

Gemeentelijke administratieve sancties (GAS) - Complexiteit - Hervorming van het systeem - Kalender - Overleg met de Gewesten

administratieve sanctie
plaatselijke overheid
gemeente

Chronologie

30/1/2024Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/2/2024)
16/5/2024Antwoord

Vraag nr. 7-2191 d.d. 30 januari 2024 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Deze materie raakt het federale niveau (de wetgeving), het gewestelijk niveau (zie de reactie van Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters dienaangaande, die de huidige bevoegdheden wil behouden) en het lokale niveau (de gemeenten, die GAS-boetes kunnen uitschrijven).

Ik blijf een grote voorstander van de gemeentelijke administratieve sancties (GAS). Tenminste als ze enkel zouden toegepast worden waarvoor ze uitgevonden zijn.

Oorspronkelijk zijn de GAS ingevoerd om inbreuken te beteugelen, die de rechtbanken niet meer wensten te vervolgen, wegens te veel werk.

Gaandeweg zijn de parketten echter meer werk van zich beginnen af te schuiven en zijn er alsmaar meer inbreuken in de richting van de gemeentelijke administratieve sancties geschoven. Ook de gemeenten, in plaats van de lokale politiezones, zijn er meer en meer gebruik beginnen van te maken voor bepaalde verkeersovertredingen.

GAS-boetes dienen om een «lik-op-stuk-beleid» mogelijk te maken – de overtreder snel en duidelijk straffen – maar zijn meer en meer geëvolueerd naar een situatie waarbij ze gebruikt worden om werkdruk bij de parketten of de lokale politiezones weg te nemen en dat kan niet de bedoeling zijn.

U wil als minister – terecht – streng(er) optreden tegen recidivisten. Er is echter een probleem: de federale overheidsdienst (FOD) Justitie blijkt niet altijd goed op de hoogte te zijn van wie al een GAS-boete kreeg en waarvoor.

Doordat gemeenten vaak zelf deze inbreuken afhandelen, heeft Justitie niet altijd een beeld van welke overtreders al meerdere keren tegen de lamp liepen en hoe ze dan effectief bestraft werden. En dat verschilt nogal van gemeente tot gemeente.

U wil nu opnieuw een aantal van die zogenaamde «gemengde inbreuken» onder Justitie brengen. Dat kan een oplossing zijn, maar het is volgens mij niet voldoende. Een globale aanpak dringt zich op.

Er zou best een stand van zaken gemaakt worden van hoe het hele systeem nu functioneert, om vervolgens globaal te bekijken wat nog onder de GAS kan en wat niet.

Mijn vragen:

1) Welke inbreuken wenst u concreet opnieuw onder Justitie te brengen?

2) Wat is de voorziene kalender? Is dit nog werk voor de huidige regering?

3) Hebt u in verband met deze aangelegenheid overleg gepleegd met de Gewesten? Uw partijgenote, minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters, bijvoorbeeld, heeft al gezegd dat ze voor Vlaanderen liever heeft dat alles bij het oude blijft.

4) Wat vindt u van mijn voorstel om heel het systeem door te lichten, ook om het voor de burger duidelijker te maken?

Antwoord ontvangen op 16 mei 2024 :

Tekst nog niet beschikbaar.