Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-2009

van Latifa Gahouchi (PS) d.d. 7 juni 2023

aan de vice-eersteminister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Zonnecentra - Controle - Aantal - Verstrenging - Huidkankers - Toename - Eventuele sluiting van de zonnecentra

haar- en schoonheidsverzorging
kanker
huidziekte
gezondheidsbeleid
volksgezondheid
Hoge Gezondheidsraad

Chronologie

7/6/2023Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 6/7/2023)

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-2008

Vraag nr. 7-2009 d.d. 7 juni 2023 : (Vraag gesteld in het Frans)

Wanneer het mooi weer wordt en een reis tijdens de zomervakantie voor veel mensen nadert, neemt het aantal bezoeken aan zonnecentra in ons land toe.

Volgens de Federale Openbare Dienst (FOD) Economie zou 8% van de Belgen soms of vaak naar een zonnecentrum gaan.

In 2002 zette België de Europese wetgeving over zonnecentra om in Belgisch recht.

Bijgevolg mag een zonnecentrum in België enkel worden uitgebaat als het voldoet aan de algemene voorwaarden voor veiligheid bepaald in boek IX van het Wetboek van Economisch recht betreffende de veiligheid van producten en diensten. Naast de vereisten uit dat Wetboek zijn er de specifieke voorwaarden uit het koninklijk besluit van 20 juni 2002 betreffende de exploitatie van zonnecentra. Zo wordt de toegang tot zonnebanken verboden aan consumenten die geneesmiddelen innemen die de gevoeligheid voor ultravioletstralen verhogen, aan minderjarigen beneden de 18 jaar, aan consumenten met een huidtype 1, aan consumenten die huidkanker hebben of gehad hebben en aan zwangere vrouwen.

Eind 2017 zijn nieuwe regels inzake zonnecentra van kracht geworden. De zonnecentra mogen geen gunstige effecten van de zonnebank meer vermelden in hun mededelingen. Bovendien moet elke mededeling de waarschuwing "gebruik van zonnebanken kan huidkanker veroorzaken" bevatten.

Aangezien zonnecentra zowel tot de bevoegdheden behoren van het federale niveau, voor wat de veiligheid van de producten en diensten en de voorwaarden voor de uitbating van zonnecentra betreft, als tot die van de deelstaten, in het bijzonder voor het aspect van de opleiding van de onthaalverantwoordelijke in de zonnecentra, en aangezien volksgezondheid zowel het federale niveau als de deelstaten betreft, is de transversale aard van deze vraag voldoende aangetoond.

Op basis van wetenschappelijk onderzoek heeft het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek (IARC) zonnebanken onder de categorie van grootste kankerverwekkers geplaatst, samen met tabak en asbest. Voordien werd zonnestraling gewoon beschouwd als een bewezen risicofactor voor huidkanker. Bovendien toont de Australia Radiation Protection and Nuclear Safety Agency (ARPANSA) aan dat mensen die naar de zonnebank gaan zich aan een ultraviolette straling blootstellen die ten minste zes keer sterker is dan het zonlicht op het middaguur. Er moet ook worden verwezen naar een onderzoek van het "British Medical Journal" dat besluit dat het risico op melanomen met 20% stijgt bij mensen die minstens één keer in hun leven naar de zonnebank zijn gegaan, en dat dat risico zelfs verdubbelt als ze dat voor de leeftijd van 35 jaar hebben gedaan.

Er bestaat dus geen veilig gebruik van de zonnebank, zelfs als de zonnecentra de wettelijke regels volgen. Die reglementering kan de risico's enkel beperken en dan nog op voorwaarde dat die controletaak goed wordt opgevolgd door de zonnecentra. Echter, zoals de consumentenorganisatie Test Aankoop in 2019 onderstreepte, werd de informatie- en controleplicht absoluut niet strikt nageleefd; veel centra zouden die reglementering niet ernstig nemen. Test Aankoop noteerde op basis van de cijfers van 2019 dat 89% van de zonnecentra die werden gecontroleerd door de FOD Economie de wettelijke voorschriften niet

naleefde.

Beschikt u over meer recente cijfers betreffende die controles?

Welk percentage van de zonnecentra wordt jaarlijks door uw administratie gecontroleerd?

Test Aankoop beveelt bijkomende maatregelen aan om de consument beter te informeren en de wet beter te doen toepassen:

-alle zonnecentra zouden regelmatig moeten worden gecontroleerd door de overheid. Strenge sancties moeten worden ingevoerd als ze niet voldoen aan de wet. De resultaten van de controles moeten openbaar worden gemaakt zodat de consument weet of een zonnecentrum de wet al dan niet naleeft.

-de geautomatiseerde zonnecentra moeten worden verboden. De begeleiding en het toezicht zijn er nog minder gewaarborgd.

-de kwaliteit van de opleiding van de onthaalverantwoordelijken moet worden verbeterd zodat ze hun taak beter kunnen uitoefenen;

-de verkoop van apparaten met sterke straling moet worden verboden.

Staat er, in het licht van die gegevens, van de recentste wetenschappelijke studies en van de voortdurend toenemende cijfers van huidkanker, een grondige reflectie op de agenda over een verstrenging van de reglementering in de zin van de bovenvermelde maatregelen of zelfs van een verbod op zonnecentra? Indien niet, moet zo'n reflectie vanuit het oogpunt van de volksgezondheid niet op de agenda staan? Dat geldt des te meer gezien het standpunt van de Stichting tegen Kanker die sinds 2012 pleit voor het sluiten van zonnecentra. Ook de Hoge Gezondheidsraad beveelt sinds 2017 de geleidelijke sluiting van zonnecentra aan: "De HGR adviseert om zonnebanken en alle kunstmatige bronnen van UV-straling die beschikbaar zijn voor het publiek te verbieden, met als doel het risico op huidkanker te verminderen" (cf. "Aanbevelingen over het gebruik van kunstmatige bronnen van UV-straling in België", advies van de HGR nr. 9216, juni 2017).